DIVERSITEIT
INLEIDING EN THEORETISCHE BESCHOUWING
MIGRATIE
WAT IS MIGRATIE?
‘ Het permanent verwisselen van vaste verblijfsplaats van individuen en/of groepen binnen een groter geografisch gebied dan de
geboortestreek.’ (Jessurun)
Permanent verwisselen = Je blijft niet meer in je geboortestreek
Heeft altijd bestaan
Overlevingsstrategie ( want je leven, veiligheid, vrijheid is in gevaar )
o Vrijwillig = Permanent verwisselen van verblijfplaats door bv huwelijk of behoefte aan verandering
Ik ga wonen in Amsterdam omdat het een gezellige stad is
o Semivrijwillig = Migreren vanwege een gebrek aan werk, gebrek aan toekomstperspecitieven of omdat je niet
blij bent met de huidige economische situatie
Spanjaarden komen naar België omdat ze denken dat ze hier meer kans maken op werk
o Onvrijwillig = Gedwongen om een land te verlaten, omdat je vreest voor je leven/vrijheid door bv politiek,
klimaat, geweld.. De keuze om terug te gaan is er niet Zie je vaak tussen vluchtelingen, asielzoekers
In vrijwillig of semivrijwillig heeft de migrant altijd zelf de keuze
VERSCHIL MIGRANT/VLUCHTELING
Migrant = Verlaten hun land voor een beter leven of andere redenen bv studeren in een ander land, natuurrampen,
voedseltekort.. Vaak geen gevaar moesten ze naar hun land terugkeren (vrijwillig of semivrijwillig)
Vluchteling = Gedwongen om naar een ander land te gaan door oorlog of vervolging, mogen niet worden
teruggestuurd als ze gevaar lijden, hebben recht om in een ander land te gaan wonen als ze in gevaar zijn (onvrijwillig)
VERKLARINGEN
Niet één theorie voldoende (samenspel tussen verschillende factoren):
o Economisch = meer geld, ik ga van plek A naar B omdat ik denk dat ik daar meer geld kan verdienen
o Historisch structureel = DBD jobs (dangerous dirty and dumb jobs). Vanuit de overheid gastarbeiders
uitnodigen om in de industrie van het ontvangde land te gaan werken. Bv Roemeense verpleegsters oproepen
omdat er in België niet genoeg zijn
o Migratie systeem = Link tussen land A en B door kolonies, slavernij, basisnetwerken, de verbinding met andere
landen door de geschiedenis.
Meerde factoren relevant
Voorbeeldexamenvraag:
Alphons uit Congo gaat hoger onderwijs volgen in België. Dit valt te verklaren vanuit: Migratiesysteem theorie omdat Congo ooit
een kolonie is geweest van België
MIGRATIE NAAR BELGIË
Gastarbeiders:
Voor WOI kwamen de gastarbeiders vanuit de buurlanden
Interbellum (Italianen en polen waren de eerste gastarbeiders = tijdelijke migratie)
Na WOII Was er veel kapot dus toename van andere nationaliteiten
Jaren 60 met blijvende economische groei
o 1964: tewerkstellingsakkoord met Marokko en Turkije
Oliecrisis in 1973
o Werving van arbeidsmigranten stopgezet door Belgische regering, maar dit duurde zeker een jaar voordat dit
stopte
Maar het bleek dat arbeidsmigranten vestigen zich in hun gastland (dan krijg je ouders die Turks spreken en kinderen
die zich meer thuis voelen in België waardoor ze hier blijven) 2 vormen van volgmigratie:
o 1. Gezinshereniging = Ik als werknemer gaan terug naar mijn land en mijn partner/kinderen halen
o 2. Gezinsvorming = Als man zonder vrouw, teruggaan naar eigen land en een partner haalt van daar
Arbeidsmigranten evolueren tot etnische minderheden Doordat ze zich vestigen gaan ze groepen maken met
mensen (waardoor ze bv een durumzaak opstarten)
Tijdelijkheidsgedachte (Er werd niet geïnvesteerd in bv Nederlandse lessen, omdat die mensen tijdelijk kwamen)
Dekolonisering van Belgische Congo:
Migratie die niet gelinkt is aan arbeid, maar terugkwamen omdat de situatie niet meer veilig was
Terugkerende Belgen
Beperkte groep Congolezen/Rwandezen/Burundezen
1989 val Berlijnse muur (Europa was verdeelt tussen Westen en Oosten)
Europese Unie en Verdrag van Schengen (1992)
Vrije, interne Europese markt (ik mag me vrij verhuizen en mag daar werken zonder probleem) Zorgde voor
toename van Europese migranten
Globalisering
Golfoorlog
Joegoslavië valt uit 1
2001 (19/11)
21e eeuw
Nieuwe patronen binnen migratie
Wordt complexer & diverser
o Andere patronen
11% van de bevolking heeft een niet-Belgisch paspoort
19% heeft migratieachtergrond Vb. Minority – majority cities (steden waarin geen enkele minderheid
nog een meerderheid heeft, geen enkele groep van nationaliteit heeft dus een meerderheid)
Vreemdeling vs immigrant
o Vreemdeling = Iemand die geboren is in het gastland, waarvan de ouders immigranten zijn. Je kan
naturaliseren (betekent dat je Belg gaat worden)
o Immigrant = Migratiebeweging gemaakt van land A (geboren) naar B
MIGRATIE-ACCULTURATIE
Acculturatie = bepaalde elementen overnemen van die cultuur
Berry: het perspectief van de nieuwkomers
Bouhris: het perspectief van de mensen in het land van aankomst
2 dimensies:
o Behoud cultuur/identiteit
o Contact met meerderheid
Er wordt ingezet op integratie
MIGRATIE-BELEID
België (federaal vs regionaal)
o Alle asielproblematiek is federaal beleid, maar de uitvoering ervan is regionaal uitgevoerd. Dus het betekent
dat het heel erg verschillend is van waar je terecht komt hoe je behandeling zou zijn
Tijdslijn
o Jaren 80 = Assimilatie
o Jaren 90 = Minder heden beleid, focus op onthaal, opvang en emancipatie (=zelfstandigheid)
o Begin 21e eeuw = Inburgeringsdecreet (= focus op integratie, maar geen duidelijk doel, onderliggend was wel
ervoor zorgen dat de herkomstkloof niet groot was)
o Nu = Vanaf 2001 kwam er een groot wantrouwen door 19/11 naar de Islam toe Invloed politiek
DIVERSITEIT IN DE 21STE EEUW
Nieuwe ontwikkelingen:
Tot welke generatie roots in migratie? (je hebt 3 generaties nodig, maar we zien dat zelf de 4de generatie er nog last van
heeft)
Nieuwe gastarbeiders door de veranderingen in de geschiedenis maar ook door typische beroepen die België niet
willen doen bv Kuisvrouwen
Financiële crisis van 2008 waardoor hoogopgeleide mensen uit andere landen naar hier komen
Migratie-crisis(?!) 2015 Grote stroom mensen door oorlogsgebieden naar België
Globalisering:
Wordt versterkt door de nieuwe informatietechnologie (contact houden met mensen uit thuisland)
Transnationaliteit = Meerdere nationaliteiten die je samen met elkaar combineert
Transmigratie = Migrant die steeds verder gaat (steeds naar volgende landen gaan)
EMPANCIPATIEBEWEGINGEN:
Feminisme (4 golven, volgen elkaar op in tijd)
o 1. Vrouwenkiesrecht in de UK (arbeidspositie van vrouwen)
o 2. Arbeids en rechtspositie van de vrouw & seksualiteit (bv de pil werd uitgevonden) Moment van LHBTQ
beweging
o 3. Diversiteit binnen feminisme (discriminatie, rol van vader…)
o 4. Intersectionaliteit = hoe word je beïnvloedt door op machtsassen (vormen van onderdrukking) en hoe kan je
dat veranderen
LHBTQ+ beweging (denkbeeld verandert door bv homo’s, wie is dan de man?)
Etnische zelforganisaties worden opgericht (overkoepelend beleidsadvies geven aan de regering)
o Hebben 2 functies:
1. Mensen onderliggend verbinden
2. Overbruggend bv Turkse vrouw die in een zelforganisatie gaat om de rechten van een student te
verbeteren
o Op identiteit gericht of instrumenteel gericht (doel bereiken)
Doel bereiken bv de organisatie mentor 2 work Instrumentele manier van werken
SUPERDIVERSITEIT
Diversiteit in de diversiteit = verschillen tussen EN binnen groepen
Veelheid aan en interactie tussen verschillende dimensies
Continu ontwikkeling & verandering
Complex (creolisering = mengvormen van culturen) en oncomfortabel omdat je geen beschrijving hebt van een groep
Dimensies (zie in boek):
Document Outline
migratie
wat is migratie?
verschil migrant/vluchteling
verklaringen
migratie naar belgië
migratie-acculturatie
migratie-beleid
diversiteit in de 21ste eeuw
Empancipatiebewegingen:
superdiversiteit
intersectionaliteit
Intersectioneel denken
oefening in portfolio
terug naar intersectionaliteit
perspectieven op cultuur
3 visies op cultuur
risico’s aan die visies
categoriefouten
sociaal kapitaal
sociaal kapitaal en migratie
begrip religie
religies onderteverdelen in verschillende groepen:
godsdienst vs religieuze tradities
humanisme
levensbeschouwing en zingeving
levensbeschouwelijke diversiteit in antwerpen
religie in de 20Ste en 21ste eeuw
christelijke naties in de 20ste eeuw
jaren 60
secularisering
religie in de zorg
begin 21ste eeuw: de bom sloeg in
hoofddoekendebat: wat met religieuze symbolen in openbare ruimte
identiteitsontwikkeling – James marcia
4 fasen (chronologisch)
identity diffusion
identity moratorium
identity forclosure
identity achievement
religie vs cultuur?
religieuze modellen van samenlevingen
4 religieuze modellen van samenlevingen (internationale vergelijking)
religieuze model
atheïstische model
religieuze neutrale model
pluriforme model
religie en media
levensbeschouwelijke diversiteit en tolerantie vandaag
maatschappelijke perspectieven op levensbouwelijke diversiteit
passief pluarlisme
van passief naar actief pluralisme
actief pluralisme
spiritualiteit in de hulpverlening
spiritualiteit
spiritualiteit vs gelovigheid
populairder dan we denken?
klikt het niet dan botst het
GGZ en spiritualiteit?
Relevantie
Geschiedenis
Wereldwijd vóór 19e eeuw
Tot 19e eeuw (Kimmel)
Begin 20e eeuw
WO II
Geschiedenis Europa – België
Gender en bestanddelen
Wat is gender?
genderkoek
Bestanddelen genderkoek
A) Gender- identiteit
B) Gender – geslacht
Wat als:
C) Gender – expressie
D) Gender – aantrekking
Link gender intersectionalitiet
Coming in/ coming out
Coming out
Coming in
Veiligheid en sociale acceptatie
Wat doen?
Belangrijk voor PC
inleiding
wat is armoede?
arm? ze hebben toch een gsm/tv/…
de impact van armoede
armoede beinvloedt je denkvermogen
armoede kent een binnen en buitenkant
armoede leidt tot…
meten van armoede en enkele cijfers
waarom armoede meten?
verschillende manieren om armoede te meten:
Europese indicator voor armoede of sociale uitsluiting
1. Armoederrisicograad (arop):
2. Ernstige matriële deprivatie
3. Zeer lage werkintensiteit
referentiebudgetten
hoe armoede doorbreken?
persoonlijke tekorten
persoonlijke ongevallen (slechte armen)
conjuctureel model (goede armen)
structureel model
hoe armoede doorbreken? (aanpak)
de rol van de hulpverlener
Wat is meertaligheid?
Cijfers
Vormen van meertaligheid
Randvoorwaarden
2 soorten:
Simultane meertaligheid
Fase in de taalverwerving
Successieve meertaligheid
Fasen in de tweede taalverwerving
ijsbergmodel
Gevaar voor taalverlies
Meertaligheid, een troef
Diversiteit op de werkvloer
Meertaligheid in het hoger onderwijs
Meertaligheid in de zorg
Uitdaging in de zorg
theoretische basis
basis cross of 1
verdieping of 2 – algemeen
topoi model
gebruik
verdieping theorie- specifiek
taal
ordening
personen
organisatie
inzet
algemeen topoi
Wat is een beperking? of handicap
Waar kom ik dit tegen als PC?
Wereldwijd
ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE
Klinische psychologie
SCHOOL- EN PEDAGOGISCHE PSYCHOLOGIE
Twee theorieën ter benadering
Capability approach - Nussbaum
model
Presentie-theorie – Baart
Sociaal kapitaal