Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: frandebaillie - 2 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: 3.1
ANATOMIE VAN HET VROUWELIJK GESLACHTSSTELSEL
Het vrouwelijk geslachtsstelsel is opgebouwd uit 2 eierstokken (ovaria), 2 eileiders (tubae uterinae), de baarmoeder
(uterus), de vagina (nodig voor copulatie), externe geslachtsdelen en de borstklieren (mammae).
97
3.1.1
De eierstokken (ovaria)
De ovaria vormen bij de vrouw het equivalent van de testes bij de man. In de ovaria gebeurt de ogenese, de vorming van
rijpe eicellen (ocyten). Daarnaast zijn de ovaria ook verantwoordelijk voor de productie van de vrouwelijke
geslachtshormonen (oestrogenen en progesteron) en voor de productie van inhibine en relaxine.
98
3.1.2
De eileiders (tubae uterinae)
De eileiders zorgen voor het transport van de eicel naar de baarmoeder. Dit transport is mogelijk dankzij: - -
De beweging van trilharen op het epitheel van de eileiders.
Peristaltische tonuswijzigingen van de gladde spiercellen van de eileiders.
De bevruchting van een eicel door een zaadcel vindt reeds plaats tijdens het transport van de eicel in de eileiders.
3.1.3
De baarmoeder (uterus)
De uterus is een holle spier waarin een embryo zich kan ontwikkelen. De uterus is peervormig en kan onderverdeeld worden
in 3 delen: de fundus, het lichaam (corpus) en de hals (cervix).
De wand van de uterus bestaat uit 3 lagen. Van buiten naar binnen bevinden zich: - - -
Het perimetrium: maakt in feite deel uit van het visceraal peritoneum (buikvlies).
Het myometrium: bestaat uit gladde spiercellen die kunnen contraheren, onder andere onder invloed van
oxytocine bij de bevalling.
Het endometrium: een sterk gevasculariseerde laag die bestaat uit:
o De stratum basalis: deze laag is permanent aanwezig en uit deze laag groeit telkens opnieuw de
stratum functionalis.
o De stratum functionalis: deze laag bekleedt de uterusholte, evolueert sterk tijdens de cyclus en wordt
bij de menstruatie uitgescheiden. Bij zwangerschap is het de innestelingsplaats voor de bevruchte eicel.
Een uitgezakte uterus (uterusprolaps) is het gevolg van een verzwakking van de ondersteunende ligamenten en de spieren
ter hoogte van de pelvis. Het is geassocieerd met hogere leeftijd, traumatische vaginale bevalling, chronische stress door
hoesten of moeilijke stoelgang, en met tumoren in de pelvis. De uitzakking wordt als mild beschouwd als de
baarmoederhals in de vagina blijft, maar is ernstig als de baarmoederhals naar buiten puilt langs de vagina. Behandeling
berust op spieroefeningen van de bekkenbodem, dieet bij patinten met overgewicht, verzachten van de stoelgang om
tijdens de defecatie het drukken te verminderen, plaatsen van een ring rond de baarmoederhals of chirurgie.
Chirurgisch verwijderen van de uterus (hysterectomie) is de meest voorkomende gynaecologische ingreep. Het is
aangewezen bij endometriose (cf. infra), ontstekingen in de pelvis, steeds terugkomende ovarile cysten, sterke
uterusbloedingen, baarmoederhalskanker of kanker van de ovaria. Mogelijke vormen van hysterectomie zijn: - - -
Partile hysterectomie: de baarmoederhals wordt niet verwijderd.
Complete hysterectomie: baarmoederhals en corpus worden verwijderd.
Radicale hysterectomie: corpus, baarmoederhals, eileiders, ovaria, bovenste deel van de vagina, lymfeknopen en
steunstructuren (bv. ligamenten) uit de pelvis worden verwijderd.
99
Mede dankzij een goed screeningsprogramma behoort baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom) niet tot de top 10 meest
voorkomende kankers bij Belgische vrouwen. In de meeste gevallen is baarmoederhalskanker het gevolg van een
besmetting met het humaan papillomavirus (HPV) dat in geval van een chronische infectie kan leiden tot precancereuze
letsels en uiteindelijk kanker. Sinds enkele jaren worden daarom tienermeisjes gevaccineerd tegen HPV. Het vaccin biedt
slechts ongeveer 70% bescherming. Vandaar dat een gynaecologisch onderzoek met afname van een uitstrijkje elke 3 jaar
nog steeds geadviseerd wordt vanaf seksueel actieve leeftijd (voor vrouwen van 25 tot en met 64 jaar) om vroegtijdig
precancereuze letsels op te sporen.
3.1.4
De vagina en externe geslachtsdelen
De vagina is een buisvormige structuur die de uterus verbindt met de vulva, het buitenste deel van de vrouwelijke
geslachtsorganen. De vagina is zeer rekbaar en ter hoogte van de ingang is de vagina bij een maagd soms afgesloten door
het hymen (maagdenvlies), dat beschadigd wordt bij seksueel contact. De vulva omvat: - - -
3.1.5
De mons pubis (schaamheuvel): hier treedt beharing op tijdens de puberteit.
De labia majora en minora (grote en kleine schaamlippen): dit zijn huidplooien die de opening van de urethra en
de vagina omsluiten. Daarnaast omsluiten ze ook de uitgang van de klieren van Bartholin, die slijm produceren
om de vagina te bevochtigen waardoor seksueel contact soepeler verloopt.
De clitoris (kittelaar): in aanleg hetzelfde orgaan als de penis bij de man. De glans is het enig zichtbaar gedeelte
en net zoals de penis bevat de clitoris zeer veel bloedvaten en zenuwen, zodat deze ook kan opzwellen bij
stimulatie.
De borstklieren (mammae)
100
De borstklieren ontwikkelen bij vrouwen bij het begin van de puberteit onder invloed van de geslachtshormonen
(oestrogenen en progesteron). De borstklieren bestaan uit melkklieren en vetweefsel.
Iedere borstklier bevat een 20-tal lobben, die elk bestaan uit nog kleinere eenheden, de lobulen met melksecreterende
klieren: de alveolen (in de vorm van een druiventros). De melk gesecreteerd door deze klieren wordt opgestapeld in
melksinussen. Onder invloed van het oxytocine stroomt de melk naar een 20-tal melkgangen in de tepel. De tepel is
omgeven door de bruine areola (tepelhof), dat pigment en talgklieren bevat.
De melkproductie en de melkejectie staan beide onder hormonale controle: - -
Prolactine: De concentratie van dit hormoon in het bloed stijgt zeer sterk naar het einde van de zwangerschap
toe. Na de geboorte wordt de vrijstelling van prolactine bij de moeder gestimuleerd via mechanische stimulatie
van de tepels wanneer de baby zuigt. Dit zorgt voor een continue productie en beschikbaarheid van melk. Bij een
langdurige zoogperiode wordt de melk zelfs geproduceerd bij een normale prolactineconcentratie in het bloed.
Oxytocine: Dit hormoon wordt via een reflex vrijgesteld bij het zuigen. Het lokt melkejectie uit door contractie
van myo-epitheliale cellen rond de alveolen.
De normale melkproductie komt slechts op gang 2 3 dagen na de bevalling (partus). De eerst dagen wordt colostrum
gevormd. Colostrum bevat minder vet en lactose, en is dus minder voedzaam dan de normale melk. Anderzijds is het
colostrum (zoals moedermelk) rijk aan antilichamen, die de baby tijdens de eerste levensmaanden beschermen. Dit is een
belangrijk voordeel van moedermelk (cf. supra) op kunstmelk (geadapteerde koemelk of sojamelk). Verschillende
lichaamsvreemde stoffen (o.a. geneesmiddelen) kunnen gesecreteerd worden in moedermelk. Vrouwen die borstvoeding
geven dienen daarom voorzichtig om te springen met medicatie.
Indien lactatie ongewenst is, kan deze postpartum geremd worden door het toedienen van centraal werkende dopamine
agonisten. Deze blokkeren de vrijstelling van prolactine door de hypofyse.
De borst van de vrouw is zeer vatbaar voor cysten en tumoren. Bij fibrocystische ziekte, de meest voorkomende oorzaak
van borstknobbeltjes, komen 1 of meerdere cysten (met vloeistof gevulde zakjes) en verdikte alveolen (clusters van melk
secreterende cellen) tot ontwikkeling. Deze toestand, die voornamelijk voorkomt bij vrouwen tussen 30 en 50 jaar, is
waarschijnlijk het gevolg van een relatieve overmaat van oestrogenen of een deficintie van progesteron in de
postovulatoire fase. Fibrocystische ziekte leidt gewoonlijk tot knobbelige, gezwollen en gevoelige borsten een week voor
de start van de menstruatie.
Borstkanker (mammacarcinoom) is nog steeds de meest voorkomende kanker bij vrouwen in Belgi (cf. Pathofysiologie I).
Er zijn verschillende vormen van borstkanker waarbij enkele gelinkt zijn aan overerfbare genetische mutaties. Net zoals
voor baarmoederhalskanker voorziet de Vlaamse overheid een screeningsprogramma voor vrouwen van 50 tot en met 69
jaar, waarbij geadviseerd wordt om elke 2 jaar een mammografie uit te voeren om vroegtijdig maligniteiten op te sporen.. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 30.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document