Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: Grazyna - 4 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: Overgewicht: een overschrijding van het normale vetgehalte van het lichaam die de gezondheid kan benvloeden
Obesitas: ernstige mate van overgewicht


Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR)
Geeft aan:
In welke mate het gezondheidsrisico verhoogd is door het lichaamsgewicht.
Wordt bepaald door:
BMI en buikomvang (middelomtrek)
Aanwezige risicofactoren voor bepaalde aandoeningen: hoge bloeddruk, hoog cholesterol
Aanwezigheid chronische ziekten: HVZ, DM 2, artrose, slaapapneu


Body Mass Index (BMI): een internationaal gebruikte maat die je laat zien of je een gezond gewicht hebt in verhouding tot je lengte. Als je bijvoorbeeld 65 kilo weegt en je bent 1,70 meter lang, dan bereken je je BMI als volgt: 65 kilo / (1,70 x 1,70 meter) = 22,5.


Wit en bruin vetweefsel:
Bruin vet:
Het bestaat uit kleinere vetdruppels en een grote hoeveelheid mitochondrin (Het zijn de energiefabrieken van de cel.)
Nek, hals en bovenste deel van de rug
Doel: calorien te verbranden om warmte te genereren.
Je krijgt bruin vet door:
Te sporten. Wit vet kan door te sporten worden omgezet in bruin vet.
Door goed en voldoende te slapen: melatonine (het stofje waar je slaperig van wordt) stimuleert de productie van bruin vet.
Door veel in de kou te zijn. Kou triggert je lichaam als het ware om zichzelf warm te houden.
Wit vet:
Het bestaat uit grote vetdruppels en een kleine hoeveelheid mitochondrin.
Buik, heupen en benen
Doel:
Grootste reserve energievoorraad in ons lichaam
Het houdt ons van binnen warm.
Het produceert estrogeen (of oestrogeen) en leptine


Obesogene omgeving: Een omgeving die mensen stimuleert om te veel te eten een daarnaast weinig te bewegen. Te veel eten wordt gestimuleerd, doordat (calorierijk) voedsel makkelijker verkrijgbaar is.


Honger- en verzadigingscentrum in de hypothalamus reguleert eetlust en voedselinname in reactie op hormonale signalen en voedselbeschikbaarheid.
Hypothalamus: de centrale regelaar van verzadigingsgevoel. Diep in je hersenenen ter hoogte van je neus.


Leptine: een hormoon dat door vetcellen wordt geproduceerd en helpt bij het reguleren van eetlust en lichaamsgewicht.
Ghreline: een hormoon dat wordt geproduceerd in de maag en dat de eetlust stimuleert


Corticosteroden: een groep hormonen die geproduceerd worden in de bijnieren en die een breed scala aan biologische functies in het lichaam reguleren, waaronder het immuunsysteem, ontstekingsreacties en metabolisme
Mineralocorticoden: hebben voornamelijk invloed op de water- en zouthuishouding
Glucocorticoden: hebben een effect op de koolhydraat- eiwit- en vetstofwisseling.


Ultraprocessed food: verwijst naar voedingsmiddelen die sterk zijn bewerkt en meestal weinig voedingswaarde bevatten. Ze bevatten vaak toegevoegde suikers, vetten, zout en chemicalin, en zijn meestal verpakt en gemakkelijk te consumeren. Voorbeelden zijn fastfood, frisdranken, chips en snoep.


Beschrijft de effecten van een energiebeperkte voeding op het gewichtsverlies (hongergevoel en energieverbranding).
Een energiebeperkte voeding kan leiden tot gewichtsverlies door het verminderen van calorie-inname. Dit kan resulteren in een toegenomen hongergevoel en een lagere energieverbranding als reactie op het calorie-tekort.


Beschrijft hoe, bij behandeling van overgewicht, spiermassaverlies zoveel mogelijk kan worden tegen gegaan.
Om spiermassaverlies zoveel mogelijk te voorkomen bij de behandeling van overgewicht, is het belangrijk om een dieet te volgen dat voldoende eiwitten bevat en regelmatige weerstandstraining of krachttraining uit te voeren. Dit helpt spieren te behouden en bevordert de vetverbranding in plaats van spierafbraak.




Classificeert overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen aan de hand van de Body Mass Index, de middelomtrek, groeicurve, het percentage lichaamsvet. Kent hiervoor: de BMI-afkapwaarden van overgewicht en (extreem) obesitas voor volwassenen.
Overgewicht en obesitas kunnen worden geclassificeerd aan de hand van verschillende metingen, waaronder de Body Mass Index (BMI), middelomtrek, groeicurve en percentage lichaamsvet.


Voor volwassenen worden de BMI-afkapwaarden gebruikt om overgewicht en obesitas te classificeren:
Overgewicht: BMI tussen 25 en 29,9 kg/m
Obesitas: BMI van 30 kg/m of hoger


Voor kinderen wordt de classificatie van overgewicht en obesitas vaak gedaan aan de hand van groeicurves en percentielen die rekening houden met leeftijd en geslacht. Een BMI-for-age tussen de 85e en 94e percentiel wordt beschouwd als overgewicht, terwijl een BMI-for-age op of boven de 95e percentiel wordt beschouwd als obesitas.


Daarnaast kan de middelomtrek worden gebruikt als een indicator voor het risico op obesitas gerelateerde gezondheidsproblemen. Voor volwassenen wordt vaak een middelomtrek van meer dan 88 cm voor vrouwen en meer dan 102 cm voor mannen als verhoogd risico beschouwd.


Het percentage lichaamsvet kan ook worden gemeten, maar het is minder gebruikelijk in klinische instellingen vanwege de complexiteit van de meting. Over het algemeen wordt een hoger percentage lichaamsvet geassocieerd met een hoger risico op gezondheidsproblemen, inclusief obesitasgerelateerde aandoeningen.


Beschrijft hoe ultraprocessed food bijdraagt aan overgewicht.
Ultraprocessed food draagt bij aan overgewicht vanwege de hoge calorien, lage verzadiging, verstoring van honger- en verzadigingsmechanismen, en de neiging om ongezonde eetgewoonten te bevorderen.


Beschrijft de NOVA-indeling voor voedselbewerking.


Onbewerkte of minimaal bewerkte voedingsmiddelen (NOVA groep 1) vormen de basis
Gebruik bewerkte culinaire ingredinten (NOVA groep 2) in kleine hoeveelheden om gerechten op smaak te brengen.
Beperk het gebruik van bewerkt voedsel (NOVA groep 3). Gebruik ze in kleine hoeveelheden en steeds als onderdeel van een maaltijd.
Vermijd zoveel mogelijk sterk bewerkt voedsel (NOVA groep 4).


. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 20.

Antwoord rapporteren