Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: Grazyna - 4 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: Richtlijn, zorgstandaard, zorgmodule
Evidence based practice > effectieve en doelmatige zorg voor een bepaalde aandoening vanuit wetenschappelijke basis en klinische ervaring
De richtlijn: landelijk advies dat het welke zorg, wanneer en waarom beschrijft en is daarmee een richtinggevend hulpdocument.
Een zorgstandaard koppelt zorginhoud (de richtlijn) aan de organisatie
van zorg > wie doet wat
Zorgmodule; ziekte overstijgende themas binnen zorgstandaard

Zorgmodules
Ziekteoverstijgend binnen zorgstandaard
Taken en verantwoordelijkheden van de patint, eventuele mantelzorgers, de huisarts en andere zorgverleners.
De Zorgmodules sluiten aan bij bestaande NHG-Standaarden en -richtlijnen

Artsenwijzer ditetiek

Algemeen voedingsadvies: algemeen advies op basis RGV
Voor wie: Alle gezonde mensen met risico op chronische ziekten
mensen met een verhoogd BMI en licht verhoogd
gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico
Door wie: leefstijlcoach, praktijkondersteuner, ditist
Voorwaarden: Richtlijnen goede voeding

Dieet: voeding die op verwijzing om medische redenen wordt aangepast aan het individu.
Voor wie: zieken, mensen met een lage BMI of een hoge BMI en licht
verhoogd-sterk verhoogd gewichtsgerelateerd
gezondheidsrisico
Door wie: ditist
Kenmerk: vaak deels afwijkend van de Richtlijnen goede voeding




Voeding bij Gezondheid & Ziekten
4.5 Voedingsonderzoek
Een van de doelen van voedingsonderzoek is na te gaan in hoeverre voeding het ontstaan van ziekte benvloedt. We onderscheiden vier vormen van onderzoek.

Transversaal onderzoek (Dwarsdoorsnede- of correlatieonderzoek). Er wordt gezocht naar het verband tussen de voedselconsumptie en het optreden van het bepaalde ziekte.
Longitudinaal onderzoek (Cohortonderzoek). Men volgt een groep mensen (=cohort) gedurende een bepaalde periode om na te gaan of bij mensen met een bepaalde voedingsgewoonten meer of minder ziekten optreden.
Patint-controle onderzoek (case control(led)onderzoek). Er wordt hier uitgegaan van een groep patinten met een ziekte waarvan men vermoedt dat deze te maken hebben met voeding.
Interventie onderzoek (Experimenteel onderzoek). Er worden twee groepen samengesteld, controlegroep en experimentele groep, die slechts op een punt mogen verschillen, namelijk de te onderzoeken factor.

Om het effect van voeding op de gezondheid uit verschillende onderzoeken te kunnen aangeven worden meta-analyses gedaan. Dit is een statische techniek om de uitkomsten van afzonderlijke onderzoeken samen te voegen.

Cross-over studies: Onderzoeksopzet waarin individuele verschillen naar voren kunnen komen.
Het Absolute risicos is de kans dat je de ziekte krijgt.
Als twee groepen worden vergeleken, wordt het risico van de groep vergeleken met dat van de controlegroep, Om verschillende onderzoeken goed met elkaar te kunnen vergelijken, wordt het risico in de controlegroep altijd op 1 (=100%) gesteld. Dit is het relatief risico.

Hoe de voeding de ziekte benvloedt wordt onderzocht in biomedisch en klinisch onderzoek. In biomedisch onderzoek worden de mechanismen in vitro (=buiten het organisme) bestudeerd, bijvoorbeeld in het bloed. Zo kan men nagaan of er meer carcinogene stoffen in de feces voorkomen bij een vetrijke en/of vezelarme voeding, dan bij een vetarme en/of vezelrijke voeding.
In klinisch onderzoek worden de mechanismen in vivo (binnen het organisme) bestudeerd.

Onderzoek op genniveau: nutrigenomics. Hoe meer bekend wordt over de genenmateriaal van de mens, hoe beter onderzocht kan worden wat de effecten zijn van voeding op de gezondheid van de individuele mensen.




4.6 Meten van de voedselconsumptie
Het schatten van de voedselconsumptie aan de hand van verbruiksgegevens is een vrij grove methode die gebruikt wordt voor onderzoek waarin voedselconsumpties in verschillende landen met elkaar worden vergeleken. De verbruiksgegevens worden berekend uit de productie-, import- en exportgegevens en vervolgens gecorrigeerd voor niet-eetbare gedeelten.
Bij de mondelinge voedingsanamnese onderscheidt men de 24-uurs na-vraagmethode (24 hour recall), de dietary history en de kruisvraag methode (cross check).
Bij de 24-hour recall vraagt men wat het individu de afgelopen 24 uur heeft gegeten.
Bij de dietary history vraagt men wat het individu over het algemeen eet.
Bij de cross-check methode vraagt men eveneens naar wat men gewoonlijk eet.

Bij de schriftelijke methode, ook wel dagboekmethode genoemd, noteert de respondent een of meer dagen van wat en hoeveel hij eet.
Een omvangrijk onderzoek waarbij met een schriftelijke vragenlijst gegevens over de voedselconsumptie zijn verzameld, is de Voedselconsumptiepeiling (VCP).

Wanneer een onderzoeker alleen genteresseerd is in bepaalde voedingsstoffen, wordt wel gewerkt met voedselfrequentievragenlijsten, omdat het minder tijd kost om gegevens te verzamelen.

Een andere manier om inzicht te krijgen in de voedselconsumptie is het meten van bepaalde variabele in menselijke weefsels en uitscheidingsproducten die verband houden met de opname van bepaalde voedingsstof (biomerkers). Zo kan men uit het stikstof- en natriumgehalte in de urine de eiwit- en natriumopname berekenen.

Vanuit de voedselconsumptie wordt de inname van voedingsstoffen berekend meit voedingsmiddelen tabellen en databanken. In Nederlands wordt gewerkt met de NEVO-tabel (= Nederlands voedingsstoffenbestand).
Nevo is onderdeel van de Levensmiddelendatabank. Deze databank bevat niet alleen informatie over de voedingsstoffen van merkartikelen en generieke voedingsmiddelen, maar ook over allergenen, duurzaamheid en portiegrootte.
Het RIVM beheert het NEVO bestand en de levensmiddelendatabank.

De Nederlandse Supplementen Databank is een aanvullende databank met de samenstelling van meer dan tweeduizend supplementen. Het KAP ( Kwaliteitsprogramma Agrarische Producten) heeft een database met informatie over verontreinigingen in voedsel.











. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 10.

Antwoord rapporteren