Oefenvragen Algemene Economie Examencommissie 3TSO

Het doel van economie is het bestuderen van hoe mensen keuzes maken om schaarse middelen te gebruiken om hun behoeften te bevredigen.

Omdraaien

Micro-economie bestudeert het gedrag van individuele consumenten en bedrijven, terwijl macro-economie zich richt op de economie als geheel, inclusief onderwerpen als inflatie, werkloosheid en economische groei.

Omdraaien

Nominale waarde is de waarde van een goed of dienst uitgedrukt in geld, terwijl reële waarde rekening houdt met de inflatie en de koopkracht van het geld.

Omdraaien

Een monopolie is een marktvorm waarin er slechts één aanbieder is van een goed of dienst, terwijl een oligopolie een marktvorm is waarin er slechts een paar grote aanbieders zijn.

Omdraaien

Een begrotingstekort treedt op wanneer de uitgaven van de overheid groter zijn dan de inkomsten, terwijl een begrotingsoverschot optreedt wanneer de inkomsten van de overheid groter zijn dan de uitgaven.

Omdraaien

Autonome consumptie is de consumptie die niet afhankelijk is van het inkomen, terwijl geïnduceerde consumptie afhankelijk is van het inkomen.

Omdraaien

Vaste kosten blijven hetzelfde, ongeacht het productieniveau, terwijl variabele kosten veranderen met het productieniveau.

Omdraaien

Een export is het verkopen van goederen of diensten aan een ander land, terwijl een import het kopen van goederen of diensten uit een ander land is.

Omdraaien