Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: San1 - 3 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: DSM 5 Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen:
Depressieve stemmingsstoornissen:
Depressieve stoornis.
Dysthymie.
Depressieve stoornis door PMS/medicatie/ziekte.
Bipolaire stemmingsstoornissen:
Bipolaire I stoornis.
Bipolaire II stoornis.
Cyclothyme stoornis.
Stemming (klimaat):
Combinatie van emoties die een persoon gedurende enige tijd beleeft.
Kan veranderen, maar heeft een zekere constantheid en duur (tenminste uren en soms
dagen).
Affect (weer op dat moment):
De zichtbare en hoorbare uitdrukking van de emotionele reactie.
Waar te nemen door:
Autonome reacties: blozen, transpireren, verbleken, enz.
Psychomotoriek: huilen, lachen, mimiek, gestiek en spraak.
Uitroepen en woordkeus.
Wisselt mee met het onderwerp wat aan de orde is.
Aard affect: huilerig, wanhopig, opgewekt, prikkelbaar, wantrouwig, schrikachtig.
Stemmingsstoornis:
Langdurige afwijking van normale variatie (neutraal, opgewekt, gedrukt).
Vormen:
Eufoor: overdreven opgewekt, uitgelaten.
Depressief: mat, neerslachtig, somber, wanhopig, radeloos.
Dysfoor: wantrouwig, prikkelbaar, kwaad, agressief.
Gedownload door: 553902T | [email protected]
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
912 per jaar
extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Angstig: bezorgd, gejaagd, innerlijk gespannen, schrikachtig.
DSM 5-criteria Depressieve stoornis:
> 5 symptomen, gedurende minimaal 2 weken:
Depressieve stemming.
Verminderde interesse/plezier in (bijna) alle activiteiten.
Gewichtstoename of -verlies.
Psychomotorische agitatie (= irritatie) of vertraging.
Insomnia of hypersomnia (slaapproblemen).
Verlies van energie.
Schuld/waardeloosheid.
Concentratieproblemen/besluiteloosheid.
Terugkerende gedachten aan de dood.
Beperking functioneren of lijdensdruk.
Niet door middel of ziekte veroorzaakt.
Vormen van depressie:
DSM 5-criteria Dysthymie:
Sombere stemming gedurende 2 jaar.
2 symptomen:
Slechte eetlust of veel eten.
Insomnia of hypersomnia.
Weinig energie/vermoeid.
Gering gevoel van eigenwaarde.
Slechte concentratie of besluiteloosheid.
Gevoelens van hulpeloosheid.
Nooit langer dan 2 maanden symptoomvrij geweest.
Beperking in functioneren of lijdensdruk.
DSM 5 Bipolaire stoornis:
Beloop:
Voor de eerste (hypo-)manie en al n of meer depressies.
Verschilt sterk van persoon tot persoon.
Stemmingsepisoden komen en gaan.
Tussen de episoden in zijn er meestal klachtenvrije perioden:
Vele jaren klachtenvrij.
Soms volgen episoden van (hypo-)manie en depressie elkaar sneller op.
1 v.d. 2 moet aanwezig zijn
Gedownload door: 553902T | [email protected]
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
912 per jaar
extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Bipolaire-I-stoornis: manie, meestal in combinatie met depressie.
Bipolaire-II-stoornis: depressie in combinatie met hypomanie, maar nooit met manie.
Cyclothyme stoornis: wisselende milde depressieve en hypomanische symptomen, zonder
ooit volledige stemmingsepisoden.
Bipolaire-I-stoornis: Manische episode
Verhoogde stemming, minimaal 1 week.
Minimaal 3 symptomen:
Grootheidsideen, meer eigenwaarde.
Minder slapen.
Spraakzamer.
Gedachtevlucht, gejaagde gedachten.
Verhoogde afleidbaar.
Agitatie, doelgerichte activiteit.
Impulsiviteit (negatieve gevolgen).
Beperkingen in functioneren.
Symptomen bipolaire stoornis:
Bipolaire-II-stoornis: hypomane episode
Verhoogde stemming, minimaal 4 dagen (BP-I = min. 1 week).
Minimaal 3 symptomen:
Grootheidsideen, meer eigenwaarde.
Minder slapen.
Spraakzamer.
Gedachtevlucht.
Verhoogd afleidbaar.
Agitatie.
Doelgerichte activiteit.
Impulsiviteit (negatieve gevolgen).
Stemming door anderen waar te nemen.
GEEN beperking in functioneren (wel verandering in functioneren).
Cyclothyme stoornis:
2 jaar licht manische en licht depressieve episoden.
Niet langer dan 2 maanden symptoomvrij.
Beperking in functioneren.
2. Benoemen welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van stemmingsstoornissen
Depressie achtergrond:
20% van de bevolking heeft ooit een depressie gehad (18-64 jaar).
Vrouw : man = 2 : 1.
Ontstaan van een depressie:
Erfelijkheid: vooral bij ernstige recidiverende depressies.
Biologisch/biochemisch:
Onderliggende ziekten: hyperthyreodie, MI, CVA, Parkinson, diabetes.
Neurotransmitters: serotonine (zorgt ervoor dat het lichaam in balans is) en
noradrenaline.
Hormonale verstoringen (vooral vrouwen meer last van schommelingen/verstoring).
Zonlicht: o.i.v. zonlicht wordt melatonine en serotonine aangemaakt.
Gedragstheorie:
Meer negatieve life events meemaken en deze niet goed verwerken (agressie naar
binnen).
Door passiviteit weinig positieve dingen meemaken, verdwijnen positieve
bekrachtiging.
Cognitieve theorie:
Overgeneralisatie (zie maar, alles gaat fout).
Negeren positieve ervaring, waarde hechten aan negatieve zaken.
Aangeleerde hulpeloosheid (wat ik ook doe, het zal nooit wat uithalen).
Bipolaire stoornissen achtergrond:
< 2% van de bevolking, rond de 20 jaar, man = vrouw.
Verklaring:
Erfelijkheid: grote rol (groter dan bij depressie), 10-20% kans bij ouder met BSS, bij
2 ouders nog hoger.
Bij manie: noradrenaline en serotonine.
Verstoord functioneren in prefrontale cortex en amygdala.
Psychosociale factoren: dagritme, life events, sociale steun.
Prognose: chronisch.
3. Benoemen welke behandelingsmogelijkheden er zijn bij stemmingsstoornissen
Behandeling depressie:
Antidepressiva: verhogen serotonine en noradrenaline in het brein.
Cognitieve gedragstherapie: leer negatieve gedachten te veranderen.
Gedragstherapie: opdrachten, actiever, dag- en nachtritme herstellen.
Interpersoonlijke therapie: relatie en omgang met anderen verbeteren.
Lichttherapie: bij seizoensgebonden depressie.
Mindfulness: leert te ontspannen en minder te piekeren.
Elektroconvulsie therapie: bij therapieresistente depressie (reset van biochemische
processen).
Behandeling bipolaire stoornissen:
Een combinatie van medicijnen, voorlichting, zelfmanagement en psychotherapie.
Medicatie:
Antipsychotica (tijdens manie) en stemmingsstabilisatoren: 1e
keus is lithium, antiepileptica (carbamazepine), antidepressiva.
Therapie:
Psycho-educatie: uitleg over aandoening, zodat je ook herkent.
Leefstijladviezen gericht op zelfmanagement: advies: geen drugs/alcohol, stabiel dagnachtritme, medicatie inname, belang therapie.
Cognitieve gedragstherapie: leer negatieve gedachten te veranderen.
Psychosociale behandeling (aandacht voor naasten).
Gedragstherapie: opdrachten, actiever, dag- en nachtritme herstellen.
Interpersoonlijke therapie: relatie en omgang met anderen verbeteren.
Elektroconvulsie therapie.. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 20.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document