Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: Grazyna - 4 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: Met betrekking tot de spijsvertering:
Beschrijft de termen: vertering, resorptie, spijsverteringsenzymen (amylase, pepsine, lipase), galzure zouten, maag-darmmotoriek (peristaltiek) waaronder: migrerend motorisch complex en het gastrocolische reflex, darmvlokken.
Vertering: Het losmaken, opnemen en omzetten van voedingsstoffen in energie en bouwstenen van het lichaam.
Resorptie: Het opnemen van voedingsstoffen in het bloed.

Spijsverteringenzymen:
Amylase: Enzym (functie: stoffen opsplitsen) dat voorkomt in speeksel. Dit enzym is een eiwit en wordt geproduceerd in de alvleesklier en speekselklieren.
Pepsine: Enzym dat in de maag eiwitten afbreekt.
Lipase: Enzym die vetten splitsen en glycerol en vetzuren.

Galzuren zouten: Deze zorgen ervoor dat vet wordt opgelost in het water en dat de darmen ook de vetten uit voeding kunnen opnemen.
Maag- darmmotoriek (peristaltiek): Zorgt ervoor dat de ontlasting door de dikke darm naar de anus wordt afgevoerd.
Migrerend motorisch complex: Mechanismen die zorgen dat je dunne darm regelmatig schoongemaakt wordt.
Veroorzaakt knorrend geluid tussen maaltijden.
Gastrocolische reflex: De reflex tussen de maag en darmen die opspeelt als de maag zich heeft gevuld, waarin de darmen in werking treden en alles begint te schuiven tot in de endeldarm, waar de stoelgang klaarzit die naar buiten mag (poepen).
Darmvlokken: Bevindt zich in de dunne darm, via de darmvlokken worden de aminozuren, glucose en vetzuren in het bloed opgenomen.
De spijsvertering is een heel belangrijk proces in ons lichaam, het haalt alle voedingsstoffen uit je eten en drinken. Het zorgt er ook voor dat de stoffen die je lichaam niet kunnen gebruiken je lichaam verlaten. Van mond tot kont duurt het 24 tot 48 uur.

Mond
Kauwen van het voedsel en zet de speekselfunctie in stand.
Zorgt ervoor dat het eten makkelijker door te slikken is
Speekselklieren

Slokdarm
Stuurt het naar je maag en beschermd tegen opkomend maagzuur
Knijpt en duwt
Sluitspier bij de overgang van de maag

Maag
Maakt het eten fijner en kleiner
Schudt heen en weer en wordt vermengd met maagzuur
Maagzuur

Dunne darm
Eten wordt omgezet naar voedingsstoffen die zo klein zijn dat ze via de darmwand naar het bloed kunnen.
Eten wordt in kleinere stukjes geknipt
Spijsverterings-
enzymen en darmwand

Lever
Controleert de voedingsstoffen die in piepkleine deeltjes binnenkomen door het bloed te filteren
Als de voedingsstoffen door de dunne darm zijn opgenomen, gaan ze vanaf de darmwand via de poortader naar de lever. De lever kan je het beste vergelijken met een fabriek. Hier wordt het gefilterd. Goede voedingsstoffen mogen door, gifstoffen worden tegengehouden en afgebroken.
Poortader

Galblaas
Als we de lever een fabriek noemen, is de galblaas het magazijn. Gal wordt gemaakt door de lever en hier opgeslagen.
De hap die onderweg is door je lichaam kan vetten bevatten. In zon geval komt de galblaas in actie. Bij het afbreken van vetten speelt gal namelijk een belangrijke rol. De galblaas krijgt een seintje om galvloeistof naar de dunne darm te sturen.
Lever

Pancreas
(Alvleesklier)
Deze klier maakt de spijsverteringssappen om koolhydraten, vetten en eiwitten in het begin van de dunne darm in stukjes te knippen.

Regelt de alvleesklier je bloedsuikerspiegel, door de hormonen insuline en glucagon te maken
Regelt de alvleesklier je bloedsuikerspiegel, door de hormonen insuline en glucagon te maken. Die eerste verlaagt de bloedsuikerspiegel en de tweede verhoogt deze. Als je alvleesklier goed werkt, zijn die hormonen in balans.
X

Dikke darm
Die ene hap is nu bijna aan het einde gekomen van zijn reis door je lichaam. Je dikke darm onttrekt er nog wat vocht en zout aan, zodat het geheel steeds dikker wordt.
De poep wordt met knijpbewegingen naar het einde van de darm geduwd. De vezels uit je hap zijn aangekomen in je dikke darm en helpen mee om de ontlasting soepel te houden.



Endeldarm
Het allerlaatste stadium van je spijsvertering. Is je endeldarm vol? Dan wordt er een seintje naar je hersenen gestuurd. Tijd voor een wc-bezoek!


Microbioom: Alles wat op of in ons leeft, zoals bacterin, schimmels en virussen. Ze helpen mee om voedsel te verteren, beschermen de darmwand, ondersteunen het afweersysteem en stimuleren de darmbeweging.
PrEbiotica: de goede lichaamsondersteunende bactieren die in je darmen leven en essentieel zijn voor je spijsvertering en immuunsysteem
FOS (fructo-oligosacchariden) : Banaan, ui, asperge, prei en tarweproducten.
GOS (galacto-oligosacchariden) : Noten en Peulvruchten
Inuline (niet insuline): Wortels van planten, Artisjok.
PrOBiotica: stimuleert de groei van gunstige bacterin. Voedingvezelrijk: voeding voor je darmbacterin.
Je hebt zon 30 tot 40 gram voedingsvezels per dag nodig als volwassenen.
Functies microbioom in je darmen
Energie halen uit voedingsvezels
Stimuleren van de darmmotiliteit en functie
Versterken van de darm-bloed barrire (afweersysteem)
Beschermen tegen ziekteverwekkers (afweersysteem)
Maken van vitamines en hormonen








Functies microbioom buiten de darmen
Je immuunsysteem versterken
Benvloeden van onder andere je hersenen en andere organen
Je circulerende bloedvetten benvloeden
Maken en reguleren van hormonen


Verstoord darmmicrobioom
Diarree ten gevolge van antibiotica
Metabool syndroom en obesitas
Diabetes
Chronische darmontstekingen
Prikkelbaar darmsyndroom
Dikke darmkanker
Depressie en angststoornissen


Met betrekking tot medicijnen:
Licht toe dat medicijnen de voedingstoestand negatief kunnen benvloeden.


Geneesmiddelen hebben invloed op de voeding en voedingstoestand door dat ze inname, resorptie, het metabolisme en de uitscheiding van voeding benvloeden.
Benvloeden van de eetlust; cytostatica Anorexia, misselijkheid en braken, geneesmiddelen voor psychiatrische stoornissen
Smaakveranderingen. Het vermogen om een of meer basissmaken (zoet, zout, bitter en umami) waar te nemen kan verminderd zijn (hypogeusie) of helemaal uitvallen (ageusie). Sommige geneesmiddelen veroorzaken een metaalachtige bij-smaak (lithium)
Benvloeden resorptie (opnemen) van voedingsstoffen.
Benvloeden metabolisme. Bij vitamines wordt dit de antagonistische werking van geneesmiddelen genoemd.
Uitscheiding van voedingsstoffen


Met betrekking tot ontgiften en suppletie:
Beschrijft de termen: vitamine, mineraal, aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voedingsstoffen, adequate intake, aanvaardbare bovengrens, ontgiften/detoxen, afvalverwerkingsproces.
Beschrijft vitamines en mineralen als essentile voedingsstoffen.
Benoemt welke vitamines in water en welke in vet oplosbaar zijn en wat deze verschillen betekenen voor opname en opslag, uitscheiding en verlies.
Licht toe hoe het lichaam zijn afval (van water- en vetoplosbare stoffen) verwerkt.
Beschrijft hoe je met voeding je afvalverwerking het beste kan ondersteunen.
Licht toe hoe voedingssupplementen de afweer en de kans op chronische ziekten kan benvloeden.







Vitamine: zijn voedingsstoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in ons eten en drinken. We hebben vitamines nodig voor een normale groei en ontwikkeling, en om gezond te blijven.
Leveren energie
Zijn organische stoffen (ze komen uit levende organismen die door bepaalde dieren of planten worden aangemaakt.)
Zeer kleine hoeveelheden nodig voor normaal functioneren van het lichaam
Lichaam kan ze niet zelf maken (niet in voldoende mate) essentile stoffen


Mineraal: stoffen die gewonnen worden uit de aarde en de zee. (4% van het lichaam)
Leveren geen energie
Zijn anorganische stoffen (stoffen zonder koolstof-water binding in hun structuur (dus geen C-H-binding).
Macro-elementen en spoorelementen: verdeling op grond van de hoeveelheid van een bepaalde stof die in het lichaam aanwezig is. Essentile voedingsstoffen. De dosis bepaald of het giftig is of niet.
Macro-elementen: calcium, fosfor, natrium, kalium, chloor, magnesium en zwavel
Spoor-elementen/ micro-elementen: ijzer, koper, zink, mangaan, chroom, jodium, fluor, selenium en molybdeen.
Functie: bestanddeel van weefsels en een rol bij processen in het lichaam.


Aanbevolen dagelijks hoeveelheid voedingsstoffen: De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) is een maat om aan te geven hoeveel van een voedingsstof gezonde mensen dagelijks nodig hebben. Deze voedingsnormen stelt de Gezondheidsraad vast voor bijna alle vitamines en mineralen.
De ADH bereken je als [de gemiddelde behoefte + 2 x de standaardafwijking]
Adequate intake: de hoeveelheid van een specifieke voedingsstof die wordt beschouwd als voldoende om te voldoen aan de voedingsbehoeften van de meeste mensen in een bepaalde leeftijdsgroep of geslacht categorie.
Aanvaardbare bovengrens: De hoogste inname, waarbij geen schadelijke gezondheidseffecten te verwachten zijn bij langdurige blootstelling.
Detoxen/ontgiften: je lichaam schoonmaken door afvalstoffen te verwijderen.
Afvalverwerkingsproces: de manier waarop ons lichaam voedingsstoffen verteert, absorbeert en gebruikt, terwijl het de afvalstoffen die daarbij vrijkomen, verwerkt en uitscheidt.






















In vet oplosbaar (vitamine A, D, E en K)
Komen voor dierlijke en plantaardige vetrijke producten. Stabiele vitamines: gaan niet snel verloren. Ze worden tegelijk met vet in het maag-darmkanaal opgenomen. Een teveel wordt opgeslagen in de lever en in vetweefsel. Van A en E wordt veel opgeslagen van D en K minder.
Een te hoge inname van in vet oplosbare vitamines kan gemakkelijk tot toxische verschijnselen leiden, omdat ze niet via de urine kunnen worden uitgescheiden.
In water oplosbaar (vitamine C en de B-vitamines.)
Gaan makkelijk verloren door verhitting, licht en/of zuurstof.
Worden in bepaalde weefsels van het lichaam opgeslagen, maar de voorraden zijn niet stabiel, want ze worden makkelijk afgegeven aan het bloed.
Kleine kans op intoxicatie.


In supplementen kunnen gevaarlijke ingredinten zitten. Ook kunnen ze schadelijk zijn als u ze combineert met medicijnen. En u kunt gezondheidsklachten krijgen als u te veel van een bepaalde stof binnenkrijgt. Gebruik alleen een voedingssupplement als u zeker weet dat het veilig is.








. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 20.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document