Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: Jellec07 - 5 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: 2.2.1. ULTRAFILTRATIE
Ultrafiltratie van bloedplasma t.h.v. glomerulus
o Arterieel bloed van aorta
Nierslagader
Kleine slagaders (afferente artiolen
Glomerulus (=netwerk van cappilairen)
Efferente arteriolen
o Intussen ultrafiltratie in glomerulus door porin
Mr < 65 000 kunnen gefiltreerd indien ook lading en vorm OK
Mr + 65 000 (bv. albumine) veel minder gefiltreerd, maar kan wel
Mr > 65 000 (bv. bloedcellen) normaal niet gefiltreerd
scheiding door ultrafiltratie niet zr strikt :
o is op basis van Mr , lading, vorm en [ ] (zie hfdst protenurie)
bloeddebiet thv afferente arteriolen
o +1100 tot 1200 ml/min
plasmadebiet
o + 600 tot 700 ml/min
58% van het bloeddebiet
42% is bloedcellen (hematocriet waarde)
o Waarvan
+ 1/5 glomerulair gefiltreerd
120 ml/min
glomerular filtration rate (GFR) =
o 120 ml plasma/min in nier gezuiverd van afvalstoffen
o Dit is de primaire urine
+ 4/5 verder door efferente arteriolen
Stroomt verder weg
Ultrafiltraat + 120 ml/min
o Primaire urine
Creatinine
Ureum
Urinezuur
Nuttige bestanddelen
Worden gereabsorbeert
Elektrolyten, eiwitten, water, AZ
o pH
+ 7,4 (ongeveer neutraal

2.2.2. REABSORPTIE
Waar?
o van tubuli en verzamelbuisjes bloed (capillairen)
wat?
o H2O en 'nuttige' opgeloste stoffen en andere:
AZ, glucose, ureum, urinezuur.
elektrolyten (Na+, K+, Ca2+, Cl-, HCO3-, SO42- , fosfaten)
Passieve reabsorptie
o Meeste stoffen
o Volgens concentratiegradint
Van hoog naar lage concentratie
Actieve reabsorptie
o Glucose en AZ
o Verbruikt ATP
Te weinig? blijven achter
Problemen met het metabolisme
99% van de H2O is gereabsorbeert bij einde van de tubuli
o Urine is nu sterk geconcentreert
o Nog niet definitieve urine
o Diurese = afscheiding van de urine
Veel drinken, weinig ADH, dus veel urine geproduceert
Weinig drinken, veel ADH, dus weinig urine
Lezen in de cursus (kleine lettertjes)

2.2.3. SECRETIE
Verschillend van excretie
Omgekeerde reabsorptie
Waar?
o Van bloed (capilairen) tubuli
o Tegen concentratie in
Van laag naar hoog
Vragen allemaal energie
Wat?
o H+-ionen
pH van het bloed verlaagd via de urine afgescheiden
acidose normaliseert
o urinezuur
o kalium
o soms creatinine
o exogene stoffen
van buitenaf opgenomen
medicatie
PAH stof die wordt gebruikt om nierfuncties te testen
o Wordt toegediend aan het bloed en wordt nagekeken of alles in de urine zit
o Urine testen
o Diagnose van nierdisfuncties
2.2.4. EXCRETIE
1 ml urine per minuut
o pH = + 6
o door de acidose
Definitieve uitscheiding uit lichaam van opgeloste onbruikbare stoffen

2.2.5. BESLUIT
Arterieel bloed in nierslagader(=arteria renalis =renal artery)
o nefronen
geleidelijk veneus
verlaat nier via vena renalis (=renal vein)
resultaat: + 1/5 gezuiverd van afvalstoffen
. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is onbeperkt.

Antwoord rapporteren