Materialenleer 2.1 hoofdstuk 5 kunststoffen

De macromoleculen vormen een lineaire structuur. De monomeren vormen een ketting met elkaar en heeft soms een kleine vertakking. Als het materiaal verwarmd word gaat het eerst verwerkingsverschijnselen tonen en daarna vervloeïngsverschillen. (telkens opnieuw plastisch vervormbaar)

Omdraaien

Dit zijn macromoleculen die een driedimensionaal vernette structuur vormt. De monomeren vormen ketens die veelvoudig met elkaar verbonden zijn. Ze worden hard door verwarming en kunnen niet meet vervormd worden na uitharding.

Omdraaien

De macromoleculen vormen een netwerk met grote mazen waardoor het geheel min of meer plastisch samenhangend blijft.

Omdraaien

In een verhitte cilinder met een schroef die draait en het materiaal naar voren brengt (waar de spuitmond is) verdicht, smelt het materiaal en maakt het gelijkmatig. Daarna wordt de plastische massa in de gewenste vorm door de spuitkop gedrukt. Het materiaal wordt nu gefixeerd bij thermoplasten met verkoeling en bij thermoharders en elastomeren met verhitting.

Omdraaien

De plastische massa wordt doormiddel van een schroef gespoten in een matrijs (vorm).

Omdraaien

Een plastische buis wordt naar beneden geëxtrudeerd tussen een open matrijs. Deze wordt gesloten waardoor het uiteinde samen wordt geknepen. Nu wordt er via een blaaspijp lucht in geblazen. Het warme materiaal kom tegen de want van en matrijs en koelt af.

Omdraaien

Polyvinylchloride wordt in plastische toestand tussen twee of meer walsen tot een doorlopende folieband uitgewalst. Als de folie de kalanderinstallatie verlaat kan het nog generfd, bedrukt, bevlokt of gematalliseerd worden.

Omdraaien

De plastische massa wordt in een negatieve matrijs gebracht (voorverwarm). De positieve matrijs (voorverward) wordt onder druk erin gebracht

Omdraaien