Anke Van Sande
Inleiding Integrale Veiligheid
INLEIDING
OBJECTIEVE CRIMINALITEITSCIJFERS
Wat zien we op de grafiek?
2011: hoogste punt, het meest criminele jaar.
2019: aantal geregistreerde feiten bleef stabiel tegenover 2019, maar op langere termijn is een dalende
trend merkbaar. Tegenover 2011 is er een daling van ongeveer 17%.
Na 2011 vond er een crime drop plaats (ook internationaal). Enkele mogelijke verklaringen:
Security hypothese: verhoogde inbraakpreventie, meer gebruik van camera’s, meer politie en militairen
op straat,… maken het moeilijker om misdrijven te plegen.
Daling aangiftebereidheid.
Evoluerende politiestrategieën.
Betere bescherming van de eigendommen.
Er vind een opvallende verschuiving plaats van offline naar online criminaliteit. Dit is al enkele jaren bezig, maar
is in 2019 nog meer uitgesproken dan anders. Ons leven speelt zich meer af op het internet, waardoor we online
kwetsbaarder worden.
Daling van autodiefstal en woninginbraken.
Stijging van informaticacriminaliteit, zakkenrollerij, phishing en internetfraude.
Toch is de huidige Westerse samenleving in de ban van onveiligheid. Veiligheid is een containerbegrip geworden,
het is een allegaartje van gedragingen waar iedereen zijn betekenis aan kan en mag geven (of zo lijkt het toch).
Er vindt een snelle opmars van ‘zorg over onveiligheid’ plaats en vanaf de jaren ’80 (vorige eeuw) krijgt
veiligheidszorg een prominente plaats in de politiek, media, samenleving,…
Anke Van Sande
Inleiding Integrale Veiligheid
Ondanks deze vooruitgang is er nog steeds onbehagen en onzekerheid in de samenleving.
Impact van internationale ontwikkelingen op de veiligheid.
o Deze hebben een enorme impact op ons veiligheidsgevoel. Bijvoorbeeld de terreurbeweging
IS en de daarmee samenhangende vluchtelingenproblematiek.
Invloed van politiek.
o Politiek heeft veiligheid als één van de hoofdthema’s en maken graag gebruik van dreigingen
ed. om gevoelens van onveiligheid nieuw leven in te blazen om op deze manier maatregelen
te kunnen treffen.
o Ze maken gebruik van ‘oorlogstaal’:. ‘war on drugs’, ‘war on crime’, straten schoonvegen, war
on terror.
Invloed van (sociale) media.
o Media zal negatieve gebeurtenissen overdreven belichten en gebruik maken van world view,
framing, sensatie, overnemen van oorlogstaal.
Er vallen een aantal maatschappelijke zekerheden weg.
o Er zijn minder sociale bindingen en er vindt een individualisering van de maatschappij plaats.
De objectieve veiligheid die er nu heerst gaat minder over angst voor overvallen en diefstallen, want daartegen
zijn we gewapend, we hebben de mogelijkheid zelf een beetje ingecalculeerd (cf. Jan Terlouw me koortjes uit de
bus). Het zijn de abstractere zaken, die zaken die we minder kunnen grijpen, die ons angstiger, onzekerder en
hysterischer maken.
SUBJECTIEVE ONVEILIGHEID
We kunnen de indruk krijgen dat het nog steeds zeer
onveilig is omdat we er dagelijks mee geconfronteerd
worden, vaak door middel van sociale media.
Anke Van Sande
Inleiding Integrale Veiligheid
H1: CENTRALE BEGRIPPEN
ALGEMENE BEGRIPPEN
VEILIGHEID
Veiligheid: Het effectief beschermd zijn tegen en zich beschermd voelen tegen persoonlijk leed, tegen de
aantasting van de lichamelijke en geestelijke integriteit.
Lichamelijke bescherming: Bescherming tegen ongeoorloofd aantasten van het lichaam van een persoon.
Bijvoorbeeld verwondingen en onnatuurlijke dood.
Geestelijke bescherming: Bescherming tegen psychische problemen verkregen door (1) angst voor dreigingen
van buitenaf en (2) psychische problemen ten gevolge van onveilige situatie waarin men zich bevindt.
Wanneer een persoon omwille van een handeling van een ander persoon of omwille van een ongeval
lichamelijke en of geestelijke schade heeft opgelopen, is er sprake van leed en dus ook van een
veiligheidskwestie.
VEILIGHEIDSZORG EN VEILIGHEIDSBELEID
Veiligheidszorg: Alles wat mensen doen om de lichamelijke en geestelijke integriteit te beschermen.
Veiligheidsbeleid: Het geheel aan maatregelen dat door de overheid, een bedrijf, een publieke instelling… wordt
genomen om in de veiligheid van haar burgers, werknemers, bezoekers… te voorzien.
Veiligheidsbeleid is doordacht tot stand gekomen en vastgelegd in een veiligheidsplan.
INTEGRALE VEILIGHEID
Integrale veiligheid: Het plaatsen van problemen in een breder perspectief. Er wordt op zoek gegaan naar de
samenhang met andere problemen en vervolgens aangepakt met alle relevante actoren.
Het is volledig en allesomvattend, maar het vertrekt wel steeds vanuit een specifiek probleem.
Integrale veiligheid werd voor het eerst gebruikt in 2004 als een veiligheidsplan van de federale
overheid.
RISICO EN RISICOPERCEPTIE
Risico (R): De kans op een gebeurtenis die de veiligheid bedreigt (p) maal de schadelijke effecten (E) die daarvan
het gevolg zijn.
Een grote kans op een gebeurtenis met schadelijke effecten wordt niet perse aanzien als een groot
risico. De kans op een ongeval met een auto is in vergelijking met kans op ongeval met vliegtuig relatief
groter, maar de gevolgen ervan zijn vaak beperkter.
Risicoperceptie: De beleving van een risico, het subjectieve oordeel van een persoon of de maatschappij over de
kans dat een bepaald risico optreedt, de omvang van dat risico, en/of het moment waarop en de hevigheid
waarmee het risico zich kan voordoen.
Deze inschatting wordt bepaald door een aantal factoren die zowel rationeel als irrationeel kunnen zijn.
Discrepantie is mogelijk, dus (de kans op) het risico en de risicoperceptie lopen niet altijd gelijk.
De aard van de risico’s is doorheen de geschiedenis veranderd, voornamelijk onder invloed van
technologische ontwikkelingen.
Anke Van Sande
Inleiding Integrale Veiligheid
Hedendaagse risico’s zijn minder beheersbaar en overschrijden vaan de grenzen van tijd, ruimte en
sociale klasse. Hierdoor moeten we leren leven met gevaren en een zekere mate van onzekerheid
(Risicomaatschappij – Beck).
Er wordt vanuit de maatschappij een zekere druk gelegd op de overheid om maximaal bescherming te
bieden. Tegelijkertijd heeft de maatschappij wantrouwen bij de genomen maatregelen en de
haalbaarheid hiervan.
SAFETY EN SECURITY
Safety (veiligheid): Maatregelen die ervoor zorgen dat mensen niet worden bloot gesteld aan situaties die hen
potentieel schade kunnen berokkenen.
Security (beveiliging): Beschermingsmaatregelen die een persoon, gebouw of site beschermen tegen gevaar of
verliezen die optreden ten gevolge van opzettelijke en ongerechtvaardigde of onrechtmatige acties van anderen.
Security – beveiliging
Safety – veiligheid
Meestal reactief
Proactief
Kwaad opzet
Geen kwaad opzet
De gevolgen zijn niet beperkt tot de mens, maar er Voornamelijk focus op de mens
zijn ook materiële gevolgen
Vb. bescherming tegen diefstal, vandalisme, Vb. bescherming tegen ongevallen op het werk
spionage…
Kennisclip op Toledo voor meer uitleg.
HET BEGRIP ‘VEILIGHEID’ ONTRAFELD
We spreken niet van een veiligheidskwestie wanneer er geen sprake is van leed.
Het verschil tussen objectieve en subjectieve veiligheid ligt bij de grond waarop uitspraken over veiligheid
gebaseerd zijn.
Feitelijkheden: objectieve veiligheid.
Gevoel: subjectieve veiligheid
OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID
OBJECTIEVE VEILIGHEID OF FEITELIJKE VEILIGHEID
Objectieve veiligheid: Het gemeten niveau op een vooraf bepaalde schaal van veiligheid (feitelijke veiligheid).
Wat gemeten en geteld wordt zijn uiterlijk waarneembare maatschappelijke verschijnselen die door
meerdere personen kunnen worden wargenomen en onafhankelijk zijn van die personen.
Hoe meten we objectieve (on)veiligheid?
o Officiële registraties, politiestatistieken.
Dark number: Er is veel onbekende, niet-geregistreerde criminaliteit, bv. fietsdiefstal.
Reden 1: Slachtoffers zijn niet altijd bereid aangifte te doen.
Reden 2: Er is niet altijd registratiebereidheid.
Reden 3: Prioriteitenstelling en capaciteit van de politionele en justitiële
diensten.
Reden 4: Sommige delicten zijn moeilijk zichtbaar, bv. fraude.
Reden 5: Sommige delicten zijn slachtofferloos, bv. drugshandel.
Grey number: De feiten die wel worden aangegeven, maar waar de politie geen pv
van opmaakt, bv. stalken.
Anke Van Sande
Inleiding Integrale Veiligheid
o Slachtofferenquêtes polsen bij een grote, representatieve steekproef uit de populatie naar o.a.
slachtofferschap van criminele feiten. Deze bieden het voordeel dat slachtoffers van feiten
waarbij het aangiftepercentage relatief laag is ook vertegenwoordigd zijn.
Geen oplossing voor ernstige delicten of slachtofferloze delicten.
o Zelfrapportage-onderzoeken willen via (potentiële) daders zicht krijgen op bepaalde delicten
en feiten.
SUBJECTIEVE VEILIGHE ID
Subjectieve veiligheid: Gaat over de mate waarin mensen zich veilig voelen. Het is een persoonlijke zaak en de
eigen beleving en kan zeer veranderlijk zijn. Bv. bang in verlaten straten, onveilig gevoel in het verkeer, …
Afhankelijk van allerlei factoren die verder gaan dan criminaliteit, overlast en asociaal gedrag.
Bijvoorbeeld geslacht, eerdere ervaringen,…
Hoe meet je onveiligheidsgevoelens?
o Zeer moeilijk! Bevraging is mogelijk, maar hoe valide is deze?
VERBAND OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID
Objectieve en subjectieve veiligheid houden verband met elkaar, maar vaak minder strikt dan men zou
vermoeden.
Soms subjectieve onveiligheid = objectieve onveiligheid.
Soms subjectieve onveiligheid < objectieve onveiligheid.
Soms objectieve onveiligheid < subjectieve onveiligheid.
SOCIALE EN FYSIEKE VEILIGHEID
SOCIALE (ON)VEILIGHE ID
Sociale onveiligheid: Onveiligheid als gevolg van leed dat mensen elkaar aandoen waarbij leed kan gelezen
worden als materiële en/of immateriële schade.
Sociale veiligheid: Het beschermd zijn en zich beschermd voelen tegen persoonlijk leed door handelingen,
misdrijven, overtredingen en overlast door anderen (criminaliteit, leefbaarheid, overlast & arbeidsveiligheid).
Zowel tussen individuen als tussen groepen.
o Één-op-één-relatie of groepen tegen elkaar.
Zowel in de (semi)publieke of private ruimte.
o Publieke ruimte: bijvoorbeeld overlast op de trein.
o Semi-publieke ruimte: bijvoorbeeld zwartrijden op de trein.
o Private ruimte: bijvoorbeeld thuis, op school, op het werk,…
Zowel in ‘alledaagse veiligheid’ als terrorisme en oorlog.
o Alledaagse veiligheid = woninginbraak, diefstal, vechtpartij. Opgepast: terrorisme lijkt nu meer
en meer alledaags geworden.
Los van intentie of ernst.
Zowel objectief als subjectief.
Document Outline
Objectieve criminaliteitscijfers
Subjectieve onveiligheid
Algemene begrippen
Veiligheid
Veiligheidszorg en veiligheidsbeleid
Integrale veiligheid
Risico en risicoperceptie
Safety en security
Het begrip ‘veiligheid’ ontrafeld
Objectieve en subjectieve veiligheid
Objectieve veiligheid of feitelijke veiligheid
Subjectieve veiligheid
Verband objectieve en subjectieve veiligheid
Sociale en fysieke veiligheid
Sociale (on)veiligheid
Fysieke (on)veiligheid
Integrale veiligheid als concept
Dimensies van integrale veiligheid
Tijd
Ruimte
Sociale netwerken
Kennisgebieden
Actuele oorzaken van veranderingen in veiligheid
Macro-oorzaken van onveiligheid
Individualisering
Sociale integratie en sociale cohesie
Fragmentatie en segregatie
Ongelijkheid
Formele en informele sociale controle
Macroveranderingen
Groei van de bevolking
Urbanisatie
Economie
Gelegenheid
Technologische innovaties
Globalisering
Televisie en andere media
Gebruik van alcohol
Gebruik van drugs
(Transnationale) illegale markten
Mesoveranderingen
Gezin en familie
Buurten
Vriendengroepen
Publieke ruimten
Gezagsverhoudingen
Vitaliteit en veiligheidsutopie
Vitaliteit
Veiligheidsutopie
Het Belgische veiligheidsbeleid: een stukje geschiedenis
Van WOII tot de jaren ’70 van de 20ste eeuw
Jaren ’70 en ’80 van de 20ste eeuw
1988 – begin jaren ’90 van de 20ste eeuw
1991 – 1999: Zwarte zondah en het contract denken
1999 – 2004: Naar integrale aanpak van criminaliteit en overlast
2004: Eerste Kadernota Integrale Veiligheid
2016: Een nieuwe Kadernota Integrale Veiligheid
Integrale veiligheid als beleidsconcept
Wat is een integraal veiligheidsbeleid?
Componenten van een integraal veiligheidsbeleid
Integrale aanpak
Geïntegreerde aanpak
De veiligheidsketen
Schakels in de veiligheidsketen
Kenmerken van de veiligheidsketen
De veiligheidsketen als cyclisch proces van risicoreductie
Dwarsverbanden voor verbetering
Multidisciplinariteit of samenwerken
De kracht van de veiligheidsketen
De preventiepiramide
De preventiepiramide uitgelegd
De functies van de preventiepiramide
Ordening
Verruiming
Oriëntatie
Samenvattend
De verschillende niveaus
Niveau 1: Algemeen leefkwaliteitsbevorderend klimaat
Niveau 2: Algemene preventiemaatregelen
Niveau 3: Specifieke preventiemaatregelen
Niveau 4: Curatieve maatregelen
Niveau 0: De maatschappelijke context
Samenvatting
Kenmerken van de preventiepiramide
Probleemgerichtheid als leidend principe
Piramidale opbouw van de niveaus
Positieve versus negatieve oriëntatie
Beleidsterugkoppeling
Attitudevorming en structurele maatregelen
Integraliteit
Samenvattend
Stappenplan van de preventiepiramide
Wat zijn onveiligheidsgevoelens?
Verklaringen van onveiligheidsgevoelens
Slachtoffermodel
Direct slachtofferschap of directe victimisatie
Indirect slachtofferschap of indirecte victimisatie
Kwetsbaarheidsmodel
Fysieke kenmerken
Socio-economische situatie (SES)
Sociaal-culturele achtergrond
Altruïstsche veiligheidsbeleving
Besluit kwetsbaarheidsmodel
Omgevingsmodel
Fysiek gebouwde omgeving
Sociale kenmerken van een buurt
Besluit omgevingsmodel
Onzekerheidsmodel
Besluit
Wat is media?
Media algemeen
Soorten media
De informatiemaatschappij
Functies van de media in de informatiemaatschappij
De macht van de media
Traditionele media als vierde macht? (krant, tv, radio)
Nieuwe media als vijfde macht? (internet)
Grenzen aan de macht van de media
Media en onveiligheidsgevoelens
Basisidee
Rol van de media
Cultivatietheorie – Gerbner (jaren 70 van de 20ste eeuw)
Agendasetting-hypothese
Media-inhoud als beïnvloedende factor
Mediavorm als beïnvloedende factor
Rol van de mediagebruiker
Specieke eigenschappen van de mediagebruiker
Keuze van medium
Morele paniek - Cohen
Wat is morele paniek?
Proces van morele paniek
Kenmerken van morele paniek
Kritische kijk