HOOFDSTUK 4: Descartes
tijd van descartes is de tijd van de machines
* De breuklijn die Descartes in het denken heeft bewerkstelligd.
Je pense, donc je suis ik ben/ik denk dus ik ben
De geschiedenis van wijsbegeerste is een reis van crisis
Autoriteit middeleeuwse wijsbegeerte, het subject is het principe en de autoriteit
Geloof komt van buiten
Subject is het principe bij, Decartes = rescogitas (een ding dat denkt)denken en leven
voor het subject is twijfelen. Twijfelen is de activiteit waardoor het subject bij descartes
bewust wordt van zijn bestaan
Mensen beschrijven zich adhv machines bv ik moet dat opslaan op mijn hardeschijf
Alles wat lichamelijk is en leeft heeft de inhoud van een machine = geest in de machine
Het subject van descartes is niet de mens het is een herfomulering van de christelijke zin
Rede bij decartes Ratio
Principe is ik denk, ik ben autoriteit
Dubito, ergo cogito, ergo sum = ik twijfel, dus ik denk, dus ik ben
Je merkt dat je denkt omdat je twijfelt
Descartes ik kan alles in vraag stellen
Wat kan niet in vraag gesteld worden? Het feit dat ik dingen in vraag stel
(EX) namen weten en welke stroming
Kenmerken van 2 grote stromingen Rationalisme en Empirisme
Rationalisme = de rede
Emperie = de waarneming
Deductief = vanuit theorie naar observatie
Inductief = van observatie een theorie
bouwen
Zekerheid als principe
Zekerheid als garantie
Aangeboren ideeën = die zich later zouden
Tabula rasa = alle ideeën komen van buiten
activeren logica kan je niet leren
niet filosoferen over god, ze zijn vroom
wij kunnen over god denken/filosoferen
Kennis ook buiten de grenzen van de ervaring Kennis enkel binnen de grenzen van de
ervaring
Epistemologische intresse (beide stomingen)
Religieuze of atheïstische mentaliteit(beide
stomingen )
Absolutist,
republikein,
democraat(beide
stomingen )
Rationalisme (Descartes, Leibniz, Wolff)
Empirisme (Hobbes, Locke, Hume, Berkeley) = bron van kennis is in de natuur
Materialisme (Spinoza, Baron d’Holbach, La mettrie) = wij en het denken zijn materie
alles is stoffelijk
Idealisme (Schelling, Hegel) Wat telt is niet wat is maar de mogelijksvoorwaarde
daarvan
Schilderij Augustinus van Hippo licht komt uit linkerbovenhoek Veritas = de waarheid komt van buitenaf, achter het licht zit god
Je moet geloven om te begrijpen Schilderij René Decartes het licht komt uit zichzelf, in het gezicht De kern van de moderene conflicten
rationalisme tegen empirisme
hoe ben ik zeker dat wat ik denk klopt dit op het vlak van pol,
morele, epistemologische en religieuze termen
Hoe kan ik zeker zijn dat god bestaat
* De wetenschappelijke revolutie van de zestiende eeuw.
moderne filosoof is iemand van de 18de eeuw = de tijd van
ontdekkingsreizen, pol,eco en wetsch transformaties dit maakt de
moderne filosofen
Subject als bron van zekerheid
Wat maakt het mogelijk dat wat ik denk overeen stemt met wat ik
zie
Wat ik zie is de waarheid maar de link tussen beide ontstaat door zekerheid
* De mathematisering van de natuur in de renaissance.
De universele methode
Kennis over alles is mogelijk p68 regel 9
Idee dat universum niet kan veranderen
Soort fetisch van de methode alles willen snappen door
methode, het heeft een speciale kracht
De methode is universeel overal toe te passen
Alles tot wiskundige/geometrische formules te reduceren
Je vertaald de realiteit
Mathematis universalis
=universele kennis
Het project van de moderne wetenschap
Teleogie en mechanisme
Teleogie = Alles verklaren/uitleggen vanuit een doel bv wat zijn de longen? Het is iets
dat we gebruiken om in en uit te ademen je verklaart het door het doel te
gebruiken
P69 laatste regel
Alles is een machine/mechanisme manier van functioneren je leg de machine uit
niet het doel wat is een koelkast? Dan ga je de machine uitleggen bij teleologie zou je
het houdt dingen koud
Husserl
Met de mathematisering van de wereld gaat veel verloren
De dimensie van cultuur gaat verloren
P70 regel 3
Dualisme: subject-object
Het subject gaat eerst het object produceren en zich daarna in het object vinden
Alles wat we zien is een productie van onze denkactiviteit de manier hoe de wereld
zich presenteert heeft te maken met onze ogen