Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: elodieOD81 - 3 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: De wetenschapsfilosofie denkt na over wat wetenschap eigenlijk is. Ze houden zich bezig met wat is waar?. Twee taken in deze filosofie; de normatieve taak dat houdt in dat wetenschapstheorien overeenkomen met filosofische ideen, terwijl de beschrijvende betekent dat beschrijvingen moeten overeenkomen met hoe wetenschap daadwerkelijk wordt bedreven. Het werk van Thomas Kuhn, The Structure of Scientific Revolutions, heeft de nadruk van het eerste naar het tweede verschoven.
Scintisme = de acceptatie van wetenschappelijke kennis als de absolute waarheid (verlichting).

Onderscheid van kenmerken:
- Ontologische: tak van filosofie die gericht is op het begrijpen van wat iets is en het ontstaan ervan
- Epistemologische: de leer van de kennis. Hoe is het te kennen?
- Methodologische: de werkwijze van het onderzoek. Hoe is het te onderzoeken?
- Sociaal-filosofische: het verband tussen invloed van onderzoek en de omgeving. Hoe benvloeden het onderzoek en de omgeving elkaar?

Onderwerpen centraal in de wetenschapsfilosofie:
- Empirisme: de opvatting dat kennis wordt afgeleid van ervaring en waarneming. Wetenschappelijke uitspraken worden getoetst via empirische methoden, zoals experimenten en observaties
- Realisme en instrumentalisme: realisme ziet wetenschappelijke modellen als de werkelijkheid, terwijl instrumentalisme deze als handige instrumenten beschouwt
- Sociaal constructivisme: de opvatting dat wetenschappelijke theorien worden benvloed door sociale en politieke contexten
- Analyse en reductionisme: een analyse betreft de verdeling van waarnemingen en theorien in eenvoudigere concepten, terwijl reductionisme stelt dat alle domeinen van kennis uiteindelijk terig kunnen worden gebracht of verklaard kunnen worden door de principes van de natuurwetenschappen, zoals natuurkunde, scheikunde of biologie. Reductionisme gaat echter niet uit van simpele verklaringen, maar eerder het geloof dat de principes van de natuurwetenschappen de basis vormen voor begrip en verklaring van alle verschijnselen in de wereld.
- Inductie en falsificeerbaarheid: inductie vertrouwt op het principe dat als een theorie opgaat in alle waargenomen gevallen, het ook opgaat in vergelijkbare gevallen. De theorievorming rond het inductieprobleem is onderwerp van veel debat in de wetenschapsfilosofie: is inductie een rechtvaardig principe en zo ja hoe? Een andere manier om wetenschappelijke uitspraken te beoordelen obv logica, i dmv falsificeerbaarheid. Dit principe houdt in dar een wetenschappelijke uitspraak falsificeerbaar moet zijn om bruikbaar te zijn. Falsificeerbaar betekent dat het mogelijk moet zijn om onjuiste uitspraken aan te tonen, bijvoorbeeld door een experiment te doen. Door het gebruik van falsificeerbaarheid kan het inductieprobleem omzeild worden, aangezien geen sprake is van inductieve redeneringen.
- Coherentisme: uitspraken worden gerechtvaardigd door de samenhang met andere opvattingen. Het Scheermes van Ockham stelt dat de eenvoudigste verklaringen de voorkeur hebben.

Karl Popper (1902-1994): iets is pas waar als het niet te ontkrachten is.
The reconstruction the client = de wetenschap is geneigd om alleen maar te zoeken naar aanwijzingen die een theorie bevestigt. De verschijnselen die als bewijs gelden zijn ook wel de confirmation bias. Popper stelt dat kennis niet groeit door theorien te bewijzen maar door pogingen te doen om theorien te weerleggen. Men moet opzoek gaan naar de ontkrachting van een theorie, ofwel het falsificeren.
Popper legt nadruk op kritisch denken, hierbij 2 kwesties:
1. Het probleem van de inductie; inductie is dat de wetenschap uit waarnemingen van bijzondere gevallen tot algemene uitspraken komt. Deze methode ligt aan de basis van het empirisme. Hierdoor kan het zijn dat we alleen nog waarnemen wat aan onze verwachtingen voldoet.
Oplossing: zijn waarnemingen wel de uiteindelijke bron van kennis? Nee is zijn antwoord, de meeste beweringen die wij doen zijn niet op waarneming gebaseerd maar op wat we al weten uit kranten en studieboeken bijv. de empirist stopt deze regressie door erop te wijzen dat al die onderzoeken uiteindelijk gebaseerd zijn op waarnemingen. Volgens Popper heeft geen enkele bron van kennis autoriteit, noch onze waarneming, noch ons verstand. Volgens Popper is een goede wetenschappelijke theorie concreet, dus hoe concreter de theorie hoe meer die uitsluit en hoe beter de theorie te toetsen is en dus hoe wetenschappelijker.
2. Het onderscheiden van de wetenschap van de pseudowetenschap

Thomas Kuhn (1922-1996)
Bekend van zn boek de structiir van wetenschappe;ijke revoluties, waarin hij een streep zette door het idee dat er sprake was van een wetenschappelijke vooruitgang en groei van kennis. Hij onderscheidt verschillende wetenschappelijke fases: voorwetenschappelijke, normale en revolutionaire fase.

Normale fase: men is het eens over de grondslagen en het algemene begrippenkader obv wetenschappelijke experimenten die gedaan worden. Dat betekent niet dat men geen probleem of vragen heeft. Kuhn maakt een vergelijking tussen wetenschappelijk onderzoek en een kruiswoordpuzzel. De oplossing van de puzzel is gegeven, maar het antwoord moet nog gevonden woorden. De normale gaat dus uit van oplossen van puzzels, waarbij er sprake is van groei van kennis.
Paradigma = een conceptueel raamwerk waarop een wetenschap zich baseert; het geheel van waarden, overtuigingen en veronderstellingen. Het is een matrix die algemeenheden of uitdrukkingen bevatten waarover in het algemeen geen meningsverschillen bestaan. Daarnaast bevat het gemeenschappelijke waarden waaraan onderzoek moet voldoen. Het wisselen van paradigma gaat niet zomaar daarom spreekt Kuhn ook van een wetenschappelijke revolutie. Tijdens dit zal een debat ontstaan over welk paradigma juist is. Echter bestaat geen onafhankelijke standaard en kunnen paradigmas dus niet met elkaar vergeleken worden. Kuhn laat zien dat ook sociale, economische en politieke factoren een rol spelen. Uiteindelijk zal dus een moment komen dat men een nieuw model moet uitvinden, aangezien een theorie niet meer klopt (paradigm change). Dit is een deprimerend beeld want we komen niet verder. In die zin verkeren de sociale wetenschappen nog in een preparadigmatisch stadium.

Bruno Latour 1947-2022
Onderzoekt hoe wetenschap beoefend wordt en hoe de waarheid tot stand komt. Daarbij stelt hij de vraag hoe wetenschappen orde scheppen in de chaos van waarnemingen. Hij ontdekt door antropologisch te observeren dat de wetenschappelijke praktijk een netwerk is waarin zowel menselijke als niet-menselijke actoren een realiteit construeren.
Het eerste kenmerk van de actor-netwerkrelatie (ANT) is dat cultuur en natuur, subject en object met elkaar verweven zijn. Dit komt voor uit het constructivisme. Deze stroming gaat uit van het idee dat de wetenschap zowel een sociale als culturele activiteit is. Hij onderscheidt hiermee het constructivisme van het sociaal constructivisme. Het sociaal constructivisme beperkt het constructueren tot 1 materiaal: sociale of menselijke relaties. Latour stelt dat menselijke en niet-menselijke actoren de realiteit samenstellen.

Trudy Dehue (1951-heden):
Doet onderzoek naar de constructie van psychische aandoeningen. Hij laat zien welke gevolgen het heeft als men psychische stoornissen als onafhankelijke realiteit beschouwen en welke actoren in het construeren een rol spelen: het classificatiesysteem DSM, de politiek en de publieke opinie.
Entiteit = iets wat op zichzelf bestaat. Als je gaat handelen naar ADHD dan heet dat selffulfilling prophecy.

Gedragscodes zijn richtlijnen over hoe gehandeld moet worden. 5 principes:
1. Eerlijkheid: geen ongefundeerde claims
2. Zorgvuldigheid: het gebruik van wetenschappelijke methoden
3. Transparantie: voorzien van helderheid hoe data is verzameld en waarop deze gebaseerd is
4. Onafhankelijkheid: niet worden geleid door buiten-wetenschappelijke overwegingen
5. Verantwoordelijkheid: binnen de grenzen van het redelijk rekening houden met legitieme belangen van bij het onderzoek betrokken individuen

Wat gebeurt er als onderzoekers onder druk worden gezet om goede resultaten te krijgen?
1. Publication bias: hoe beter het wetenschappelijk tijdschrift, hoe meer bijzondere dingen gedeeld willen worden. Ze publiceren alleen de opmerkelijke dingen hierdoor ontstaat een file-drawer problem; data zonder significante resultaten worden in een laatje gestopt en nooit gepubliceerd
2. Lack of replication: onderzoekers willen liever geen replicatie van onderzoek doen. Cultuur is zo gecreerd dat men grote dingen wil ontdekken vanwege prestatiedruk
3. Changing the hypothesis: onderzoekers hebben de neiging om de oorspronkelijke hypotheses van het onderzoek te veranderen, zodat de hypotheses aansluiten op de resultaten
4. P-hacking: onderzoekers zijn geneigd om een onderzoek heel vaak te herhalen totdat de resultaten significant zijn en zij per ongeluk iets vinden
5. Low statistical power: een lage kans dat de gevonden resultaten significant zijn, doordat de resultaten vertekend zijn door willekeurige en systematische fouten (sloppy science)
6. De cultuur van publish or perish: de cultuur waarbij men geacht wordt om te publiceren om een goede carrire te maken, het liefst met goed onderzoek. Gaat hand in hand met het gevolg dat er minder erkenning is voor replicatieonderzoek.

Verandering: nadruk op kwaliteit, stimulering van open science en stimulering van academisch leiderschap.

Positieve oplossing (boek: the 7 deadly sins of psychology): pre-registratie, belonen van replicatieonderzoek, open science en aanpakken van prestatiecultuur. Een paradigm shift moet plaatsvinden om te veranderen.
. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is onbeperkt.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document