Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: elodieOD81 - 3 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: Wijsgerige opvoedingsfilosofie = vanuit de filosofie wordt gereflecteerd over de aard, doelen en problemen van opvoeding
Filosofie kan gebruikt worden als opening voor nieuwe perspectieven. Het is geen wetenschap. In plaats daarvan stelt het de heersende opvattingen en manier van denken in de maatschappij ter discussie. Heersende opvattingen sluiten andere perspectieven uit. Verschil tussen filosofie en menswetenschappen (psychologie, sociologie en pedagogiek) is dat menswetenschappen uitgaan van definities, terwijl filosofie deze definities juist onderzoekt. Hierbij worden fundamentele vragen gesteld zoals; kan het ook anders? Is anders beter of slechter?

Vormen van filosofie:
- Wetenschapsfilosofie: kritisch onderzoeken van aannames, methoden en resultaten
- Ethiek: bestuderen en analyseren van moraal
- Moraalfilosofie: bestuderen wat goed gedrag inhoudt
- Sociale en politieke filosofie: het stellen van vragen over de samenleving

De macht van het discours
Discours = een samenhangende manier van denken die in een cultuur is verankerd, waarbij men vaak hetzelfde denkt en vindt. Wat een ander denkt heeft onbewust invloed op iemand. De filosofie bevraagt het discours. Het is lastig om een discours te bekritiseren omdat men eraan deelneemt, de mens is namelijk het product van het discours.

Geschiedenis vd filosofie
Westerse filosofie gebaseerd op de klassieke Griekse filosofie en Oosterse filosofie is niet te scheiden van religie.

Periode Belangrijke filosofen
Oudheid (3000 v Chr 500 na Chr) Socrates, Plato, Aristoteles, Augustines v. Hippo
Middeleeuwen (500-1500) Thomas van Aquino
Humanisme (1500-1600) Erasmus, Melanchton, de Montaigne
Verlichting (1685-1815) Comenius, Locke, Rousseau, Kant
Hedendaagse (1800-nu) Dewey

Socrates: mensen leren om kritisch te deken, hij geloofde dat men een deugdzaam mens kon worden door kennis op te doen. Ook wel de vader van de filosofie.
Socratische methode = kritische vragen worden gesteld aan de ander om aanwezige kennis naar boven te halen. (Kan deugd aangeleerd worden, is mens goed of slecht geboren)

Plato: men kan zelf geen ideen waarnemen, maar alleen een weerspiegeling hiervan.
Platos grot: men ziet alleen de schaduwen, totdat men wordt bevrijd uit de grot en de echte ideen ziet.
Rol van opvoeding en onderwijs volgens Plato is om middelen aan te reiken zodat de ketens van onwetendheid worden doorbroken.

Aristoteles (leerling Plato): wees de ideenleer van Plato af. In tegenstelling tot Plato leerde hij dat kennis verworven werd via de zintuigen en had hij aandacht voor de waarneming der dingen. Hij geloofde dat alle dingen met het verstand zijn te begrijpen.

Men opzoek naar verklaringen van wetenschappers de mens ontdekt zichzelf als autonoom subject ofwel het fundament van de werkelijkheid. Copernicaanse wending ontstaat, waarbij de aarde en de mens niet meer worden gezien als middelpunt van het universum.
Ook de westerse cultuur veranderde, de wetenschap maakte zich los van het christelijke geloof en de dogmas van de kerk. En een vrije handelseconomie ontstond. Dit leidde tot de Verlichting. Kennis en verstand staan nu boven tradities en geloof. De wetenschap zou de mens in staat stellen om een betere wereld te creren waarin men vrij kan zijn.

Immanuel Kant (verlichting): verlichting is volgens hem de bevrijding van de onmondigheid die men aan zichzelf te danken heeft.
Zijn motto: durf te denken
Je moet je eigen verstand gebruiken, zonder je daarin door een ander te laten leiden.
In deze tijd stonden 2 stromingen tegenover elkaar, het rationalisme en het empirisme. Rationalisten gaan uit van wetten die de basis vormt van kennis, terwijl empiristen uitgaan van ervaringen als kennisbron.
Empirisme: beschouwt de mens als een tabula rasa, een onbeschreven blad dat beschreven wordt door de wereld van ervaring.
Kant voegt deze stromingen samen om tegenstelling te doorbreken.

Moderne tijd (vanaf 1800): ontwikkeling dat de autonome mens wordt aangeduid met de term modern subject. De mens leert zichzelf begrijpen als individu. Door de nieuwe ontdekkingen ontstaat uiteindelijk een samenleving die als megamachine functioneert. Dit is een metafoor, waarbij het sociale systeem een perfect technisch apparaat is waarin mensen als geoliede onderdelen meedraaien. De verlichting heeft niet de vrijheid gebracht die werd voorspeld. Op het mechanistische wereldbeeld kwam veel kritiek. Men wantrouwde het idee dat de mens autonoom is.
Freud: we worden benvloed door onbewuste drijfveren
Nietzsche: ontmaskerde de menselijke autonomie als een geval van hoogmoed
Karl Marx: liet zien hoe men door maatschappelijke verhoudingen worden bepaald
Foucault: stelde dat de mens absoluut niet vrij is, omdat men wordt benvloed door machten van buitenaf. De opgave hierbij is om een poging te doen om anders te denken.
Latour: maakt onderscheid tussen matters of fact en matters of concern. Met matters of fact worden de feitelijke stand van zaken bedoeld en matters of concern zijn kwesties die juist vragen oproepen. Echter worden matters of fact soms gerepresenteerd als matters of concern wat als gevolg kan hebben dat processen niet eerlijk verlopen.
. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is onbeperkt.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document