Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: Rosa Benya - 1 week geleden

Herschrijf de volgende tekst: Presentie
K is een vrouw van 50 jaar oud en zij is vanaf 18e levensjaar al verslaafd aan alcohol. Naast haar alcoholverslaving is K in het verleden ook mishandeld. Paar jaar geleden is K afkickt van haar verslaving. Na het afkicken kreeg K een relatie ging samenwonen. Het samenwonen ging de eerste 2 jaar goed, na die 2 jaar begon de relatie met haar vriend niet zo goed meer te lopen, de oorzaak hiervan is dat K zijn baan verloor, zij kwam thuis te zitten, en zij deed niks werd ze depressief. hierdoor ontstonden veel ruzies thuis, haar vriend heeft haar psychisch als fysiek mishandeld. Misdoor huiselijk geweld heeft K besloten om van huis weg tegaan. Ze is eerste paar weken bij een vriendin gelogeerd, omdat het duidelijk werd dat K niet meer terug kan naar haar huis, de vriendin heeft ze de vrouwenopvang benaderd voor opvang voor K, wegens huiselijk geweld. K is terecht gekomen in de vrouwenopvang. gedurende het verblijf in de vrouwenopvang heeft K psychische hulp gekregen van de psycholoog voor het werken van de psychisch geweld.
K heeft, na een jaar, eindelijk een huis toegewezen gekregen. Dit houdt in dat K binnen kort de opvang gaat verlaten en zich voor moet bereiden op een verhuizing en een zelfstandig leven ( zie bijlage 5 voor de verwerkingsopdracht). Bij een nieuw huis komen, naast de verhuizing en het klussen, ook allerlei regelzaken kijken. Zo moest K overstappen van huisarts, aangezien zijn huidige huisarts te ver van zijn nieuwe woning vandaan is. Online startte K zijn zoektocht naar een nieuwe huisarts, maar gaandeweg kwam K erachter dat zij niet overweg kon met een computer, ofwel het internet. Dit maakte dat zij na 5 minuten gerriteerd en boos bij mij aan het kantoor stond. Door rusig naar K te luisteren en haar te kalmeren paste ik traagheid (Vosselman & Van Hout, 2016) toe in haar gedrag. Nadat K gekalmeerd was stelde ze mij de vraag of ik voor haar online een huisarts kon uitzoeken. Echter vond ik dit niet de juiste oplossing. Op het moment dat K namelijk op zichzelf woont moet zij ook zelfstandig tot een oplossing zien te komen. Het zelfstandig komen tot een oplossing en /of verder kijken naar andere mogelijkheden draagt bij aan de duurzaam werking van handelen. Om die reden nam ik K even apart, waarna ik het gesprek met haar aanging. Tijdens dit gesprek stelde ik mij nieuwsgierig op en nam ik een open socratische houding aan (Ontwerp, 2019). Dit deed ik bewust aangezien ik samen met K hardop wilde nadenken om tot een gepaste oplossing te komen. Ik stelde K diverse vragen zoals wat zou je nog meer kunnen proberen? en wat betekent doorzettingsvermogen voor jou?. Door het stellen van deze vragen hoopte ik dat K wat gerichter na ging denken en tot nieuwe ideen kwam. mijn socratische houding wilde ik voornamelijk ook present (Baart, 2000) zijn. Gedurende het gesprek nam ik een rustig houding aan en luisterden ik aandachtig naar de antwoorde van K. deze antwoorden vatten ik samen, waarna ik doorvroeg (Geenen, 2019). Dit zorgde ervoor dat K zich begrepen en gehoord voelde. Echter was K nog een beetje aan mopperen tijdens het gesprek, waardoor ik besloot om mijn ervaringskennis (Vosselman & Van Hout, 2016) in te brengen. Het delen van mijn ervaringskennis zorgde ervoor dat K begreep waarom ik haar niet ging helpen. Naast bewustwordingsmoment zorgde mijn ervaringskennis ook voor erkenning en een gevoel van gelijkwaardigheid. Dit bracht tevens ook vertrouwen met zich mee, wat onze verduurzaamde (Voselman Van Hout, 2016). Na enkele minuten kreeg het gesprek, tot mijn verbazing, een abrupte wending. K zijn stemming sloeg van rustig en begripvol om naar boos en agressief. K schreeuwde met ik wil snel geholpen worden! en verliet vervolgens het kantoor. op dat moment besloot ik om K de ruimte te geven om te kalmeren, waarna ik na twee uur even polshoogte ging nemen. Dit deed ik bewust, omdat ik K wilde laten zien dat ik , ondanks zijn gedrag en agressie, er voor hem wilde zijn. Hiermee verduurzaam ik ook de client-hulpverlener relatie. K waardeerde dit erg en bood zijn excuus aan.
In de eerste instantie dacht ik dat mijn gesprek en mijn manier van bevragen niks had opgeleverd, aangezien K alsnog boos het gesprek verliet. Achteraf bleek zijn frustratie doorslaggevend te zijn. K is namelijk een dag later zelfstandig op pad gegaan. K is in de buurt van zijn nieuw woning naar de apotheek gefietst, waar hij om de adressen van de dichtstbijzijnde huisartsen heeft gevraagd. Aan de hand van deze adressen is het K gelukt om een geschikte huisarts te vinden. K staat teven ook al ingeschreven bij deze huisarts! Vol trots kwam K terug naar kantoor, waar hij mij als eerste het goede bericht vertelde. Dit bevestigde niet alleen mijn manier van handelen, maar ook onze client-hulpverlener relatie.
De reflectie, de feedback en eventuele kwaliteiten en leerpunten zijn opgenomen in het verwerkingsverslag (zie bijlage 5).
. De tekst moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. De tekst moet in onbeperkt aantal woorden geschreven zijn.

Antwoord rapporteren