Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: berrakyav - 1 jaar geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst:
Politieke partijen in de relatie tussen parlement en regering:
Informeel overleg tussen fractievoorzitters en regering over bestuurlijke agenda
Critici pleiten voor dualistische verhouding tussen parlement en regering
Anderen stellen dat monisme noodzakelijk is om met verschillende politieke partijen te kunnen regeren
Tegenstellingen tussen coalitiepartijen voorkomen dat n partij haar wil doordrukt
Belang van politieke partijen (partijleiders en fractievoorzitters) in relatie tot parlement en regering staat in schril contrast met hun plaats in de Grondwet en andere regelgeving


Beweging Inhoud
Toenemende regelgeving van instanties buiten Nederland Regelgeving komt steeds vaker van instanties die zich buiten Nederland bevinden, zoals de Europese wetgever. Deze wetten kunnen niet worden veranderd door de Nederlandse wetgever (verordeningen, besluiten) of laten de Nederlandse wetgever weliswaar enige ruimte, maar bevatten wel bepaalde kaders die gemplementeerd moeten worden (richtlijnen).
Beperking van de formele wetgever tot algemene doelen en open normen De formele wetgever beperkt zich steeds vaker tot het formuleren van algemene doelen en open normen en laat het aan bestuursorganen of privaatrechtelijke organisaties over om nadere regels te stellen. Het parlement besteedt regelgeving dus uit door middel van respectievelijk gedelegeerde bevoegdheden en zelfregulering.

Pg 84
Tendens 1:

Regelgeving komt steeds vaker van instanties buiten Nederland
Voorbeeld: Europese wetgever maakt wetten waar de Nederlandse wetgever niets aan mag veranderen (verordeningen, besluiten) of die kaders bevatten en gemplementeerd moeten worden (richtlijnen)
Formele wetgever beperkt zich steeds vaker tot algemene doelen en open normen en laat het aan bestuursorganen of privaatrechtelijke organisaties over om nadere regels te stellen door middel van gedelegeerde bevoegdheden en zelfregulering
Het verdwijnen van het primaat van de formele wetgever kan op verschillende manieren worden gewaardeerd

Tendens 2:

Vertegenwoordigende democratie krijgt niet alleen gestalte in periodieke verkiezingen van het parlement
Pierre Rosanvallon noemt dit "tegendemocratie"
Burgers hebben buitenparlementaire manieren om invloed uit te oefenen op wetgeving en beleid
Genstitutionaliseerd toezicht op parlementaire en bestuurlijke organen door organisaties die waakzaam zijn op machtsmisbruik of haperend beleid, zoals denktanks, audits en evaluaties, ombudspersonen, de RvS, rekenkamers, sociaal-economische raden, universiteiten of kwaliteitsjournalistiek
Belangrijk is de onafhankelijkheid van de betrokken instituties



Dimensie Beschrijving Voorbeelden
Tegendemocratie dimensie 1 Institutioneel toezicht op parlement en bestuurlijke organen Denktanks, audits en evaluaties, ombudspersonen, RvS, rekenkamers, sociaal-economische raden, universiteiten, kwaliteitsjournalistiek
Tegendemocratie dimensie 2 Juridisering van maatschappelijke conflicten en politiek proces Klimaatzaak Urgenda, SCP-zaak passief kiesrecht vrouwen
Tegendemocratie dimensie 3 Burgers als hinder-macht, vorm van gemobiliseerd wantrouwen Occupy, burgerjuries, GreenStijl/Peil, referenda zoals raadgevend referendum EU-Oekrane associatieverdrag.
Waardering vanuit vertegenwoordigende democratie: kan verschillend zijn. Positief punt is dat burgers buiten verkiezingen om verschillende mogelijkheden hebben om politiek actief te zijn en zich met wetgeving en bestuur te bemoeien.

. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden.

Antwoord rapporteren