Samenvatting psychodiagnostiek 3 SPP

Dit is een uitgebreide samenvatting van de lessen van PSD 3 SPP (2019-2020). De samenvatting bevat eigen notities en informatie uit de teksten. Met deze samenvatting behaalde ik 16/20. Veel succes!

Preview samenvatting (3 van de 33 pagina's)

LES 1: DE INTAKE
1.1. DIAGNOSTIEK BINNEN SPP
(Kind)diagnostiek ter discussie:
Kritiek: “diagnostiek is stempels, labels, etiketje kleven op kinderen.”
→ Nadelen:
- Het kind wordt in hokjes geplaatst, gereduceerd tot ‘stoornis’.
- Er is enkel aandacht voor wat ‘mis’ is.
- Stigmatisering; kinderen gaan zich gedragen naar hun stoornis.
- Er is een te grote focus op het kind en niet op de context.
→ Voordelen:
- Het kan een opluchting zijn voor het kind (“ik ben niet dom”).
- Het kan zorgen voor begrip en erkenning vanuit de omgeving.
- Het kan schuldgevoelens bij de ouders wegnemen.
- Betere communicatie tussen hulpverleners (efficiëntere samenwerking)
- Het is essentieel voor het bepalen van de juiste aanpak.
- Diagnostiek vormt een toegangspoort tot begeleiding en financiële tegemoet-koming.
Diagnostiek is geen doel op zich, maar het moet een aanknopingspunt bieden voor de
behandeling, begeleiding en aanpak.
Er is een steeds minder categoriale benadering van diagnostiek. Men moet ook de context
erbij betrekken, het meer dynamisch benaderen.
1.2. HET PSYCHODIAGNOSTISCH PROCESMODEL
De uitgangspunten van het psychodiagnostisch procesmodel
De psychodiagnosticus…
1. Handelt en denkt als een scientist-practitioner.
2. Stemt optimaal af op de cliënt.
3. Handelt en denkt interventiegericht.
4. Handelt en denkt systematisch.
5. Handelt en denkt vanuit een transactioneel referentiekader.
6. Handelt en denkt in constructieve samenwerking met de cliënt en zijn omgeving.
7. Handelt en denkt volgens deontologische richtlijnen.

1.3. INTAKE BINNEN SPP: ANALYSE VAN KIND EN CONTEXT

1.3.1. Analyse van kind en context
Het geheel is meer dan de som van de delen. Het is belangrijk om breed te kijken.
1.3.2. Aspecten van de opvoedingssituatie en onderwijsleersituatie
De opvoedingssituatie (OS)
Er moet gekeken worden naar de afstemming tussen:
•
De pedagogische vraag (KIND):
- In de interacties met de opvoeder presenteert het kind zich als een
ontwikkelende persoon.
- Het kind zendt hierbij een bepaalde nood uit naar zijn opvoeders m.b.t.
aandacht, hulp, grenzen en sanctioneren.
•
Het pedagogisch aanbod (OUDER/OPVOEDER)
- De opvoeder is degene die zich verantwoordelijk voelt voor de ontwikkeling
van het kind.
- De opvoeder stelt daarbij een bepaald pedagogisch aanbod en geeft op een
bepaalde manier aandacht, biedt hulp, stelt grenzen en sanctioneert.
Aandacht geven = alle handelingen waardoor de opvoeder uitdrukt dat hij oog
heeft voor het kind.
•
Actief luisteren
•
Toekijken
•
Oog hebben voor het kind
•
Belangstel ing tonen
•
Positieve/negatieve aandacht geven
•
…
Hulp bieden = de handelingen waarmee de opvoeder het kind bijstaat of bekwaam
maakt in het verrichten van nog niet (helemaal) verworven handelingen.
•
Bijstaan van het kind
•
Iets voordoen
•
Geven van informatie
•
Structuur bieden, …
Grenzen stellen = alle handelingen van de opvoeder die een bepaald gedrag van
het kind expliciet voorschrijven of inperken.
•
Bevelen
•
Bepaald gedrag inperken of
•
Verbieden
voorschrijven.
•
Dreigen
•
…
Sanctioneren = handelingen in reactie op grensrespecterend of grensoverschrijdend
gedrag van het kind.
•
Sociaal belonen (bv. compliment)
•
Straffen
•
Materieel belonen (bv. snoepje)
•
Negeren, …
Problematische kenmerken
Protectieve kenmerken
•
Ouders ontkennen de problemen.
•
Goede partnerrelatie
•
Psychische stoornissen bij een ouder
•
Goed sociaal netwerk
•
Relatieproblemen
•
Vlotte PH van de ouders
•
Werkloosheid
•
Goede intel igentie
•
Financiële problemen, …
•
…