Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: San1 - 4 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: Psychosociaal: Leertheorie
Met name bij angststoornissen is conditionering van belang.
Bepaald aangeleerd gedrag leidt tot stoornissen, aangeleerd gedrag is ook af te leren.
Klassiek conditioneren (Pavlov):
Antecedente invloed: wat gaat eraan vooraf.
Passieve vorm van leren.
Hoe ontstaat gedrag?
Operant conditioneren (Skinner):
Consequente invloed: bekrachtiging positief/negatief.
Actieve vorm van leren.
Waarom blijft gedrag bestaan?
Psychosociaal: Cognitieve theorie
Fouten in cognitie (denkfouten).
Selectieve aandacht: aandacht alleen op het negatieve richten.
Overgeneralisatie: kleine tegenslag: zie je wel, alles gaat verkeerd.
Irrationele cognities: opvattingen niet gebaseerd op feiten.
Disfunctionele cognities: draagt niets bij, leidt tot vermijding. Bijv. irrationele cognities.
Hieruit ontstaan cognitieve schemas = systematisch de werkelijkheid foutief interpreteren.
Storende of foutieve gedachten leiden tot stoornissen.
Psychosociaal: Systeemtheorie
Systeem = gezin waarin je opgroeit.
Problemen in systemen.
Foutieve gezinsstructuren: zondebok (bliksemafleider) met een stoornis is teken van foutief
gezinsfunctioneren.
Foutieve communicatiepatronen: in het gezin, leiden tot psychiatrische ziekten bij kind.
Intergenerationele invloeden: bepaalde problemen gaan van generatie op generatie over
(zonder erfelijkheid).
Problemen in het gezin leiden tot stoornissen bij het individu.
Psychosociaal: Milieutheorie
Milieu = sociale omgeving, leefgemeenschap of maatschappij.
Sociaal milieu als voedingsbodem voor psychiatrische ziekten:
Sekserollen: vrouwen vaker depressief, fobien en eetstoornissen.
Slechte socio-economische situatie: bevorderen een eetstoornis, bijv. schizofrenie.
Het milieu draagt bij aan het ontstaan van een stoornis.
. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is onbeperkt.

Antwoord rapporteren