Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: louiselinaa - 6 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: welkom bij het college fysiologie
0:04
hierbij behandelen we de normale
0:06
werkingsmechanisme van het
0:08
van het menselijk lichaam en bekijken we
0:10
ook de biologisch natuurlijk en de
0:12
achtergrond van deze processen
0:14
het college bestaat uit twee delen
0:16
allereerst de elektrische activiteit van
0:19
het hart
0:20
en in deel twee behandelen de
0:22
basisbeginselen van de stromingsleer
0:26
allereerst deel 1 de elektrische
0:28
activiteit van het hart
0:30
op de bovenste afbeelding zien we het
0:32
met membraanpotentiaal op de verticale
0:34
as en de tijd op de horizontale as van
0:38
een ventrikel cel
0:40
de spiercel in de hartkamers
0:44
in rust wordt het membraanpotentiaal op
0:46
min 90 millivolt gehouden
0:48
wanneer nu door een externe stroombron
0:50
zoals een actiepotentiaal het
0:54
membraanpotentiaal boven een bepaalde
0:56
drempelwaarde komt dan zal het membraan
0:59
zich depolariseren en ontstaat er een
1:03
actiepotentiaal waarbij het
1:06
membraanpotentiaal op ongeveer 50
1:09
millivolt wordt gehouden
1:11
na enige tijd
1:13
hij stelt membraan ze groeien en dan
1:16
volgt de repolarisatie fase waarin het
1:19
potentieel zich herstelt
1:21
op min 90 millivolt nu is het zo dat hij
1:25
meer trap cellen
1:27
de spiercellen in de hart want met
1:28
elkaar in verbinding staan door middel
1:31
van kleine openingen in de celwand
1:33
gap junctions en dat heeft als gevolg
1:37
dat wanneer n van die cellen in zo'n
1:41
reeks en depolariseren dat er een stroom
1:43
gaat lopen door die reeks hartcellen
1:47
waardoor ook de cellen die daarmee in
1:48
verbinding staan
1:51
depolariseren en dus de actiepotentiaal
1:53
door direct cellen verloopt
1:56
en zo ontstaat er een impuls die zich
1:59
door het gehele had verspreid de grens
2:03
tussen
2:04
geen depolariseren membraan en
2:07
de naam dat nog een rust is dat noemen
2:09
we dan het activatie front de zit
2:11
activatie front dat doe dat en verloopt
2:13
in zo'n hard cyclus
2:15
door het geen hart heen en als gevolg
2:17
daarvan volgde ook de contractie is de
2:20
samentrekking van deze cellen
2:22
tijdens zijn hart cyclus ondergaat dus
2:24
elke spiercel in het huis een
2:27
depolarisatie fase en een en
2:29
repolarisatie ga ze zo een
2:33
actiepotentiaal
2:35
de activatie front impuls die door het
2:37
hart verloopt elke hart cyclus die
2:38
begint in de natuurlijke pacemaker van
2:40
het hart
2:41
de sinusknoop die bevindt zich rechts
2:43
boven in de atria
2:46
vanaf hier zien we het hart van andr
2:49
dus de sinusknoop bevindt zich links in
2:54
beeld
2:55
hem vanaf de sinusknoop verloopt het de
2:58
activatie front in de richting van de
3:00
atrioventriculaire knoop op dat moment
3:04
dat de de activatie frans zicht door
3:07
nadya heen beweegt
3:09
controleren die dus trekken samen als
3:12
dat activatie front de av-knoop heeft
3:15
bereikt dan verloopt het door de bundel
3:17
van is
3:19
en de bij de bundel takken in de
3:20
richting van de ventrikels
3:23
als gevolg daarvan trekken ook de
3:25
ventrikels samen elektrische activiteit
3:29
van het hart die kunnen we meten door
3:31
middel van elektrocardiografie
3:33
ecg ga naar even iets dieper op in
3:36
hier zie je zo'n ecg door de elektrische
3:39
activiteit van het hart ontstaan
3:40
verschillende golven in het ecg
3:44
van is hebben we de ph of dat is het
3:47
gevolg van de atria die
3:50
depolariseren dus de activatie front
3:53
verloopt dan door de atria een
3:54
inrichting van de av-knoop
3:58
als vervolgens ook de ventrikels
4:00
controleren dan ontstaat het grote
4:02
qrs-complex dus die is gevolg van
4:06
depolarisatie van de ventrikels
4:09
ten slotte hebben we de tegel of
4:12
die is gevolg van de herstelfase de
4:14
repolarisatie van de ventrikels
4:18
hier zomaar even iets dieper op in
4:22
de pech of tijdens de p golf
4:26
verloopt het activatie front vanuit de
4:29
sinusknoop
4:30
richting de av-knoop door de atria
4:32
statia depolariseren op dat moment
4:36
daarom ontstaat er een positieve golf in
4:38
het dc tijdens het piekuur segment is de
4:42
netto stroom 0 de atria zijn dan
4:45
volledig gedemoraliseerd en loopt even
4:47
geen stroom
4:50
tijdens de volgende fase re
4:53
populariseren
4:54
de atria maar ook depolariseren
4:58
de ventrikels zijn omdat er zoveel
5:00
spiercellen
5:01
zich in de ventrikels bevinden en
5:04
resulteert dat zich in het grote
5:05
qrs-complex
5:08
en de repolarisatie van de atria die zou
5:10
ook een kleine piek kunnen geven maar
5:13
die valt weg tegen het qrs-complex je
5:18
ziet in welke richting dat verloopt de
5:20
activatie fond verloopt door de bundel
5:23
van is na de onderkant van het huis en
5:26
daarna verspreidt het zich weer naar
5:28
boven door de ventrikels heen
5:31
vandaar dat het qrs-complex is een
5:33
sterke stijging kent en daarna sterke
5:36
daling dat is het sd element zijn
5:40
de ventrikels geheel gedemoraliseerd en
5:43
loopt even geen stroom de ventrikels
5:45
zijn op dat moment positief geladen
5:49
daarna volgt een repolarisatie fase dus
5:51
herstellen fase van de ventrikels
5:54
en die zou een normale negatieve piek
5:56
geven omdat het membraanpotentiaal zich
6:00
herstelt op min 90 millivolt
6:03
maar de herstelfase dus de repolarisatie
6:06
fase van het hart die verloopt vanaf de
6:09
punt van het hart naar boven
6:12
dus de andere kant op als waarin het
6:14
activatie front
6:16
zich in eerste instantie bewoog vandaar
6:18
dat we de tegel toch positief zien
6:24
gaan we verder met deel 2 van dit
6:25
college in de stromingsleer
6:28
kunnen het hart voorstellen als een
6:29
eenvoudige pomp en de bloedvaten als
6:33
buis en daardoor een vloeistof stroomt
6:35
en een belangrijke eigenschap die we
6:40
hier bij van bloedvaten kunnen noemen is
6:42
de compliantie
6:45
en de compliantie is eigenlijk de mate
6:47
van elasticiteit van uiteraard baarheid
6:51
van een bloedvat
6:53
je ziet dat de compliantie cc berekend
6:56
kan worden door het volume verschil door
6:59
het drukverschil te delen
7:01
het drukverschil is eigenlijk de oorzaak
7:03
van een volume verandering van een
7:05
structuur en hoe meer zo'n structuur van
7:10
volume veranders
7:11
bij een bepaald drukverschil hoe
7:14
elastischer het is deze eigenschap die
7:18
wordt gebruikt om bloedvaten te
7:21
modelleren ook omdat bloedvaten en ook
7:24
als opslag dienen van bloed
7:28
compliantie en de elasticiteit elastan
7:31
sea je hebben heel veel met elkaar te
7:32
maken
7:33
ze zijn elkaars inversen namelijk
7:36
mij een bloedvat betekent dit dat bij
7:38
een bepaald bloeddruk verschil
7:40
gedurende de hot shoe class de
7:41
systolische en diastolische druk dat
7:45
daarbij een bepaalde verandering van het
7:49
bloedvat plaatsvindt de bloedvat set een
7:51
beetje uit en hoe meer het bloedvat kan
7:55
uitzetten
7:57
hoe hoger de compliantie is en hoe lager
8:00
de helaas tansy is een bloedvat kunnen
8:04
we ook modelleren als een een eenvoudige
8:07
buigen waardoor en een vloeistof stroomt
8:09
en dan mogen we een wet toepassen
8:11
opnieuw het nu al kennen uit de
8:13
elektriciteitsleer de wet van droom die
8:15
stelt dat de spanning
8:17
het potentiaalverschil gelijk is aan de
8:21
stroom keer de weerstand en voor
8:24
vloeistoffen die door een buis heen
8:26
stromen gelden eigenlijk een
8:28
vergelijkbaar met het drukverschil
8:31
tussen begin en het eind van de bloedvat
8:33
is gelijk aan de flow
8:36
maal de weerstand voor een bloedvat
8:38
zoals we dit even vertalen dan hebben we
8:41
aan het eind voor een bloedvat een
8:42
bepaalde bloeddruk
8:43
want begin van het bloedvat hebben we
8:45
een bepaalde bloeddruk zo die van elkaar
8:47
af halen hebben we drukverschil en die
8:50
is gelijk aan de flow van de vloeistof
8:55
dat is eigenlijk de hoeveelheid
8:58
met vloeistof die door de buis stroomt
9:00
per tijdseenheid
9:03
maal de vasculaire weerstand en die
9:06
vasculaire weerstand die is afhankelijk
9:08
van een aantal eigenschappen voor het
9:10
bloed en het bloedvat
9:13
de wet van haegen plan zou je die zegt
9:16
dat de vasculaire weerstand gelijk is
9:18
aan acht maal de viscositeit van een
9:21
vloeistof in ons geval de doet maal de
9:24
lengte van het bloedvat
9:26
gedeeld door pi maal de radius dus de
9:29
straal van het bloedvat tot de vierde
9:31
macht
9:32
eigenlijk moeten we een aantal aannames
9:34
doen voordat we deze wet mogen toepassen
9:36
maar toch kunnen we tijdens het
9:39
modelleren van bloedvat of het
9:41
bloedvatenstelsel
9:43
toch een aardig idee krijgen hoe de
9:45
vasculaire weerstand verandert als een
9:47
van de eigenschap van het bloed of het
9:50
bloedvat
9:51
verander bijvoorbeeld als we de lengte
9:53
van het bloed van dubbel zo groot maken
9:55
dan wordt ook de vasculaire weerstond
9:58
dubbel zo groot
10:00
hiermee hebben we ook alle relevante
10:01
stof behandeld van het college
10:04
fysiologie
10:06
graag tot ziens bij college had
10:08
fysiologie

. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 10.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document