Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: rosalie581 - 6 maanden geleden

Schrijf een betoog over het onderwerp: Wetenschappelijk betoog (50%)

De eindopdracht van vak 1.1. bestaat uit een schrijfopdracht (volgens richtlijnen https://www.socialevraagstukken.nlLinks to an external site.). In deze schrijfopdracht richt je je op een actueel dilemma die speelt binnen de pedagogische of onderwijswetenschappen, waarbij je laat zien dat je het verband kan leggen tussen het actuele dilemma en de geschiedenis van opvoeding en onderwijs. Er zijn verschillende onderwerpen waar je uit mag kiezen: adoptie, passend onderwijs, kansengelijkheid, meetcultuur, opvoedstijlen, kinderopvang en kindermishandeling. Sommige onderwerpen zijn nadrukkelijk opvoedkundig of onderwijskundig en sommige onderwerpen kunnen vanuit beide hoeken bekeken worden. Bij de onderwerpen die zowel opvoedkundig als onderwijskundig zijn, mag je kiezen of je deze interdisciplinair behandelt (dus zowel vanuit de opvoedkunde als vanuit de onderwijskunde) of behandelt vanuit n van de disciplines.

In het betoog formuleer je, nadat je het door jou gekozen onderwerp hebt gentroduceerd, een stelling. In het middenstuk werk je minimaal twee argumenten voor deze stelling uit en je werkt minimaal n argument tegen de stelling uit, welke je vervolgens weerlegt. Elk argument is onderbouwd met n wetenschappelijk peer reviewed artikel en dus bevat het middenstuk van het betoog (minimaal) drie wetenschappelijke, peer reviewed artikelen. Ten slotte eindig je het betoog met een conclusie waarin je een samenvattend antwoord geeft op de stelling.



Richtlijnen schrijfopdracht

Inleiding: circa 0.5 pagina.
De inleiding is pakkend en nodigt de lezer uit om verder te lezen. Het onderwerp (bijvoorbeeld sociale media in opvoeding en onderwijs) wordt gentroduceerd en het dilemma dat centraal staat (bijvoorbeeld schermtijd van kinderen beperken of niet) volgt daarop. Verschillende invalshoeken worden besproken, en je formuleert ten slotte een eigen stelling (bijvoorbeeld Voor kinderen tot en met 12 jaar moeten ouders/ verzorgers de dagelijkse schermtijd beperken).

Middenstuk: circa 1- 1,5 paginas.
Er wordt een verband gelegd tussen het actuele dilemma en de geschiedenis van onderwijs en opvoeding. Hierover heb je geleerd in het vak, en je verwijst naar de relevante stroming/ denker(s).

Er zijn minimaal twee argumenten voor de stelling genoemd en uitgewerkt en er is minimaal n argument tegen de stelling genoemd en uitgewerkt. Het tegenargument wordt vervolgens weerlegd. De argumenten worden onderbouwd met wetenschappelijke bronnen, welke helder en compleet worden uitgewerkt.

Conclusie/Discussie: circa 0.5 pagina
Het dilemma en de stelling worden herhaald. De belangrijkste argumenten worden kort samengevat en met elkaar verbonden. Aan de hand daarvan onderbouw je jouw standpunt ter conclusie en afsluiting.

Literatuurlijst: volgens APA 7 regels. https://libguides.csudh.edu/citation/apa-7Links to an external site.
Noot: in het schrijfonderwijs in week 3 worden de APA7-regels uitgelegd.



Minimale eisen schrijfopdracht

Als aan n van de minimale eisen niet wordt voldaan, dan ontvang je een NVD (= niet voldaan) als cijfer voor de schrijfopdracht en moet je de opdracht herkansen.

Minimaal 800 en maximaal 1000 woorden (exclusief titelpagina en referentielijst)
In de schrijfopdracht zijn minimaal drie zelf gevonden peer reviewed, wetenschappelijke artikelen, waarvan minimaal n Engelstalig artikel, gebruikt (n voor elk argument in het middenstuk)
In de schrijfopdracht wordt het verband tussen de actuele vraag en de geschiedenis van opvoeding en onderwijs onderbouwd met een bron (uit de verplichte literatuur van het vak);
Het verslag bevat alle vereiste onderdelen: inleiding, middenstuk, conclusie/discussie, literatuurlijst. Gebruik deze betoog als context: Leeftijd in kinderopvang
De kinderopvang is niet meer weg te denken uit de moderne Nederlandse maatschappij. In 2022 bezochten ruim n miljoen kinderen een formele kinderopvang (Nederlands Jeugdinstituut, 2023). Voor vele ouders een rots in de branding, voor andere ouders een manier om eindelijk meer vrije tijd te hebben, de cijfers liegen er niet om: in negen jaar tijd is het aantal kinderen dat naar een kinderopvang werd gestuurd met 74,8% gestegen (Nederlands Jeugdinstituut, 2023). Dat de formele kinderopvang veel ouders een uitkomst biedt is dus duidelijk, maar besteden deze ouders wel genoeg aandacht aan de impact van het gebruik van een kinderopvang op de sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling van hun kinderen? Zouden zij zich meer aan moeten trekken van de afkeurende geluiden die zij misschien weleens horen, over het gevaar dat de -voor hen mogelijk onmisbare- kinderopvang kan vormen voor de ontwikkeling van hun kinderen?
Zo zijn er onderzoeken die beweren dat de kinderopvang negatieve effecten zou hebben op de ontwikkeling en hechting van een kind, wanneer het kind voordat hij of zij drie jaar oud is er naartoe gaat (Haskins, 1985). Een mogelijke oplossing voor dit dilemma zou kunnen zijn om de minimale leeftijd die een kind moet hebben bereikt om gebruik te kunnen maken van een kinderopvang, te verhogen naar drie jaar. Ouders moeten dan wachten tot het kind drie jaar oud is, om het naar een kinderopvang te kunnen sturen.
Agressie
De kinderopvang is in de 21e eeuw enorm populair geworden, maar in de vorige eeuw was de verhouding tussen de ontwikkeling van kinderen en de kinderopvang al het onderwerp van verschillende wetenschappelijke onderzoeken. De kinderopvang komt niet overeen met de ouderwetse rollen waarbij de moeder thuisblijft om haar kinderen te verzorgen, en staat haaks op de visie van filosoof Jean-Jacques Rousseau in mile, ou de l'ducation (Van den Horst et al., 2020). Rousseau liet in zijn werk hoe belangrijk het is voor de opvoeder om een beschermer te zijn; iemand die het kind hoort te beschermen tegen invloeden van buitenaf, terwijl het kind bij de kinderopvang juist wordt opgevoed door een vreemde en er contact plaatsvindt met kinderen met allerlei verschillende karakters en sociaaleconomische achtergronden (Van den Horst et al., 2020).
Een wetenschapper die onderzoek deed naar de effecten van de kinderopvang op het gedrag van een kind, is Schwarz (Haskins, 1985). In 1974 verrichtte hij onderzoek naar het verschil in gedrag tussen vier- vijfjarige kinderen die vanaf een zeer jonge leeftijd en gedurende een periode van gemiddeld zesendertig maanden van hun leven ingeschreven waren geweest bij een kinderopvang, en zij die tot een leeftijd van tussen de drie en vijf jaren thuis zijn verzorgd of door een babysitter, en daarna pas zijn ingeschreven bij de kinderopvang. De twee groepen kinderen werden door leerkrachten en masterstudenten beoordeeld aan de hand van negen pijlers. Hieruit is gebleken dat de eerstgenoemde groep kinderen zich minder coperatief opstelde naar volwassenen, agressiever gedrag vertoonde naar zowel volwassenen als leeftijdsgenoten en fysiek onrustiger was (Haskins, 1985). Dit onderzoek indiceert dus dat het vroegtijdig bij de kinderopvang onderbrengen van kinderen een negatieve invloed kan hebben op het gedrag van het kind, die jaren later nog merkbaar kan zijn. Wanneer de inschrijving bij de kinderopvang uitgesteld wordt tot na het derde levensjaar, lijken deze effecten minder merkbaar of zelfs afwezig te zijn (Haskins, 1985).

Overspannenheid bij pedagogisch medewerkers
Barford en Whelton deden een onderzoek onder pedagogisch medewerkers in de Verenigde Staten (Faulkner et al., 2016). Uit dit onderzoek bleek dat stress bij pedagogisch medewerkers voornamelijk ontstond door moeilijke werkomstandigheden en hoge verwachtingen waaraan zij moesten voldoen. Toen er aan de pedagogisch medewerkers werd gevraagd om deze twee oorzaken toe te lichten, gaven zij aan dat ze veel verschillende, erg uiteenlopende taken hadden en dat de leeftijden van de kinderen te ver uit elkaar lagen. Ze vonden het moeilijk om tegelijkertijd zorg te bieden voor babys en schoolgaande kinderen, omdat kinderen uit verschillende leeftijdscategorien andere soort behoeftes hebben (Faulkner et al., 2016). De combinatie van de hoge werkdruk en ingewikkeldheid van de taken zorgde voor veel uitval binnen de sector van de kinderopvang. Het zorgde er zelfs voor dat veel medewerkers te maken kregen met overspannenheid en/of depressieklachten (Faulkner et al., 2016). Het verhogen van de minimumleeftijd voor inschrijving bij een kinderopvang zorgt ervoor dat de medewerkers minder kinderen hoeven te verzorgen en daarom minder druk ervaren, en het leeftijdsverschil tussen het jongste en het oudste kind verkleind wordt, waardoor ook dat probleem wordt opgelost (Faulkner et al., 2016).



Kinderopvang maakt socialer
Dat kinderen die naar de kinderopvang gaan socialer zouden zijn, is volgens onderzoeker Scarr een ongenuanceerd argument (Lamb et al., 2014). Onwaar is het niet altijd: de in 1984 door hen onderzochte kinderen die tussen hun derde en vierde verjaardag waren ingeschreven bij een kinderopvang, bleken inderdaad sociaal wenselijker gedrag te vertonen jegens leeftijdsgenoten. Echter valt niet hetzelfde te zeggen over de kinderen die vr hun tweede verjaardag al naar de kinderopvang gingen: zij waren juist minder meewerkend, vertoonden agressiever gedrag en waren minder intellectueel competent (Haskins, 1985).
Conclusie
Uit de onderzoeken kunnen we concluderen dat de kinderopvang wel een positieve invloed kan hebben op de ontwikkeling van kinderen, maar dat de leeftijd waarop het kind voor het eerst naar de kinderopvang gaat, een verschil kan maken. Een kind dat pas na het derde levensjaar naar de kinderopvang wordt gestuurd, lijkt op latere leeftijd positieve gevolgen te hebben van deze ervaringen. Kinderen die vr hun derde levensjaar al naar de kinderopvang gaan, lijken juist een verhoogd risico te hebben om later gedrag te gaan vertonen dat door verzorgers en leerkrachten als negatief en agressief wordt gezien (Haskins, 1985).
Bovendien zal het verhogen van de minimumleeftijd om een kind in te kunnen schrijven bij een kinderopvang ook voor de pedagogisch medewerkers goed uitpakken. De werkdruk wordt voor hen minder omdat zij niet meer zoveel kinderen hoeven te verzorgen, die een kleiner leeftijdsverschil hebben met elkaar (Faulkner et al., 2016). Ouders laten wachten totdat het kind drie jaar oud is voordat het ingeschreven kan worden bij een kinderopvang, is dus de ideale oplossing. Dit is niet alleen voor de kinderen die er naartoe gaan, maar ook voor de medewerkers die hen verzorgen.






Referentielijst
Cijfers over kinderopvang | Nederlands Jeugdinstituut. (n.d.). https://www.nji.nl/cijfers/kinderopvang
Faulkner, M., Gerstenblatt, P., Lee, A. Y., Vallejo, V., & Travis, D. J. (2016c). Childcare providers: work stress and personal well-being. Journal of Early Childhood Research, 14(3), 280293. https://doi.org/10.1177/1476718x14552871
Haskins, R. (1985a). Public school aggression among children with varying Day-Care experience. Child Development, 56(3), 689. https://doi.org/10.2307/1129759
Lamb, M. E., Sternberg, K. J., Hwang, C., & Broberg, A. G. (2014). Child care in context: Cross-cultural Perspectives. Psychology Press.
Van der Horst, F., Lucassen, N., Kok, R., & Sentse, M. (2020). Opgroeien in het hedendaagse gezin: inleiding in de gezinspedagogiek. Lannoocampus



. De tekst moet geschreven zijn op het niveau van de Universiteit. De tekst moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. De tekst moet in 1000 woorden geschreven zijn. De stijl van de tekst moet zijn: verklarend.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document