Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: San1 - 1 maand geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: ZO 4.1: Al bedenk je nog wel zo veel, het gaat om de clint zn voordeel
1. De student kan het technologie-acceptatiemodel toepassen op een paktijkcasus
De basis van innovatie ligt bij het betrekken van je stakeholders wat invloed heeft op de acceptatie
van technologie.
Technologie-acceptatiemodel (TAM):
Wat maakt dat iemand openstaat voor een bepaalde technologie? Welke factoren spelen
hier een rol en wat is de impact van deze factoren?
Perceived Usefulness & Perceived Ease of use: 2 factoren die mensen kan tegenhouden om
een innovatie te gebruiken. Wanneer een patint het nut er niet van inziet of niet weet hoe
je de technologie moet gebruiken kun je hier het gesprek over aangaan.
Productlevencyclus:
5 fasen:
1. Ontwikkeling
2. Introductie
3. Groei
4. Volwassenheid
5. Neergang
Voorbeeld innovatie: papieren dossier ECDs/EPDs.
Waarom falen innovaties?
Klanten beoordelen een innovatie a.d.h.v. een referentiepunt.
Weerstand van klanten kan zijn.
Natuurlijke weerstand Functionele barrires
Situationele weerstand Psychologische barrires
Acceptatie van technologie: beslaat het proces dat begint met het zich bewust worden van een
nieuwe technologie en eindigt met het incorporeren van het gebruik van die technologie in zijn of
haar dagelijks leven.
Acceptatie van innovaties:
Innovatie als verandering.
Incrementeel: in kleine stapjes de verandering inzetten.
2. De student kan verschillende doelgroepen inspireren door het adoptiemodel van Rogers toe te
passen
3. De student kan het implementatieproces zo inrichten dat de kans op adoptie groter is
Adoptie: de beslissing van potentile gebruikers om gebruik te maken van een innovatie vanuit de
overtuiging dat dit de best mogelijke oplossing is. Een innovatie is volledig geadopteerd als de
meerderheid van de potentile gebruikers de innovatie omarmt. In het algemeen is adoptie van
technologie het resultaat van een complex beslissingscomplex.
Adoptiemodel van Rogers:
Compatibiliteit: samenwerken met andere dingen. Nieuw iets moet aansluiten op bestaande
werkwijze.
Waarneembaarheid resultaten & (lage) complexiteit: Perceived Usefulness & Perceived Ease
of use TAM-model
Passief Actief
Radicaal
Incrementeel
Adoptie
Waarneembaarheid
resultaten
Mogelijkheid
tot uitproberen
(lage)
complexiteit
Compatibiliteit
Relatief
voordeel
Verschil acceptatie en adoptie:
Acceptatie: wil je als persoon iets wel/niet gebruiken.
Adoptie: is iets bijv. landelijk geaccepteerd. Hoe meer het geadopteerd is, hoe minder je als
persoon de keuze hebt om het bijv. niet te gebruiken. Het is standaard geworden.
ZO 4.2: Implementeren kun je leren
1. De student kan beschrijven wat implementeren is en welke verschillende benaderingen er zijn
Procesinnovatie:
Proces: verzameling van logisch gerelateerde taken die worden uitgevoerd om een bepaald
gewenst resultaat te behalen.
De mogelijke effecten van procesinnovaties:
Kostenverlaging.
Kwaliteitsverbetering.
Reactiesnelheid vergroten.
Doorlooptijd verminderen.
Duurzaamheid vergroten.
Proces innoveren in de zorg: digitaliseren.
Methodiek voor het doorvoeren van procesinnovatie:
4 stappen voor het doorvoeren van een procesinnovatie:
1. Bepalen doelstellingen: waar willen we heen?
2. Vaststellen huidige procesprestaties: waar staan we nu?
3. Onderzoeken van de mogelijkheden voor procesinnovatie.
4. Invoeren van de verandering.
Lean Six Sigma:
Product Adoption Curve:
2. De student kan bij de verschillende fasen van het veranderproces passende
implementatiestrategien inzetten
Implementeren:
Implementatiestrategie:
Stap 1: Idee.
Stap 2: Doel bepalen (Wie).
Stap 3: Verkenning (Wat).
Gebruik hiervoor het Technologie Acceptatie Model.
Stap 4: Implementatie (Hoe).
Hoe ziet het implementatieplan eruit?
Kennismaken met de technologie hoe doe je dat?
Stap 5: Borging.
. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 15.

Antwoord rapporteren