Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: renskeanne - 6 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: Inzichtvragen bij Het palet van de psychologie
Inzichtsvragen
2 Psychoanalyse
1 In paragraaf 2.1.3 beweert de schrijver dat de psychoanalyse ook kenmerken heeft van een per
sonalistisch mensbeeld. Vooral de interpreterende methode wordt voor deze stellingname als
argument gegeven. In hoofdstuk 1 wordt echter geschreven dat het personalistisch mensbeeld
gekenmerkt wordt door het benadrukken van doelgericht handelen. Is dit niet strijdig met de
psychoanalyse waar juist het irrele (onbewuste) benadrukt wordt? Motiveer je antwoord.
2 Is er een fase bij de psychoseksuele ontwikkeling die Freud het belangrijkste vond of zijn ze al
lemaal even belangrijk? Motiveer je ant woord.
3 Veel (ook moderne) psychoanalytici vinden de aanpassingen van Bowlby zo ver gaan dat zij deze
theorie niet meer psychoanalytisch noemen. Aan welk centraal aspect van de psychoanalyse be
steedt Bowlby geen aandacht? Ben jij van mening dat de hechtingstheorie daarmee geen psycho
analyse meer is? Motiveer je antwoord.
4 Bij zowel het verklaren van het ontstaan van een depressie als van een angststoornis
staat in de tekst dat beide stoornissen in het psychoanalytische referentiekader worden
opgevat als een symptoom. Leg uit wat men hiermee bedoelt.
5 In de tekst wordt geschreven dat overdracht niet in alle hulpverleningssituaties hoeft voor
te komen, maar dat tegenoverdracht er in potentie wel altijd kan zijn. Leg uit waarom dit
het geval is.
6 Waarom is er in de residentile hulpverlening een grote(re) kans op tegenoverdracht?
7 In een psychoanalytische psychotherapie is het van belang dat overdracht besproken wordt
en dat de clint inzicht verwerft in de wortels van zijn overdracht. Voordat dit kan plaats
vinden, moet er wel een vertrouwensband zijn ontwikkeld tussen clint en therapeut.
Overdracht kan echter al vanaf het eerste moment (de eerste therapiesessie) aanwezig
zijn. Als dit het geval is dan hanteert de psychoanalytische therapeut wel eens de volgende
vuistregel:
in geval van negatieve overdracht (bijvoorbeeld haat of afkeer) moet deze direct door de
therapeut bespreekbaar gemaakt worden;
in geval van positieve overdracht (bijvoorbeeld verliefdheid) moet de therapeut deze
(voorlopig) laten rusten.
Heb je enig idee waarop deze vuistregel gebaseerd kan zijn?
Maak van deze vragen 10 meerkeuze vragen met 4 mogelijke antwoorden. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 10.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document