Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: roosslotboom - 1 maand geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: 1: Wat is dementie?
Dementie is een hersenaandoening met cognitieve stoornissen als gevolg en
betreft een syndroom, geen ziekte.
2: Wat is de meest voorkomende vorm van dementie?
Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie.
3: Wat betekent afasie?
Afasie is het niet goed kunnen uitdrukken in woorden.
4: Wat is apraxie?
Apraxie is het onvermogen om doelbewuste handelingen uit te voeren.
5: Wat houdt agnosie in?
Agnosie is het onvermogen om objecten te herkennen.
6: Wat zijn enkele klinisch relevante kenmerkende (neuro)cognitieve
stoornissen bij dementie?
Geheugen, orintatie en herkenning, taal en handelingen, uitvoerende
vermogens, aandacht/concentratie en/of mentale verwerkingssnelheid,
visueel-ruimtelijke en constructieve vermogens.
7: Wat is de rol van de verpleegkundige in de palliatieve zorg voor ouderen
met dementie?
De verpleegkundige verbetert de kwaliteit van leven door vroegtijdig
signaleren en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere
symptomen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.
8: Wat is de betekenis van grijze druk?
Grijze druk verwijst naar het aantal ouderen (65+) dat drukt op de
samenleving.
9: Wat is de MMSE en waarvoor wordt het gebruikt?
De MMSE (Mini-Mental State Examination) is een test die wordt gebruikt voor
het vroeg screenen van dementie.
10: Welke fasen van dementie zijn er en wat kenmerkt deze?
Fase 1: Vermindering van angst en spanning, humor belangrijk. Fase 2:
Decorumverlies, mensen voelen zich verdwaald. Fase 3: Leven uit primaire
behoeften, tijdloze innerlijke wereld, nauwelijks contact met omgeving.
11: Wat is fronto-temporale dementie?
Fronto-temporale dementie is een vorm van dementie waarbij sprake is van
opvallende atrofie van de fronto-temporale hersenschors.
12: Wat is vasculaire dementie?
Vasculaire dementie is een vorm van dementie waarbij de doorbloeding in de
hersenen verslechterd, waardoor hersencellen beschadigd raken en kunnen
afsterven.
13: Wat is Lewy-bodydementie?
Lewy-bodydementie is een vorm van dementie met denk- en
bewegingsstoornissen.
14: Wat zijn de verpleegkundige taken bij de begeleiding van mantelzorgers
van zorgvragers met dementie?
Inventariseren en diagnosticeren van problemen, oplossingen zoeken,
verwijzen naar specialistische hulp, en systemisch werken gebaseerd op
systeemtheoretische en systeemtherapeutische principes.
15: Waarom is de levensgeschiedenis van ouderen en mantelzorgers
belangrijk in de zorg voor dementie?
Ingrijpende en traumatische gebeurtenissen uit het verleden kunnen een
grote impact hebben op het huidige leven en vormen een zware belasting
naast de lichamelijke en psychische achteruitgang.
16: Wat is een ander woord voor urineren?
Mictie.
17: Wat is een ander woord voor ontlasting?
Faces.
18: Wat houdt een defecatiepatroon in?
Het patroon van ontlasting, inclusief frequentie, vorm, hoeveelheid,
consistentie, geur, kleur, veranderingen, gebruik van laxeermiddelen,
abnormale bestanddelen, en pijnklachten.
19: Wat houdt een mictiepatroon in?
Het patroon van urineren, inclusief frequentie, hoeveelheid, kleur, geur,
helderheid, gebruik van hulpmiddelen, en pijn of moeite bij mictie.
20: Wat is oligurie?
Oligurie is een urineproductie van minder dan 500 ml per 24 uur.
21: Wat is anurie?
Anurie is een urineproductie van minder dan 50 ml per 24 uur.
22: Wat is polyurie?
Polyurie is een urineproductie van meer dan 2 liter per 24 uur.
23: Wat is nycturie?
Nycturie is een situatie waarbij de urineproductie s nachts groter is.
24: Wat betekent het als urine helder en lichtgekleurd is?
Dit betekent dat de concentratie van de urine laag is bij een hoge productie.
25: Wat betekent het als urine donkergeel is?
Dit betekent dat de urineproductie klein is en de concentratie hoog.
26: Wat betekent het als urine donkerbruin met geel schuim is?
Dit duidt op een hoog gehalte aan galkleurstof (bilirubine).
27: Wat betekent het als urine roodbruin vleesnatkleurig is?
Dit duidt op bloed in de urine (hematurie).
28: Wat is stressincontinentie?
Stressincontinentie is de meest voorkomende vorm van incontinentie, waarbij
urineverlies optreedt bij inspanning zoals niezen, hoesten, lachen, en tillen.
29: Wat is urge-incontinentie?
Urge-incontinentie is het hevige aandrang tot plassen waarbij vrijwel direct
moet worden toegegeven om urineverlies te voorkomen.
30: Wat is overloopincontinentie?
Overloopincontinentie is het onwillekeurig lekken van kleine hoeveelheden
urine uit een overvolle en overrekte blaas.
31: Wat is reflexincontinentie?
Reflexincontinentie is het uitplassen van urine na normale vulling van de blaas
zonder controle van de zorgvrager.
32: Wat is functionele incontinentie?
Functionele incontinentie is ongewild urineverlies doordat clinten niet in staat
zijn zelfstandig naar het toilet te gaan door lichamelijke of cognitieve
beperkingen.
33: Wat wordt bedoeld met de vochtbalans berekenen?
Het berekenen van de vochtbalans houdt in het meten van de inname en
uitscheiding van vocht om de vochtstatus van een patint te beoordelen.
34: Wat is een stoma?
Een stoma is een kunstmatige opening in het lichaam om ontlasting of urine af
te voeren.
35: Wat zijn de verpleegkundige taken bij stomaverzorging?
Verpleegkundige taken bij stomaverzorging omvatten het reinigen van de
stoma, het aanbrengen van een nieuw stomazakje, en het monitoren van de
huid rondom de stoma.
36: Wat is het belang van het monitoren van het defecatiepatroon?
Het monitoren van het defecatiepatroon helpt bij het vroegtijdig signaleren
van afwijkingen en het voorkomen van complicaties zoals obstipatie of
diarree.
37: Wat zijn abnormale bestanddelen in ontlasting?
Abnormale bestanddelen in ontlasting kunnen bloed, slijm, pus, of
onverteerde voedselresten zijn.
38: Wat zijn enkele oorzaken van pijn of moeite bij mictie?
Enkele oorzaken van pijn of moeite bij mictie zijn urineweginfecties,
blaasstenen, en prostaatproblemen.
39: Wat zijn enkele symptomen van een urineweginfectie?
Enkele symptomen van een urineweginfectie zijn frequente aandrang,
branderig gevoel bij het plassen, en troebele of sterk ruikende urine.
40: Wat zijn enkele behandelingen voor urine-incontinentie?
Enkele behandelingen voor urine-incontinentie zijn
bekkenbodemspieroefeningen, blaastraining, medicatie, en chirurgische
ingrepen.
41: Wat zijn enkele behandelingen voor obstipatie?
Enkele behandelingen voor obstipatie zijn vezelrijke voeding, voldoende
vochtinname, lichaamsbeweging, en laxeermiddelen.
42: Wat zijn enkele behandelingen voor diarree?
Enkele behandelingen voor diarree zijn voldoende vochtinname,
dieetmaatregelen, en medicatie zoals loperamide.
43: Wat zijn enkele oorzaken van incontinentie bij ouderen?
Enkele oorzaken van incontinentie bij ouderen zijn verzwakte
bekkenbodemspieren, neurologische aandoeningen, en bijwerkingen van
medicijnen.
44: Wat zijn enkele oorzaken van obstipatie bij ouderen?
Enkele oorzaken van obstipatie bij ouderen zijn verminderde darmmotiliteit,
onvoldoende vezelinname, en bijwerkingen van medicijnen.. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 20.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document