Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: amiimiii - 6 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: Inleiding
- Kaders en modellen vanuit een empowerende, krachtgerichte en holistische visie
- Integratief en eclectisch
- Clint = centraal ( voorkeuren vd HV)
o Afh context
o Clint = meest neutraal (cliens (Rom) = volgzame burger die verbonden was aan
patricir/patroon)
o Zeg iets over positie tov elkaar
- Kader en modellen toepassen op hulpverleningscontexten
o 5 domeinen van kwetsbaarheid
Fys fys gezondheid
Psychische psychisch welbevinden
Sociale participatie en soc redzaamheid
Omgevings woonsituatie en leefomgeving
Cog cogn functies
Benvloeden elkaar
Vermaatschappelijking vd zorg
- Community Care: PmB
- Vermaatschappelijking vd zorg: GGZ
o Invalshoeken
Ind proces
Collectief proces > reorganisatie vd HV
o Pos of neg lezing?
o = middel > (recht op) QoL (doel: eigen regie, kracht, verantw, zelfredzaamheid, autonomie)
Kansen/mogelijkheden creren met nodig ruggensteun > volwaardige rol in sml
Vanuit vijf concentrische cirkels
1. Fundamenten
a. Ondersteuningsmodel
zorg / hulp (verruiming)
= gericht + op maat (versmalling)
Kenmerken vd ondersteuning
- Doel: goede QoL
- Gericht op ind in de sml (woon-, werk- en vrijetijdssituatie)
o Persoonsgericht: psychisch en/of gedragsprobl + kennis en vaardigheden (behandeling/ontw)
o Omgevingsgericht: aanpassing aan fys en soc omgeving
- Op maat: persoon hoeft nt klaar te zijn
- Flexibel
- Centraal = sociale netwerk vijf concentrische cirkels
1. Persoon zelf
o Natuurlijke hulpbronnen
2. Familie en vrienden
3. Informele steun
o Professionele hulpbronnen
4. Algemene diensten
5. Gespecialiseerde diensten
b. Quality of Life
Belangrijkste doelstelling HV: QoL behouden en/of verbeteren Kwaliteit van zorg kwaliteit van leven
Perspectieven
- Objectieve: soms van objectief meetbare goede levensomstandigheden (omgevingsfactoren)
- Subjectieve: ervaring vd persoon (persoonlijke factoren)
- Interactionele: goodness of fit
Kernprincipes
1. Multidimensionaliteit (Schalock)
o Dimensie welbevinden: emo, materieel, lich
o Onafh dimensie: zelfbepaling, pers ontw




o Soc dimensie: soc inclusie, soc relaties, rechten
2. Universaliteit: iedereen gelijk
3. Objectief en subjectief component
4. Empowerment valkuil: aangepaste voorkeuren
Bevorderen QoL person-centred planning (OBrien)
- Aanwezigheid
- Relaties
- Keuze
- Competenties bevorderen
- Respect
Domeinen van QoL
- Being
- Belonging
- Becoming
- Mattering
Drie niveaus
- Individu: krachten / kwaliteiten versterken
- HV: initiatieven / hulpvormen inschakelen
- Sociaal beleid: gelijke kansen
c. Universal Design Equality = gelijkwaardigheid Equity: eigen vermogen
Norm = diversiteit
- Fys en soc omgeving = integraal en inclusief toegankelijk + bruikbaar voor ied
- Doel: volwaardige mts integratie en participatie voor iedereen
Zeven basisbegrippen
1) Bruikbaarheid voor iedereen
2) Flexibel in gebruik
3) Eenvoudig en intutief gebruik
4) Begrijpelijke info
5) Marge voor vergissingen
6) Beperkte inspanning
7) Geschikte afmetingen en gebruiksruimte
Universal Design for Learning (UDL)
- Wts kader > nieuw curriculum (noden, sterktes, achtergronden, interesses van alle studenten)
- Middel om barrires in leerproces wegwerken
- VN verdrag inzake PmH (2006): inclusief beleid en stimuleren van design for all
- Kenmerken
o Universeel toegankelijk onderwijs maken
o gemiddelde student
o Flexibiliteit

Traditionele aanpak
Diversiteit bij studenten = probleem Barrires vh leren capaciteiten vd student
Curricula = vaststaand
Aanpassingen > lagere verwachtingen

Neurologisch basis
- Herkenningsnetwerk WAT

UDL aanpak
Diversiteit bij studenten = norm
Barrires ontstaan door interactie met nt flexibele curricula
Nt flexibele curricula = beperkend
Vanaf begin flexibel + tegemoetkomen bij grote groep studenten = hogere verwachtingen

o Achterzijde van hoofd: zintuigelijke info --> axonen cortex patronen
o Vers manieren info opnemen/begrijpen
- Strategisch netwerk HOE
o Voorste deel: axonen --> spieren: plannen + actie
o Vers manieren: doelen stellen, plannen, acties uitvoeren, voortgang monitoren
- Affectief netwerk WAAROM
o Midden: evalueren + prioriteiten stellen beleving van emoties


o Vers betrokkenheid en motivatie Drie principes van UDL
- Info aanbieden herkenning
- Actie en expressie strategisch
- Op ver manieren betrokken laten voelen affectief
d. Leertheorie Leren
- Wat? Blijvende verandering in handelen of biedt potentie om het aan te passen
- Wanneer? Als de lerende het demonstreert
- Resultaat? Ervaring en interactie met wereld om je heen
Leertheorie: observaties van veranderingen in gedrag + verklaring
- Invoer input
- Bedoelingen proces
- Resultaten output
Cognitieve gedragstherapie
Uitganspunt: gedachten gedrag + emoties
DUS ieder gedrag/gedachte/emotie heeft een betekenis en functie DOEL: bekrachtiging
o Betekenisanalyse: interpretatie vd clint
o Functieanalyse: positieve gevolgen vh gedrag bekrachtiging
o Beloning/bekrachtiging: gedrag versterken straf: gedrag afnemen
o Pos: prettig negatief: niet prettig
Pos bekrachtiging pos straf
Neg bekrachtiging neg straf
o Context: externe bekrachtigers
Nature vs nurture
Darwin: survival of the fittest => alle info over ontw is opgeslagen in genen Nature vs nurture debat: Spelen genen of opvoeding/omgeving een rol bij ontw?
EN-EN verhaal
o Nature = ontw via rijping (aangeboren)
o Nurture = ontw via leren (aangeleerd op basis van ervaring) Vormen van leren
Behaviorisme
= productie van prikkels en beloning
- Onderzoeksobject: waarneembare gedrag
- Gedrag
o Door omgeving bepaald
o Aangeleerd (conditioneringsprocessen ook afleren) SR-leren
onderzoeken bewustzijn (= black box)
geen aandacht voor motivaties of vrije wil
Cognitivisme
= proces van verwerven en structureren van kennis
- Cognitie: kennis, begrip, geheugen, infoverwerking, probleemoplossing, herinnering
- Onderzoeksobject: Hoe verwerven/ordenen/gebruiken mensen kennis > gedrag sturen?
o Gedrag
o Verwerkingsprocessen
- Centrale vraag: Hoe kun je dmv instructie leerprocessen zo optimaal mogelijk laten verlopen?
o Info wordt nt automatisch opgenomen
Actieve verwerking: aandacht op relevantie info + koppelen aan voorkennis
Declaratieve kennis: feiten
Procedurele kennis: gebruiken, toepassen
Constructivisme
= wordt door ervaringen doorgegeven
- Info van buitenaf (info)verwerven: interpreteren, bewerken, assimileren




- Infoverwerking: construeren voorkennis, vaardigheden, verwachtingen, behoeften
Lerende is als constructeur subject vh eigen leerproces
- Focus mentale gebeuren tss input en output
- Leren als cog proces binnen de black box
behaviorisme
Sociaal-constructivisme
= wordt sociaal doorgegeven
- Uitganspunt: iedereen beleeft WH op zijn eigen wijze ( unieke vd persoon)
- Doel: zicht krijgen op betekenis iemand geeft aan gedrag/gevoel/gedachte
- Visie
o WH bestaat niet, slechts afspiegelingen (= interpretaties vd WH)
o Interpretaties worden opgebouwd in interacties tss mensen (sociaal gebeuren) realiteitshuis
DUS uiting van elkaars WH > gmschp normen/waarden
Connectivisme
= via verbinden
- Hoe kennis verkrijgen in mts
- Bestaande leeromgevingen gebruiken creren + leren
- Hoe kennis vinden, delen en daarna opslaan
- Weten waar je kennis kan vinden > info bezitten
Communities of Practice
= integraal onderdeel vd dagelijkse werkpraktijk
- Community: gemeenschapsgevoel
- Practice: gezamenlijke activiteiten
- Identity: gmschp taal, trots
- Meaning: nieuwe gezamenlijke formulering, interpretatie en definities
e. Waardigheidsparadigma Waardigheid-ondersteunende zorg Goede zorg
= Bevordering vd menselijke persoon in al zijn dimensies
= Menswaardige zorg
Van waardevol naar vol-waardig
- Gelijk-waardige relatie: zicht krijgen op waarden van anderen + jezelf
- Waardigheid: zoeken naar zingeving en verbondenheid in relaties op respectvolle manier
- Zorgrelatie: medemenselijkheid en menswaardigheid > professional moet waardigheid van anderen behoeden
- Verwachtingsvolle acceptatie: accepteren van beperkingen en verwachtingsvolle houding tav mogelijkheden
- Zorg = waardeverwerkelijkend + uitdrukkingshandeling
Vraag: Hoe kan ik iets betekenen voor de ander? Wat kan ik doen?
Waardigheidsparadigma
= bestaan dat door optimale relaties zo ervaringsrijk en betekenisvol mogelijk is, binnen grenzen vh praktisch haalbare
- Goed leven voor mensen in kwetsbare positie (medemens)
- Kansen: prikkelen in opdoen ervaringen + aangaan relaties
- Luisteren naar verhaal
- Integratie, inclusie, participatie = uitkomst doel
Defect Ontw Burgerschap Waardigheid
Mensvisie Beperking Mogelijkheden Rechten en
plichten Verlangens en
ervaringen
Status
persoon Patint Leerling Burger Medemens
Begeleiding Verzorgen/
behandelen Trainen/ ontw Ondersteunen Verplaatsen in/
prikkelen
Plaats van ondersteuni
ng Instituut Speciale voorziening in
sml Gewone voorziening in
sml In vitaal netwerk
Mts houding Segregatie Normalisatie Integratie/
inclusie Verwachtingsvolle
acceptatie




Waardigheidscirkel
= middel om te komen tot menselijke waardigheid
- Ondersteunt hulpverleners
- Helpt hulpverleners expliciteren
- Ook in interactie met clint
1) Voorwerp => uniek
2) Leegte => deelname (risico: betutteling)
3) Kind => volwassene
4) Monster => (professionele) vriend
f. Capabilitybenadering
- Wat is een goed leven? QoL: standpunt vd mensen zelf
- Uniek persoon > waardevol leven
- Centraal: vrijheid in verbondenheid
- Ontplooiing vd mensen + mts structuren
Basisbegrippen
1. Resources: hulpbronnen om F te realiseren
2. Capabilities: rele mogelijkheden = vermogens en (keuze)mogelijkheden
3. Conversion factors: persoonlijk sociaal omgevingsfactoren
Keuzevrijheid: beperkt voor iedereen
o Vrijheid = vermogen + mogelijkheden > noodzakelijk voor floreren
o Aangepaste voorkeuren
o Actorschap: eigen regie
4. Functionings: handelen en zijn dat mensen in leven wille bereiken: gerealiseerde keuzes
o Meervoudige identiteit
o Afh vd context
- Well-being: welzijn

Stigmatisering als belemmering
= proces waarbij mensen als anders en minderwaardig worden gezien > ongelijkheid ervaring in sml
- Publiek stigma: neg beeldvorming en discriminatie
- Structureel stigma: wetten, regelgeving, soc normen
- Zelf-stigma: toepassen en internaliseren
Destigmatisering via capabilitybenadering
o Keuzes maken of onderbouwen op basis van rechtvaardigheid + kijken naar R,
CF, C en F
g. Presentie (Andries Baart)
o Aandachtig en toegewijd kwetsbare mensen
o Wat staat er op het spel? (verlangens angst)
o Begrijpen wat kan worden gedaan
o Wie hij/zij kan zijn voor de ander
o Kunnen = doen
o Subtiliteit, vakmanschap, praktische wijsheid, liefdevolle trouw
Bendaring methode
- Bepaalde manier van denken over het werk, geformuleerd in aantal werkprincipes
- Morele principes
- Beoefening
Out of the box denken doos vh huidige systeem




Relationeel werken
- Aandacht is de kiem van elke relatie en daaruit zal een mens ontstaan
- 3 As
o Aandacht
Belangstelling voor en oplettend zijn naar de ander scherpe focus, brede scope
Aandachtige betrokkenheid
Aandachtig zijn vanuit inter-esse
Aanwezig zijn
Betrokken zijn
Zit in kleine dingen, relatiezaadjes worden geplant
o Aansluiting
Twee logicas: clint < > professional
Leefwereld en tempo vd clint
Letterlijk + figuurlijk
Keerpunten, opgave
Ontsluiting - relatiezaadjes kunnen ontkiemen
o Afstemming
Afstemming: professionele kaders <> leefwereld clint
o Clint: op het spel + gezin/familie/informele netwerk
o Jezelf: aankunnen?
o Andere hulpverleners
o Vak, bedoeling van je werk, inhoudelijke en organisatorische kaders
Instemming
Krachten + kwetsbaarheden zijn is gezien worden
Totaliteit
Clint Professional

- Hele leven
- Nt enkel als probleem

- Trouw en persoonlijk
- Professionele vriend
- Belang wederkerigheid
- (a)symmetrisch

Instemmen goedkeuring/waardering - relatiezaadjes kunnen groeien
- Dynamisch



Kenmerken presentiebeoefenaar
- Relationeel werken
- Open waarnemen
- Aansluiten en afstemmen
- Tempo aanpassen
Zijn ipv doen
Belang vd relatie: relationeel mandaat krijgen
- Uit relationeel krediet
- Tempo vd persoon respecteren
- Betekenistijd vs prestatietijd
- Voor ied anders
Van regelbregrenzing > relationeel begrenzen


- Niet alleen op routine werken
- Niet verkokerd werken
- Gn afstand nemen vh onverbeterlijke
- Nabijheid > niet verlaten






Helpen begrenzen mag
- NIET regelbregrenzing / laten leiden door medelijden
- WEL relationeel begrenzen / laten leiden door compassie
- Maatwerk
Keuvelkader (Demesmaeker)
= handvatten voor aangaan van warme en nabije samenwerkingsrelatie (persoonlijk- professionele relatie)
- Keuvelen: gezellig en vertrouwelijk praten met elkaar
- Deskundig keuvelen
o Vertrouwensband opbouwen > kennis en kunde in achterhoofd, waarbij je naast + nabij de clint staat
o Ambacht + relationeel werken
o Noodzakelijke vertrouwen: professionele distantie presentie
o Distantie vs betrokkenheid

K Kracht Samenspel tss parels snoeren
Enabling niches
Kwetsbaarheid Innerlijke broosheid + kwetsbaarheid = kwetsbare positie Vd professional
- Selfdisclosure
- OOK kwetsbaar opstellen, toegeven, samen een weg zoeken
- Ethische raakbaarheid
Vijf domeinen van kwetsbaarheid
Open en holistische blik: krachten zijn tegengewicht voor kwetsbaarheden
Gelijkwaardige relatie > relationele veerkracht
o Emotionele responsiviteit ipv controle
o Vragen en geven van steun ipv eenzijdigheid
o Vertrouwen in relatie ipv zelfvertrouwen
o Wederzijdse empowerment ipv machtsuitoefening
o Relationeel bewustzijn ipv zelfbewustzijn

E Eigen regie = eigen keuzes kunnen maken, zoeken naar iemands capabilities
= eigen-waarde
= autonoom in denken, handelen en doen
Hulpmiddel: zicht krijgen op interactiepatroon clint-professional
Roos van Leary

Empowerende houd inVganuit krachten en mogelijkheden > eigen regie opnemen Autonomie in verbondenheid
3 pijlers: krachtgericht, betekenisgericht, dialooggestuurd
Opgelet
- Aangeleerde hulpeloosheid
- Aangepaste voorkeuren

U Uitnodigend Gastvrijheid: opstellen voor logica vd clint (zit in kleine dingen) of gast-vriendschap
Echt contact maken
- Jezelf verplaatsen in ander + aandachtig
- Zien en gezien worden
- Samen-raken
Uniek Elke clint + elke professional => uniciteit van elke relatie




doelgroepdenken
- Normerend
- Bevooroordelend
- Reductie tot 1 eigenschap vd persoon

V Veiligheid = basisbehoefte ontplooien, ontw, hertellen Soorten
- Fysieke veiligheid
- Psychologische/emo veiligheid persoonlijk niche
Vertrouwen = betrouwbaar zijn
Trouw = iemand nt verlaten, gehechtheid > HV = latende houding Hulverlening = hoopverlening
Verbinding = verbinding (feitelijk) als aanzet tot verbondenheid (gevoel)
Omgevingscirkels van verbondenheid
- Zichzelf
- Anderen
- Voorwerpen/materiaal
- Groep, sml, culturen
- Levensgeheel, natuur(lijke), kringloop
E Empathie sympathie
=> compassie
Echtheid echt zijn
- Congruentie: binnenkant = buitenkant
- Waarachtigheid, oprechtheid
authenticiteit

L Liefdevol = aandachtsvol zorgzaam omgaan met ander Betekenistijd vs prestatietijd
Verhalen
- Verbinden: zichzelf, + toehoorder, + anderen
- Altijd betekenis
- Ver-innerlijking en her-innering
Luisterend houding Ongehaast en onbezet
Verbindende communicatie: waarneming, gevoel, behoefte, verzoek
h. Rol en positie vd hulpverlener Profiel van HV = complex
> vers fronten => beroepsdilemmas
- Ind denken vs ruimere context
- Zelfbepaling vd clint vs behoeften/wensen vh netwerk, begrenzing vd sml Typologien (Van der Lans)
Interventies afgestemd op context + situatie Ontmoeting via gesprek/dialoog


HV







Positie vd HV
- Psychologisch kapitaal- clint (micro)
o Gelijkwaardige relatie
o Empowerend werken
Respectvolle en onvoorwaardelijke positieve houding
Aansluiten ervaringen en behoefte vd clint
Vraaggericht


- Bruggenbouwer tss vers actoren
- Verbinding en aansluiting




Benoemen wat goed gaat
o Verachtingen clint: terug richting geven + relationele gelijkheid
o HV vers rollen afh vd clint procesgericht
o Versterken zelfhelpend vermogen, krachtgerichte zorg, participatie => eigen regie
- Sociaal kapitaal - omgeving clint (meso)
o HV opdracht: krachtbronnen aanbrengen
Vrije keuze (persoonlijk empowerment) overheid
Posities/rollen formele en informele zorg bespreken + erkennen
o Onderscheid
Bonding: verbroederend (interne soc cohesie)
Bridging: overbruggend (externe soc cohesie)
Linking: verbindend
- Maatschappelijk kapitaal - sml (macro)
o care + community = nieuwe eisen
Power from within
Power with
Power to
HV = bruggenbouwer tss clint en gmschp
Taak HV: sensibiliseren, macht/invloed uitoefenen, activerend/innovatief werken, taal
WANT iedereen heeft recht/keuze om deel te nemen aan de mts > mts klaar?
- Moreel kapitaal - zichzelf
o Reflecteren op beroepsdilemmas plekken der moeite
Doe ik het goed(e)?
Doe ik het om de goede redenen? (existentile dimensie)
Achterliggende normen en waarden
o Self-empowerment
Creren innerlijke drijfveren, existentile inzichten > omgaan met spanningsvelden
Keuzes maken voor zichzelf en anderen
o Normatieve professionalisering
Generalist
- Brede alg kennis en vaardigheden > onderbouwende kennis
- Focus basis
- Intermediaire professional (integrale HV): verbinding tss alle betrokkenen (+ meertalig)
- Persoonsgericht, dialooggestuurd Specialist
- Specialistische kennis en vaardigheden (expert gewone leven)
- Versmalling, verdieping
Specialist in generalistisch werken (T-shaped professional)
2. Community care
2.1. Wat?
Letterlijk: gemeenschapszorg
- Directe en persoonlijke banden
- Mensen met gedeelde overtuiging, sympathien
- Geografisch beperkt virtuele communities
= ondersteuning IN en DOOR de sml
Bulmer: warmte, emo steun, wederzijds vertrouwen
- Caring for IN (formeel)
wisselwerking
- Caring about DOOR (informeel)
Relationeel begrip
- Ontmoeten en verbinden
- Activeren en inbedden
! Normatieve aspect van actief burgerschap: relationele burgerschap > zicht ontplooien > autonomie
Micro: verstevigen positie vd clint (PK)




Meso: verbindingen maken + ondersteunen omgeving (SK)
Macro: sensibilisering vd sml (MK)
Vanuit dialoog: unieke beleving en betekenis voor eigen leven en HV + openstaan voor mogelijkheden/krachten
2.2. Krachtenbenadering van Rapp & Goscha
Doel: samenbrengen ind krachten + uit omgeving = verbetering levenskwaliteit (empowerment)
Hoe: kracht -en herstelgericht
Focus: mogelijkheden, zonder bestaan kwetsbaarheden te ontkennen Uitgangspunt: interdependence
Principes
1. Aanwezigheid en ontdekken
2. Inherente capaciteit om te leren, groeien, veranderen
3. Regisseur vd ondersteunende interventies
4. Relatie: samenwerking, wederkerigheid, partnerschap
5. In natuurlijke omgeving
6. Gehele gmschp = potentile hulpbronnen Toelichting






















Enabling niche entrapping niche
= omgeving/soc ruimte
- Max ontplooiingskansen
- Gn stigmatisering
- Veiligheid
- Soc waardering gehele persoon > groei + verandering
o Gevolg: gevoel eigenwaarde + capaciteiten inzetten + ontw
- Toegang andere niches
Realiseren
Presentie
Interventie
Integratie
Verantwoording
- Herstel en empowerment
- Integratie, normalisatie, burgerschap
- Pos psych
o Zelfdeterminatiemodel: competentie, autonomie, verbondenheid
o Zelfconcordantiemodel: zelf bepaalde doelen > motivatie Houdingsaspecten
- Relationeel paradigma, zorgethische benadering




- Empowerende benadering
- Veerkracht
- Holistische visie
- Ecologisch en sociaal constructivistisch perspectief
2.3. Steunend Relationeel Handelen (SRH) Steunend: kwaliteit van leven
Relationeel: samenwerking Handelen: actie en respons
Herstelgericht werken
- Wanneer? Blijvende verandering
- genezing > persoonlijk herstel
o Lich, psych, soc, mts herstel > doel: maximale haalbare QoL
- 5 helpende elementen: CHIME
o Connectedness veiligheid, vertrouwen en verbinding
o Hope and optimism empathie en echtheid
o Identity krachten en kwetsbaarheden + uitnodigend en uniek
o Meaning in life liefde en luisterende houding
o Empowerment eigen regie en empowerment
- Vanuit 3 posities
o Zichzelf (PK)
Persoonlijk herstel
Functioneel herstel
o Leefwereld (SK) - sociaal herstel
o Sml (MK) - mts herstel
Kernhandelingen
Verbinden - vanuit presentiebenadering
- Zien en gezien worden
- Aandachtvolle nabijheid: ontmoeting + er zijn voor iemand
- HV > betekenis
- verlatenheid Verstaan
- Echt begrijpen > erkenning
- Alle vormen van communicatie => communicatieve eenzaamheid Verzekeren
- Kwetsbaarheid
o Neg connotatie > ied verbonden met elkaar
o HV: houvast en zekerheid
Ind proces
Mts proces: politieke-, fysieke- en soc integratie
Eersterangsburgers tweederangs
Standaard mens nieuwe marginalen
Versterken
- Krachtgericht en empowerend werken
o Aanwezige krachten persoon + omgeving
o Krachten zijn tegengewicht voor problemen
- Vijf typen krachten
1. Wensen en aspiraties (willen)
2. Persoonlijke eig (zijn)
3. Talenten en vaardigheden (kunnen)
4. Kennis en ervaring (weten)
5. Krachten in omgeving (hebben)
- Veerkracht
- Hoop
. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 30.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document