Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: weesdijk55 - 4 weken geleden

Leg mij uitgebreid het volgende onderwerp uit: kun je de verbeterpunten die onderaan worden aangegeven uitwerken en verwerken in de tekst ?:

Inleiding

Het afgelopen jaar heb ik stage gelopen in de onderbouwunit van Montessorischool Griffensteyn in Zeist. Deze school, met een populatie van 210 leerlingen, maakt deel uit van een cluster van drie Montessorischolen en een reguliere school in Doorn. Deze vallen onder n clusterdirecteur en vier schoolhoofden. De school is onderverdeeld in drie units: onderbouw, middenbouw en bovenbouw, met daarnaast twee hoogbegaafdenklassen (MB en BB). De school bevindt zich in de wijk Griffensteyn en heeft een zeer diverse populatie.

De kernwaarden van de school zijn zelfsturend leren, autonomie en samenwerking. De onderliggende overtuiging is dat kinderen veel zelf kunnen en tot veel in staat zijn. "WereldKidz Montessori Griffensteyn biedt modern en toekomstbestendig onderwijs gebaseerd op de ideen van Maria Montessori. Hun missie is het stimuleren van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid bij kinderen. De visie benadrukt het natuurlijke streven naar zelfontplooiing. Kernwaarden zoals zelfstandigheid, vertrouwen in het kind en keuzevrijheid vormen de basis van het onderwijs" (WereldKidz, 2023-2024).

De school heeft drie kernambities: burgerschap, digitale geletterdheid en talentontwikkeling. Burgerschap is gentegreerd in het curriculum via de Kanjertraining en wereldorinterende vakken. Talentontwikkeling wordt gestimuleerd door een veilige omgeving te bieden waarin kinderen veerkracht en een positief zelfbeeld ontwikkelen. Het onderwijs is ingedeeld in vijf onderwijsarrangementen, varirend van intensieve begeleiding tot voltijds onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Er wordt gebruikgemaakt van zowel traditionele Montessori-materialen als moderne technologien, zoals tablets en Chromebooks. Het doel is om kinderen te laten leren op hun eigen tempo en niveau, met aandacht voor individuele behoeften en talenten.

Op Montessori Griffensteyn worden kinderen in units ingedeeld op basis van leeftijd en leerbehoeften. Elke unit heeft twee basisruimtes en biedt ruimte voor zelfstandig werken met Montessorimateriaal, individuele verwerkingsopdrachten op tablets en groepswerk aan projecten. In de onderbouw (leerjaar 1 en 2) wordt spelen en werken gecombineerd, waarbij kinderen zichzelf leren organiseren en ontwikkelen op hun eigen tempo en niveau, en leren hoe ze hun werk, tijd en materialen kunnen organiseren.

De kinderen in mijn stageklas zitten in een onderbouwunit die bestaat uit twee basisgroepen. De Engelse les wordt n keer in de twee weken gegeven in gecombineerde groepen 1 en 2. De kinderen krijgen vanaf leerjaar 1 Engelse les. De school gebruikt een aanpak waarbij muziek de basis vormt voor het leren van de Engelse taal, gericht op spreken, schrijven, lezen en zingen. De lessen bieden differentiatiemogelijkheden zodat er kan worden aangesloten bij de onderwijsbehoefte van de kinderen (Wereldkidz, 2023-2024).

### Theorie versus Praktijk

De kinderen in mijn stageklas hebben veel plezier in de lessen uit de methode. Deze lessen worden om de week op woensdag gegeven en duren gemiddeld 40 60 minuten. Na eigen ervaring en gesprekken met mijn praktijkopleider en collegas, is het de bedoeling dat de lessen zoveel mogelijk aansluiten bij het IPC-thema. Doordat er dan ongeveer zes weken aan het thema wordt gewerkt, kan het geleerde uit de Engelse lessen ook spontaan worden toegepast op andere momenten, wat zorgt voor meer enthousiasme en een betere beklijving van de taal.

### Methode

De school gebruikt de methode Groove.me van Blink. Deze methode is al te gebruiken vanaf groep 1. De methode motiveert en daagt leerlingen uit door gebruik te maken van (pop)muziek. Tijdens de lessen komen alle vaardigheden aan bod: luisteren, lezen, spreken en schrijven. In de onderbouw worden de lessen klassikaal vanuit het digibord gegeven en de leerlingen leren het nieuwe taalmateriaal van receptief naar productief. Doordat de lessen aansluiten bij het thema van het moment, wordt de stof op verschillende manieren verwerkt. De themas waar de kinderen tijdens de Engelse lessen mee bezig zijn geweest, gingen over het menselijk lichaam, school en eten en drinken. Zo hebben zij verschillende woorden geleerd, waaronder: head, hair, nose, hand, ear, finger, eye, mouth, arm, teeth, book, chair, table, teacher, window, door, guitar, classroom, 1-10, picnic, bread, apple, banana, orange, pear, pizza, pancakes, juice, milk, sweets.

### Klassituatie

De klas bestaat uit 48 leerlingen. Er heerst een fijne sfeer. Op school wordt veel aandacht besteed aan het creren van een harmonische en veilige klasomgeving. Voor de kinderen is er ruimte om open en eerlijk met elkaar te spreken en tijdens de Kanjerlessen worden verschillende situaties besproken waar kinderen in de klas of op het schoolplein mee geconfronteerd kunnen worden. De klas is gewend om met elkaar samen te werken en te spelen. Zij mogen zelf kiezen met wie ze samenwerken, hoewel dit soms licht wordt bijgestuurd door de leerkracht. In de klas zijn de kinderen gewend dat de leraar niet Engels als doeltaal/voertaal gebruikt, maar afwisselend Engels en Nederlands spreekt.

### Lesverantwoording a.d.h.v. Didactiek

Het lesontwerp voor de Engelse lessenserie is gebaseerd op de beginsituatie, beschreven in het voorgaande hoofdstuk, en de kerndoelen en leerlijnen van SLO (SLO, 2020). De leerlijn vervroegd EIBO wordt aangehouden omdat er n keer in de twee weken Engels wordt gegeven op Montessori Griffensteyn vanaf groep 1. Om onder een VVTO-school te vallen, moet je voldoen aan minimaal n uur Engels per week (Bodde-Alderlieste & van Mulligen, 2022).

In mijn lessenserie sluiten de doelen aan bij de doelen van Blink Engels groep 1-4. Deze doelen sluiten aan bij de kerndoelen Engels voor het basisonderwijs zoals deze in opdracht van het ministerie van OCW zijn opgesteld door het SLO (SLO, 2020). Voor de groepen 1-4 zijn vooral kerndoelen 13 en 14 van belang:

**Kerndoel 13:** De kinderen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten.

**Kerndoel 14:** De kinderen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal.

Blink Engels heeft in lijn met kerndoelen 13 en 14 de volgende doelen geformuleerd voor groep 1/2:
- De kinderen ontwikkelen een positieve houding ten opzichte van het leren van het Engels. De activiteiten sluiten aan bij de ontwikkelingsfase van de kinderen.
- De kinderen ontwikkelen een luisterhouding waarin ze door visuele ondersteuning op een natuurlijke manier steeds meer van het aangeboden Engels begrijpen.
- De kinderen ontwikkelen een positieve houding ten aanzien van het spreken in het Engels.

In de onderbouw leren kinderen Engels voornamelijk receptief, waarbij ze luisteren en nazeggen zonder zelf te hoeven spreken of antwoorden te geven. Het is belangrijk de kinderen aan te moedigen om iets te zeggen, maar kinderen die eerst een 'stille periode' doormaken moeten niet gepusht worden om te spreken. Halverwege groep 2 kan er meer nadruk gelegd worden op het zelf produceren van taal.

De voorgaande themas die aan bod zijn geweest zijn: eten & drinken, school en het menselijk lichaam. Uit een gesprek met mijn praktijkopleider kwam naar voren dat het volgende IPC-thema zand en water zal zijn. Omdat het belangrijk is om een thema te kiezen dat in de belevingswereld van de kinderen past, heb ik ervoor gekozen om mijn lessen hierop te laten aansluiten en als thema het strand te kiezen.

### Didactiek van het Vierfasenmodel voor Engels

Het vierfasenmodel is een didactische aanpak die vaak wordt gebruikt bij het leren van vreemde talen, waaronder Engels. Dit model helpt leraren om de lesstof gestructureerd en effectief aan te bieden, zodat leerlingen stap voor stap hun taalvaardigheden kunnen ontwikkelen (Bodde-Alderlieste & van Mulligen, 2022). De vier fasen bestaan uit:

1. **Introductiefase**
- Het belangrijkste doel van de introductiefase is de leerlingen bekend te maken met het nieuwe thema en de taal die ze gaan leren. De leerlingen oefenen nog niet met de nieuwe stof, maar laten zien en horen wat ze al weten over het thema (Bodde-Alderlieste & van Mulligen, 2022). Middels het bespreken van een praatplaat heb ik de voorkennis van de kinderen geactiveerd. Ik heb me verkleed als vakantieganger en ik introduceer nieuwe woorden zoals "zand", zomer, "zee", "schelp", "zwemmen", "zon", "vis" en "zonnebril" met behulp van de inhoud van de tas. Ik laat de voorwerpen een voor een zien en gebruik er gebaren bij, zoals bijvoorbeeld het zwemmen van de vis bij het tonen van een speelgoedvis.

2. **Inputfase**
- Vanaf de inputfase spreek ik zoveel mogelijk in het Engels (doeltaal = voertaal). Dit laat ik zien aan de kinderen met het Engelse woordenboek. Als het Engelse woordenboek ligt, praat ik in het Engels. Heb ik het in mijn hand, dan praat ik in het Nederlands. Tijdens deze fase bied ik nieuwe taal aan en laat ik ze dit verwerken. Deze fase is te vergelijken met de stille periode bij moedertaalverwerving. De kinderen hoeven nog niet te kunnen spreken of vragen te kunnen beantwoorden. Ze maken een stille periode door en zullen in het Engels gaan (terug) spreken als ze daaraan toe zijn. Daarom heb ik tijdens deze fase receptieve opdrachten ontworpen. De inputfase komt aan bod tijdens de eerste en tweede les van de lessenserie. De volgende opdrachten worden dan uitgevoerd:
- De kinderen herhalen de woorden die ik heb gentroduceerd en doen de bijbehorende gebaren na wanneer ik een flashcard met een afbeelding van het woord laat zien en het woord uitspreek in het Engels. Ze doen bijvoorbeeld een golf na of het zwemmen van een vis.
- Daarna luisteren de kinderen naar een liedje en kijken naar mijn gebaren die ik erbij maak. Ik vraag aan de kinderen of ze weten wat er allemaal is gezongen en vraag dan of de kinderen nu ook meedoen met het zingen van het liedje en vraag of ze ook de bewegingen mee kunnen doen.
- Met een flashcard-koppelspel verspreiden de kinderen zich en zoeken ze de flashcard met hetzelfde woord als ik n van de nieuwe woorden opnoem.
- In les 2 doen de kinderen aan Strand Gymnastiek en combineer ik Engelse woorden met fysieke oefeningen die de kinderen doen alsof ze op het strand zijn. Als ik bijvoorbeeld zeg, "swimming in the sea", zwemmen de kinderen met een zwembeweging met hun armen of springen de kinderen in de golven.
- Ook laat ik de kinderen een vis of een schelp in het zand tekenen in de zandbak. Ook gebruiken de kinderen de bak met schelpenzand, waar we normaal gesproken letters schrijven in oefenen, als ik in het Engels vraag of ze een vis of een schelp kunnen tekenen.

3. **Oefenfase**
- Het doel van de oefenfase is de leerlingen te laten oefenen met de nieuwe stof: met gesloten tot half gesloten oefeningen en van receptieve opdrachten, via reproductieve opdrachten naar productieve activiteiten. Dit oefenen gaat op een speelse manier doordat ik een tafeltje met een mini-strand heb gemaakt waar de kinderen een korte scne mee kunnen oefenen. Ze kunnen bijvoorbeeld zeggen: "Lets go swimming", "Where is the suncream?", "Do you see the shell?", "The sun is shining?", "Look, there is the sea!" Ook wordt een plaatjes domino gespeeld en de kinderen met de kaart die ik noem, leggen hun kaart aan.

4. **Transferfase**
- Tijdens de transferfase worden de kinderen met vrije opdrachten voorbereid op de stap van communiceren in het Engels in de school naar communiceren in het Engels buiten school. De kinderen gaan een rollenspel doen in tweetallen en gebruiken hierbij de geleerde woorden en noties. Tijdens dit rollenspel spelen ze een scne die zich afspeelt op het strand. Wie durft en wil mag dit uiteindelijk voor in de klas gaan doen. De kinderen mogen de flashcards gebruiken ter ondersteuning van het gesprek en voor de klas mogen ze ook de strandtas met strandspullen gebruiken om een scne mee te spelen. De kinderen die al wat meer gevorderd zijn, mogen een variatie aanbrengen door woorden of items uit de vorige lessen te gebruiken en kunnen een uitgebreider gesprek voeren als uitdaging.

### Algemeen

Wanneer ik Engels spreek in de les, gebruik ik de volgende zinnetjes in het Nederlands in fase 1 en in het Engels in fase 2, 3 en 4:
- Listen to the song. Luister naar het lied.
- Which words did you hear? Welke woorden heb je gehoord?
- Do you know what this is? Weet je wat dit is?
- Whos next? Wie is de volgende?
- Who wants next? Wie wil er nu?
- Who can help?
- One more time, please.
- Say it again, please.
- Compliment: Well done!
- Its time to finish.

### Communicative Language Learning (CLL)

Communicative Language Learning is een benadering van taalonderwijs die de nadruk legt op communicatie als het primaire doel van taalonderwijs. De belangrijkste uitgangspunten van CLL zijn:

1. **Authentieke Communicatie**: Taal wordt geleerd door middel van echte, betekenisvolle communicatie.
2. **Interactie**: Leerlingen leren door te interageren met elkaar en met de leraar.
3. **Functionaliteit**: De taalactiviteiten zijn functioneel en relevant voor de leerlingen.
4. **Contextualisatie**: Taal wordt geleerd in context, waarbij de betekenis van woorden en zinnen duidelijk is door de situatie waarin ze worden gebruikt.
5. **Leerlinggerichtheid**: De behoeften en interesses van de leerlingen staan centraal.

### Vierfasenmodel en CLL

#### 1. Introductiefase

**Activiteiten**:
- **Voorbeeldactiviteit**: Het bespreken van een praatplaat om de voorkennis van de kinderen te activeren.
- **Verkleden als vakantieganger**: Introduceer nieuwe woorden zoals "zand", zomer, "zee", "schelp", "zwemmen", "zon", "vis" en "zonnebril" met behulp van de inhoud van een strandtas. Laat de voorwerpen een voor een zien en gebruik gebaren.

**Toelichting**:
In de introductiefase wordt de voorkennis van de leerlingen geactiveerd en worden ze bekend gemaakt met het nieuwe thema. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van CLL door gebruik te maken van authentieke communicatie en contextualisatie. De leerlingen zien en horen de nieuwe woorden in een relevante context (de strandtas), wat de betekenis duidelijk maakt.

#### 2. Inputfase

**Activiteiten**:
- **Flashcards en gebaren**: Laat de kinderen de nieuwe woorden herhalen en de bijbehorende gebaren nadoen.
- **Liedje en gebaren**: Laat de kinderen luisteren naar een liedje en de gebaren nadoen.
- **Flashcard-koppelspel**: Laat de kinderen de flashcard met hetzelfde woord zoeken als jij een woord opnoemt.
- **Strand Gymnastiek**: Combineer Engelse woorden met fysieke oefeningen.
- **Tekenen in de zandbak**: Laat de kinderen een vis of een schelp tekenen in de zandbak.

**Toelichting**:
In de inputfase wordt nieuwe taal aangeboden en verwerkt. Deze fase is te vergelijken met de stille periode bij moedertaalverwerving. De kinderen hoeven nog niet te spreken, maar ze worden blootgesteld aan de nieuwe taal in een begrijpelijke context. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van CLL door gebruik te maken van interactieve en functionele activiteiten.

#### 3. Oefenfase

**Activiteiten**:
- **Mini-strand scne**: Laat de kinderen korte zinnen oefenen met behulp van een mini-strand.
- **Plaatjesdomino**: Laat de kinderen een plaatjesdomino spelen waarbij ze de kaart moeten leggen die jij noemt.

**Toelichting**:
In de oefenfase gaan de leerlingen actief oefenen met de nieuwe taal. Dit gebeurt op een speelse en interactieve manier, wat aansluit bij de uitgangspunten van CLL. De activiteiten zijn functioneel en relevant, en de leerlingen interageren met elkaar en met de leraar.

#### 4. Transferfase

**Activiteiten**:
- **Rollenspel**: Laat de kinderen een rollenspel doen in tweetallen waarbij ze een scne spelen die zich afspeelt op het strand. Gebruik flashcards en de strandtas als ondersteuning.
- **Presentatie**: Laat de kinderen die dat willen hun rollenspel voor de klas uitvoeren.

**Toelichting**:
In de transferfase worden de leerlingen voorbereid op het gebruik van de nieuwe taal buiten de school. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van CLL door de leerlingen te laten communiceren in een authentieke en betekenisvolle context. Het rollenspel en de presentatie stimuleren de leerlingen om de nieuwe taal op een functionele manier te gebruiken.

### Eindactiviteit

De eindactiviteit van de lessenserie is het rollenspel waarin de kinderen een scne spelen die zich afspeelt op het strand. Deze activiteit is betekenisvol omdat het de leerlingen de kans geeft om de nieuwe taal in een realistische en relevante context te gebruiken. Het rollenspel sluit aan bij de uitgangspunten van CLL door authentieke communicatie, interactie, functionaliteit, contextualisatie en leerlinggerichtheid te bevorderen.

### Conclusie

Het vierfasenmodel biedt een gestructureerde en effectieve manier om Engelse lessen te ontwerpen en uit te voeren. Door de activiteiten en eindactiviteit betekenisvol te maken en de uitgangspunten van Communicative Language Learning toe te passen, kunnen leraren de taalvaardigheden van hun leerlingen op een natuurlijke en interactieve manier ontwikkelen. De lessenserie wordt niet alleen gestructureerd en effectief, maar ook creatief en betekenisvol, met duidelijke herkenning van de vier fasen van het didactische model.

### Verbeterpunten

Hoewel de tekst gedetailleerd en informatief is, zijn er enkele punten die verbeterd kunnen worden:

1. **Structuur en Overzichtelijkheid**:
- Voeg tussenkopjes toe om de tekst beter te structureren en de leesbaarheid te verbeteren.
- Maak gebruik van opsommingstekens en genummerde lijsten om belangrijke punten te benadrukken.

2. **Diepgang en Analyse**:
- Verdiep de analyse van de methoden en de theorien die worden gebruikt. Bespreek bijvoorbeeld de wetenschappelijke basis van het vierfasenmodel en CLL.
- Voeg meer voorbeelden en casestudies toe om de praktijkervaringen te illustreren.

3. **Bronvermelding**:
- Zorg voor een consistent en volledig bronverwijzingssysteem. Voeg bijvoorbeeld paginanummers toe bij citaten en zorg voor een volledige bibliografie aan het einde van de tekst.

4. **Taal en Stijl**:
- Vermijd herhaling en zorg voor variatie in de zinsstructuren.
- Controleer de tekst op grammatica
De uitleg moet geschreven zijn op het niveau van de Universiteit.

Antwoord rapporteren