Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: maurorezc - 6 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: Hoofdstuk 3 goederenrecht
Nieuw BW boek 3titel 2
PERSONEN
natuurlijk persoon= persoon van vlees en bloed

Rechtspersoon= rechtssubject dat geen persoon is, wel drager v rechte en plichten, waardoor het kan deelnemen aan rechtsverkeer (bv vennootschap= onderneming= appie,hema)


Lichamelijke goederen= auto, tafel, huis ( goederen die tastbaar zijn)
Onlichamelijke goederen= zakelijk recht, handelszaak, nalatenschap (niet tastbaar)


Roerende en onroerende goederen

Roerend goed= verplaatsbaar (kast, wagen)
Niet altijd alleen verplaatsbaar: staat ook in codex
o Zonnepanelen eerst roerend, vanaf geplaatst onroerend
o Zakelijke rechten, schuldvorderingen zijn roerend
o Aandelen
o Appel aan boom(onroerend), in winkel (roerend). door fictie krijgt het wel al roerend karakter (aka vervroegd roerend goed)

Onroerend goed= niet verplaatsbaar: staat ook in codex
o Bestanddelen van bouwwerken (door incorporatie)
o Gebouw, planten in volle grond
o Machines in fabriek (roerend), worde onroerend door bestemming
o Or als het voorwerp waarop de aanspraak betrekking heeft onroerend is
o Persoonlijke rechten en rechtsvorderingen die aanspraak geven op de (her)verkrijging van een or, zijn or

!!!ALLE GOEDEREN DIE NIET ONROEREND ZIJN AUTOMATISCH ROEREND!!! Art 3.46




Incorporatie houdt in dat een voorwerp duurzaam op een bepaalde plaats blijft en daar is verbonden met de grond, ook als het eenvoudig verplaatsbaar is of zelfs beperkte, functionele bewegingen maakt.



Beke kennen, staat merendeels in codex

Gemene voorwerpen/goederen= behoren tot niemand toe lucht, zee, licht

Vervangbare goederen= computer

Verbruikbare goederen= etenswaren, brandstof

Gebruiksgoederen= auto, meubel

Soortgoederen= bepaald naar maten, getal, gewicht = schilderij op veiling(bepaald goed), kilo bloem in soortzaak

Goederen binnen handel=goederen waarover men een overeenkomst kan sluiten of waarop je vermogensrechte kan hebben verkoop van fiets, huis, auto

Goederen buiten handel= goederen waarover men geen overeenkomst kan sluiten en die niet in het rechtsverkeer kunnen worden opgenomen goederen die deel uit maken van openbaar domein



























Hoofdstuk 5 bijzondere overeenkomsten

Contract vrijheid (5.14)

Welke rechtsregels van toepassing?

Welk soort bijzondere overeenkomst?
koop, huur, ruil, aanneming, lening, lastgeving, dading, bewaargeving,

CASUS DING

1. Wie is de koper , wie is de verkoper?
2. Is het een koopcontract of een consumentenkoop?
3. Is het een professionele verkoper?
4. Is het een consumptiegoed?
5. Is er een conformiteitsgebrek?


KOOP TITEL 4 KOOP (art. 1582 e.v. Oud BW)
2 constitutieve bestanddelen
1. Betaling van de prijs
2. Eigendomsoverdracht
Soorten Koop overeenkomsten.
Zakelijk ten kosteloze titel
Vormelijk onder bezwarende titel
Wederkerig eenzijdig
Consensueel

Geldigheidsvereisten:
1. Toestemming
2. Bekwaamheid (OBW.1594)
3. Voorwerp (OBW.1598, 1599)
4. Oorzaak


Levering (OBW 1604) eigendomsoverdracht!
moet conform zijn

Eigendom = juridische macht (risico)
Levering = feitelijke macht (bezit) = gevolg van de overeenkomst


Niet-nakoming?
= geen levering
= niet-conforme levering
Ingebrekestelling (1610)
Ontbinding of inbezitstelling vorderen (1610)
Schadevergoeding? (1611)

VRIJWARING

In een koopovereenkomst betekent "vrijwaring" dat de verkoper de koper beschermt tegen bepaalde risico's, claims of schulden met betrekking tot het gekochte goed.

a) Vrijwaring voor uitwinning bezit moet vreedzaam en ongestoord blijven
b) Vrijwaring voor gebreken van de verkochte zaak
o Zichtbaar gebrek = gebrek dat men onmiddellijk na de levering door een aandachtig maar normaal gebruik van het goed kan opmerken.
o Verborgen gebrek = gebrek dat niet zichtbaar is.


Wat kan de koper doen verkoper aanspreken binnen korte termijn (1648)
andere mogelijkheden: 1644, 1645

KOPER

De gekochte zaak in ontvangst nemen
In ontvangst nemen Aanvaarding van de goederen
in ontvangst nemen zonder voorbehoud/protest
Geen zichtbare gebreken meer inroepen
Niet-nakoming?
= de koper weigert ten onrechte om de gekochte zaak in ontvangst te nemen
Gedwongen uitvoering
Ontbinding
Schadevergoeding?

De prijs betalen
Niet-nakoming?
Exceptie van niet-uitvoering
Ontbinding
Gedwongen uitvoering
Schadevergoeding?

HOOFDSTUK 6 WET CONSUMENTENKOOP

Verkoper consument

Consumptiegoed

Consumptiegoed moet in overeenstemming zijn met de koopovereenkomst
Conformiteit
In overeenstemming met de reclame die verkoper maakte
In overeenstemming met wat de gemiddelde consument van het product kan verwachten
Verkoper is verantwoordelijk voor de eigenschappen en kwaliteit van de goederen die hij levert
Wettelijke garantie
Niet in overeenstemming? conformiteitsgebrek

Consumptiegoed moet in overeenstemming zijn met de koopovereenkomst Conformiteitsgebrek.
Aandachtspunt: art. 1649ter 8 Oud BW
Garantietermijn : 1649quater oranje
2 jaar
Uitzondering: 1649quater groen
Manifestatie binnen 2 jaar vanaf de levering? Vermoeden gebrek al bestond bij de levering!
Aandachtspunt: de verkoper kan bovenop de wettelijke garantie (2 jaar) ook een commercile garantie aanbieden
Bijkomende/extra garantie


HOOFDSTUK 7: HUUR

1. Het genot van een zaak verschaffen
2. De betaling ven een prijs


Woninghuurwet foto





Verplichtingen van de verhuurder (1724)
1. Het verhuurde goed leveren
2. Het goed onderhouden
3. Het rustig genot verschaffen

Verplichtingen van de huurder (1728)
1. Het goed gebruiken als een goed huisvader en volgens de bestemming
Niet-nakoming? = voor een ander gebruik
2. De huurprijs betalen
1. Huurprijs
2. Kosten en lasten
3. 1x/huurjaar: indexatie
3. Het goed teruggeven (1731)
Omstandige plaatsbeschrijving

HOOFDSTUK 8 HANDELSHUURWET
Duur: minimum 9 jaar
Opzegging:
o Huurder (derde lid)
o Verhuurder (vijfde lid)
o Beide (vierde lid)

Huur prijs; p862 nr 6 15 t.h. staat voor = staat ongeveer voor % ofz dus pakt 15%

HOOFDSTUK 9 ?
KORTETERMIJNHANDELSHURRCONTRACT
Vlaams pop-updecreet! p 1082 !

huur van werk
architect= staat in voor: conceptie van project, opmaken v plannen, uitoefenen van toezicht
aannemer= werke materieel uitvoeren, volgens planne architect, volgend regels van de kunst
Oplevering
= rechtshandeling waarbij de bouwheer (= opdrachtgever) de werken goedkeurt
Grote werken? Dubbele oplevering
Voorlopige oplevering: voltooiing van de werken vaststellen
Zichtbare gebreken!
Definitieve oplevering: min. 1 jaar na de voorlopige oplevering

Tienjarige aansprakelijkheid
Stevigheid gebouw in gevaar
Architect/aannemer: verzekering
Art 1792 oud BW
. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 15.

Antwoord rapporteren