GM voor het ademhalingsstelsel
Veelvoorkomende ziektebeelden:
Hooikoorts
o seizoensgebonden overgevoeligheidsreactie op pollen (stuifmeel) van grassen of bomen
o Type 1 overgevoeligheidsreactie:
1ste contact met het allergeen: productie van IgE’s
IgE’s
binden zich aan mestcellen (= sensibilisatie !)
Bij volgend contact met allergeen: (via het allergeen) brug-vorming tussen aan
mestcel gebonden IgE’s => mestcel degranuleert:
De granuli (korrels) barsten open
Er komen allerlei stoffen vrij, die de omliggende weefsels beïnvloeden:
histamine, later ook leukotriënen
Vasodilatatie, permeabiliteit haarvaten stijgt, contractie gladde spiercellen,
zwelling slijmvliezen, toename van secretie van kliercellen
Meestal is de reactie orgaangebonden:
In neusslijmvlies: hooikoorts
In bronchi: astma
In huid: urticaria
Soms is er een gegeneraliseerde reactie: anafylactische reactie
Jeuk, rood worden, darmkrampen, bloeddrukval, dyspnoe door
bronchoconstrictie en glottisoedeem
Snel ingrijpen is nodig, zo niet overlijdt de patiënt door anafylactische
shock
Hier (bij astma) lokt blootstelling aan deze allergenen, een klassieke
astma-aanval uit, met een reactie ter hoogte van de bronchi
o Er ontstaat een benauwdheid ten gevolge van een vernauwing
van de bronchi, bronchoconstrictie genoemd.
o Allergische rhinitis (loopneus, jeukende ogen en niezen)
Astma
o Bronchiale allergie
o Omkeerbaar obstructief proces van de onderste luchtwegen, meestal uitgelokt door
allergenen
o Soms ook door niet immunologische stimuli (definitie)
o Meestal type 2 overgevoeligheid (onmiddellijke type)
Vorming immunoglobulines type E (IgE’s)
o Pathofysiologie van astma-aanval:
Snelle reactie/fase: histamine komt vrij door degranulatie: bronchoconstrictie
door:
Samentrekking van de gladde spiertjes in de wand
Oedeem door vasodilatatie, permeabiliteit
(hypersecretie)
Latere fase: (nà 6 à 8 u): leukotriënen worden nà synthese vrij gezet:
benauwdheid blijft door:
Infiltratie van slijmvlies dr ontstekingscellen (neutrofielen en
eosinofielen)
vernauwing door chronische ontstekingsreactie
verlaagt de drempel voor volgende aanvallen: patiënt wordt niet enkel
gevoeliger voor de stof waarvoor hij allergisch is, maar tevens voor vele
andere stoffen, zoals
uitlaatgassen, mist, rook,
T°schommeling enz….
= bronchiale hyperreactiviteit
Belangrijke doelstelling (astma):
voorkomen aanvallen maar ook van
hyperreactiviteit
COPD: Chronic Obstructive Pulmonary Disease
o De vernauwing van de luchtwegen is dus niet (zoals bij astma) aanvalsgewijs optredend,
maar is blijvend en progressief toenemend in de tijd
o 2 aandoeningen: chronische bronchitis en emfyseem
o Veel verschillen; toch gezamenlijke symptomen zoals:
chronische hoest,
ophoesten van slijm (mucus),
kortademigheid bij inspanning,
progressieve expiratoire obstructie en
toegenomen vatbaarheid voor luchtweginfecties
obstructie in de bronchi niet veroorzaakt door allergische reacties
o De belangrijkste oorzaak van beide aandoeningen is roken.
o Door te stoppen met roken, kan verdere schade zo veel mogelijk worden voorkomen
o Verschil chronische bronchitis en emfyseem
Chronische bronchitis:
vooral de ontsteking van de bronchi
verhoogde slijmproductie, stase van slijm
hypertrofie van de gladde spieren;
obstructie en infectierisico neemt toe
Emfyseem:
beschadiging van wanden van de alveolen (door chronische
ontstekingen) waardoor de elasticiteit van de longen afneemt
alveolen gaan samenvloeien waardoor er grote luchtblazen ontstaan
gasuitwisseling = bemoeilijkt (↓ contactoppervlak tussen lucht & bloed)