Economische sociologie
Deel I : Elementaire eenheden van de sociologie
Hoofdstuk 1 : Sociologie als wetenschap
10 stellingen om het gebied van de sociologie beter te begrijpen
1.Wat sociologie niet is
Sociologie is geen anti-economisme
Economengrapje : goede economen worden herboren als natuurkundigen, slechte
economen als sociologen
Sociologen zetten zich af tegen de economische wetenschap en stelt haar
geldigheid in vraag
Anti-economisme = geheel van kritieken die zich verzetten tegen de fundamenten
van de mainstream economische wetenschap
Kritiek : sociale wetenschappen zijn beter af zonder economische wetenschap
Beide wetenschappen hebben met elkaar gemeen dat ze beide spreken over het
handelen van mensen, hoe ze hun handelingen coördineren en hoe ze samenleven
Sociologen zijn geen zwakke versie van economen, maar zijn ook niet tegen de
economen
Sociologie is geen socialisme
Socialisme is een politieke ideologie
Populatie van sociologen herbergt vele politieke ideologieën (maar wel een modus;
gemiddelde en standaardafwijking op schaal)
Wat ze allemaal gemeen hebben : vermogen om eigen meningen te onderwerpen
aan consistente theorievorming en open confrontatie met de werkelijkheid
↔ De sociologie als wetenschap heeft geen ideologie (wetenschap wordt niet
onderworpen aan criteria van een ideologie)
↔ De sociologie als wetenschap heeft geen politiek programma
Sociologie is meer dan een verhaal
Verhaal = uitleg zoals het gebeurd zou kunnen zijn, cf. een model
Dichtbij de definitie van een hypothese
Nuttige stap naar wetenschappelijke verklaring, maar niet voldoende
Kan nooit meer zijn dan een basis voor empirische toetsing
Centraler in de economie (en meer geformaliseerd) dan in de sociologie
Economen ontwikkelen vaak een model van de werkelijkheid dat logisch en
consistent is, dus een verhaal, maar of het daadwerkelijk een verklaring van de
werkelijkheid is, zien ze pas later. De sociologie gaat empirischer te werk
In theorievorming staat de economie hoger dan de sociologie, net omdat ze
zoveel verhalen verteld
Sociologie praat het verwerpelijke niet goed
Verwijt is gebaseerd op een misverstand: sociologie probeert te construeren hoe
mensen goed en kwaad definiëren, hoe en waarom sommigen deze ‘regels’
overtreden
Ze worden verweten gedragingen goed te praten net omdat ze zo’n specifieke
situaties zoals prostitutie, drugsgebruik etc. onderzoeken
Maar: maakt zelf geen onderscheid tussen goed en kwaad
Sociologische verklaringen kunnen relevant zijn voor morele oordelen, maar ze
vervangen ze niet
2. Sociologie bestudeert sociaal handelen
Wat is sociologie dan wel ?
Sociologie = de wetenschap van de samenleving
Wat bestaat er tussen mensen ?
Kern : sociale fenomenen
“Het sociale” verwijst naar :
Sociaal handelen
Sociale feiten
Sociaal handelen
Object van sociologie : sociaal handelen
Deelverzameling van het handelen, dat op zijn beurt
een deelverzameling is van het menselijke gedrag
Gedrag = ruimste categorie van menselijk uiterlijk vertoon bv. niezen, ademen
In blauwe cirkel : voornamelijk gedrag dat onbewust plaatsvindt
Handelen = vormen van gedrag die gekoppeld zijn aan een intentie of bedoeling
bv. notities nemen
MAAR : ademen kan ook een handeling zijn, als de dokter vraagt diep in – en uit te
ademen
Normaal is ademen een gedrag dat geen handeling is
Essentieel aan het verschil tussen niet-intentioneel gedrag en handelen is dat het
laatste niet zinloos kan zijn, er is altijd een zekere betekenis voor wie ze uitvoert
Sociaal handelen = elk handelen dat zinvol op anderen betrokken is
MAAR : als het regent allemaal paraplu opendoen = gezamenlijk gedrag dat geen
sociaal handelen is
bv. bidden in een moskee is wel sociaal handelen
Sociologie en economie hebben met elkaar gemeen dat ze sociale handelingen als
studieobject hebben uitzondering : Robinson Crusoe (moest alleen overleven, economie
is normaal op interactie gebouwd (kopen en verkopen) )
2 criteria voor sociaal handelen
Criterium 1 : Intentionaliteit
Criterium 2 : Coördinatie
!!! Zelfde gedragingen kunnen tot meerdere deelverzamelingen behoren
Types van handelen
Bestaan wordt ontleend aan de oriëntatie van de handeling van het handelende
individu zingeving door het handelende individu (met zin geladen gedrag)
Elk gedrag is begrijpelijk omdat het betekenis heeft voor diegene die handelt
Doelrationeel (instrumenteel) handelen = bewuste afweging van middelen die
ingezet worden om gestelde doelen te bereiken
bv. goed verkopen aan de hoogst mogelijke prijs
Waarderationeel handelen = gedrag dat gesteld wordt omwille van de waarde van
het gedrag zelf onafhankelijk van het mogelijk effect ervan zoals succes, winst of
minimalisering van kosten
bv. Zelfmoordterrorist : wil van God uitvoeren, ongeacht effecten van het gedrag
bv. Muziek luisteren omdat je de schoonheid ervan apprecieert
Affectief handelen = niet-rationeel handelen bepaald door de gevoelsmatige
toestand en affecten van de actor
bv. Persoon die servies tegen de grond gooit bij een woede-uitbarsting
Rationeel handelen : bij rationeel handelen is er een oorzakelijke relatie tussen de
expliciete deliberatie en de handeling (afwezig bij niet-rationele vormen van
handelen)
Traditioneel gedrag = vorm van niet-rationeel handelen waarbij ingewortelde
gewoontes het gedrag bepalen bv. dagelijkse inkopen, vast ochtendritueel
Conclusies
‘Zinloos handelen’ is een contradictio in terminis
Er bestaat niets zoals zinloos handelen, wij zijn snel geneigd om gedrag dat we
niet kunnen plaatsen zinloos te noemen bv. zinloos geweld is nooit zinloos, het gaat
meestal om affectief handelen
Vat de overlap én het verschil in uitgangspunten tussen sociologie en economie (cf.
Robinson Crusoë)
a) Ook niet-rationeel handelen kan zinvol zijn
Economen gaan ervanuit dat iedereen rationeel handelt, sociologen niet
Affectief en traditioneel gedrag zijn beide niet-rationeel, maar wel zinvol
Economen houden er toch ook stiekem rekening mee bv. marketingacties