Hoofdstuk 1: Marketing als uitgangspunt Marketing omvat alle activiteiten die ervoor zorgen dat koper en verkoper dichter bij een ruil
komen te staan.
Het inspelen op de wensen en de behoeften van de klant. Definitie volgens Dr. Philip Kotler:
‘MARKETING IS EEN SOCIAAL EN MANAGEMENT PROCES WAARIN INDIVIDUEN EN GROEPEN VERKRIJGEN WAAR ZIJ
BEHOEFTE AAN HEBBEN EN WAT ZIJ WENSEN, DOOR PRODUCTEN EN WAARDEN TE CREËREN EN DEZE MET
ANDEREN UIT TE WISSELEN’
Behoeften
wensen
vraag
Markten
Producten
(Toegevoegde) waarde
(Klant) tevredenheid
Kwaliteit
Ruiltransacties
1. Kernbegrippen 1.1 Behoeften, wensen en vraag
Behoefte: idee van een individu dat hem aan iets ontbreekt.
Veelvuldig en menselijk van aard -> niet door de marketeers gecreëerd.
Industriële maatschappij -> proberen ze de behoefte te verwerven.
Minder ontwikkelde landen -> behoeften terugschroeven. Wens: concrete vorm die de menselijke behoefte aannemen.
Samenleving hoger ontwikkeld -> wensen nemen toe.
Kan verschillen naargelang cultuur en persoonlijk karakter Vraag: wens naar een bepaald product met de mogelijkheid en bereidheid ervoor te betalen
Pas als er echt wordt overgegaan tot aankoop -> interessant voor ondernemer 1.2 Marketing aanbod
Bedrijven proberen aan de hand van een aanbod de behoefte van een consument te
voorzien.
Product: wat aangeboden wordt voor aanschaf, gebruik of verbruik en voorziet in een
behoefte of wens.
1.3 Waarde, tevredenheid en kwaliteit
Waarde: customer value: waarde perceptie: elke klant baseert zich op een bepaalde waarde
om te kiezen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de voordelen en de opoffering -> een persoonlijke
keuze en subjectief.
Mensen proberen zo veel mogelijk waarde voor hun geld te krijgen.
Onderscheiden van concurrent -> waarde te creëren (concurrentiedruk)
Voordelen: product, service, imago, relationeel, maatschappelijk en sociaal (nut)
Opofferingen: te betalen prijs, tijd, moeite, psychische (prijs + extra verkrijgingskost)
Klantentevredenheid: klant is tevreden wanneer de verwachte waarde gelijk of meer is dan
de eigenlijke waarde.
Product voldoet aan de verwachting -> tevreden klanten komen terug. Kwaliteit: wie aan de verwachting voldoet, levert kwaliteit.
Het is niet altijd fysiek goed, het gaat ook om hoe de klant het ervaart.
Er wordt niet enkel naar tevreden klanten gestreefd maar naar zeer tevreden klanten-> zijn
trouwer, besteden meer geld, doen herhalingsaankopen en zorgen voor positieve
mondreclame.
TQM: Total Quality Management: kwaliteit nastreven in alle fasen van het
bedrijfsproces
1.4 Ruil en transactie
Ruil: handeling waarbij het gewenste product verwerft wordt door iets ander in ruil aan te
bieden. -> basisprincipe van marketing
Een aantal voorwaarden om een ruil te laten plaatsvinden:
- Minstens 2 partijen
- Elk iets van waarde
- Bereid zijn om zaken te doen
- Vrij om het aanbod te accepteren
- Beiden moeten kunnen communiceren
- Aangeboden daadwerkelijk kunnen leveren
- Tot een akkoord komen
Transactie: twee partijen die iets van waarde ruilen -> meeteenheid van marketing.
Er moeten minstens twee zaken van waarde zijn en overeengekomen voorwaarden, een tijd
en een plaats.
Hoe meer transacties, hoe succesvoller de onderneming. 1.5 Markten
Markten: een verzameling kopers en verkopers die transacties afsluiten -> plaats waar
ruilprocessen plaatsvinden.
Kopers en verkopers zijn verbonden met elkaar door 4 stromen. Verkopers sturen goederen
en diensten en communicatie naar de kopers. In ruil daarvoor krijgen ze geld en informatie.
Markt: een groep bestaande en potentiele afnemers van een product of dienst. 2. Marketingproces 5 grote stappen, de eerste 4 -> focus op de klant.
Onderneming probeert goeie klantenrelaties op te bouwen door klanten tevreden te stellen.
-> weten waar hun klanten belang aan hechten, klanten begrijpen en inzicht krijgen.
Laatste stap -> bedrijf centraal.
Er wordt waarde gecreëerd voor het bedrijf -> omzet, winst en klantenvermogen.
WAARDE VAN KLANT
DE MARKT, BEHOEFTEN
EEN
WINSTGEVENDE REALTIES
EEN KLANTGESTUURDE
KRJGEN OM WINST EN
EN WENSEN VAN
MARKETINGPROGRAMMA
OPBOUWEN EN OPTIMALE
MARKETINGSTRATEGIE
OPTIMALE
OPZETTEN DAT SUPERIEURE
KLANTENTEVREDENHEID
KLANT DOORGRONDEN
ONTWIKKELEN
KLANTENTEVREDENHEID TE
WAARDE LEVERT
REALISEREN
REALISEREN
Hoofdstuk 2: Marketingmanagementconcepten Marketingmangagment: strategieën om rendabele relaties op te bouwen met doelgroepen. 1. Ontstaan van marketingfilosofieën Er heeft een evolutie plaats gevonden -> verkopersmarkt naar kopersmarkt.
Verkopersmarkt: vraag groter dan het aanbod -> kopers moeten genoeg nemen met
standaarduitvoering van het product. Kopersmarkt: aanbod groter dan vraag -> klant heeft overvloed aan keuze.
Ondernemingspolitiek veranderde -> produceren van goederen ging naar produceren van
vraag. Onderneming moet oog hebben voor de noden van de klant en het aanbod daarop
afstemmen. Verkoopconcept werkt van binnen naar buiten -> inside-out
Marketingconcept werkt van buiten naar binnen -> outside-in 2. De vijf marketingconcepten Vijf concepten waar focus telkens anders ligt.
Chronologisch geordend, ze geven de evolutie weer van verkopersmarkt naar kopersmarkt.
Er wordt bij elk concept rekening gehouden met 1 of meerdere betrokken partijen:
organisatie zelf, klanten en maatschappij.
Afhankelijk van welk concept verschilt de manier van klanten te benaderen.
MAATSCHAPPELIJK
PRODUCTIECONCEPT
PRODUCTCONCEPT
VERKOOPCONCEPT
MARKETINGCONCEPT
MARKETINGCONCEPT
2.1 Productieconcept
- Inside-out
- Oudste marketingconcept
- Consument geeft voorkeur aan beschikbaar en betaalbaar
- Bedrijf zorgt voor efficiënte productie en distributie
- Nuttig concept in 2 situaties:
o Vraag groter dan aanbod
o Productiekost is te groot en moet verlaagt worden
- Risico: er wordt enkel gekeken naar eigen werkzaamheden en niet meer naar de
klant
Document Outline
1. Kernbegrippen
1.1 Behoeften, wensen en vraag
1.2 Marketing aanbod
1.3 Waarde, tevredenheid en kwaliteit
1.4 Ruil en transactie
1.5 Markten
2. Marketingproces
1. Ontstaan van marketingfilosofieën
2. De vijf marketingconcepten
2.1 Productieconcept
2.2 Productconcept
2.3 Verkoopconcept
2.4 marketingconcept
2.4.1 kenmerken van marketingconcept
2.4.2 verkoopconcept versus marketingconcept
2.5 Maatschappelijk marketingconcept
3. Marketing 2.0 en 3.0
3.1 Marketing 2.0
3.2 Marketing 3.0
1. Soorten omgevingsfactoren
2. Aard en duur van verandering
2.1 structurele verandering
2.2 Cyclische verandering
2.3 Seizoenscycli
2.4 Gebeurtenis
3. Micro-omgeving
4. Meso-omgeving
5. Macro-omgeving
5.1 Demografische omgeving
5.1.1 Bevolkingsgrootte en -groei
5.1.2 Veranderende leeftijdsopbouw van de bevolking
5.1.3 Veranderingen in gezinsopbouw
5.1.4 Aandrang tot migratie en culturele verscheidenheid.
5.2 Economische omgeving
5.2.1 Uitbreiding en integratie van de Europese Unie
5.2.2 Inkomensverdeling
5.2.3 Verandering in bestedingspatroon
5.3 De ecologische omgeving
5.3.1 Groeiend tekort aan grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen
5.3.2 Toenemende vervuiling
5.3.3 Klimaatverandering
5.4 De technologische omgeving
5.4.1 Snelheid technologische veranderingen
5.4.2 Toenemende regulering van de overheid
5.5 De politiek – juridische omgeving
5.5.1 Wetgeving ter regulering van bedrijfsleven
5.5.2 Sterke nadruk op ethiek en sociale verantwoordelijkheid
5.6 Sociaal-culturele omgeving
5.6.1 Sociale trends
5.6.2 De continuïteit culturele waarden en normen
5.6.3 Verschuiving in secundaire waarden
6. Reactie op veranderingen
7. Het nieuwe marketinglandschap
7.1 Het nieuwe digitale tijdperk
7.2 Globalisering
7.3 Ethische en sociale verantwoordelijkheid
7.4 Groei van non-profit marketing
7.5 Sterke nadruk op relaties
7.6 Opmars van dienstenmarketing
1. Marketinganalyse
1.1 SWOT-analyse
1.2 Concurrentieanalyse
1.2.1 Bepalen van de concurrentie
1.2.2 Concurrentietactieken op basis van marktpositie
1.2.2.1 Tactieken van de marktleider
1.2.2.2 tactieken van de uitdager
1.2.2.3 Tactieken van de volger
1.2.2.4 Tactieken van de nichesbedrijven
1.3 Marktanalyse
1.3.1 Belang van marktonderzoek
1.3.2 Definitie van marktonderzoek
1.3.3 Soorten marktonderzoek
1.3.3.1 Desk research – secundaire gegevens (interne/ externe bron)
1.3.3.2 Field research – primaire gegevens (kwalitatief/ kwantitatief onderzoek)
1.3.4 Vormen van marktonderzoek
1.3.5 functie van een marktonderzoek
2. Marketingplanning
3. Implementatie van het marketingplan
4. Controle
1. Marketingsegmentatie
1.1 Segmentatiecriteria voor de consumentenmarkt
1.1.1 Geografische segmentatie
1.1.2 Demografische verschillen
1.1.3 Psychografische segmentatie
1.1.4 Gedragssegmentatie
1.2 Voorwaarden voor effectieve segmentatie
2. keuze van de doelgroep
2.1 Doelgroep selecteren: marktbenaderingsstrategieën
2.1.1 Ongediffentieerde marketing
2.1.2 Gedifferentieerde marketing
2.1.3 Geconcentreerde marketing
2.1.4 micromarketing
2.2 Controverses en bezorgdheid rond doelgroepmarkting
3. differentiatie en positionering
3.1 Differentiatie- en positioneringsstrategie kiezen
3.1.1 Concurrentievoordeel zoeken
3.1.2 De juiste concurrentievoordelen kiezen
3.1.2.1 Hoeveel verschillende benadrukken?
3.1.2.2 Welke verschillen benadrukken?
3.1.3 Positioneringsstrategie kiezen en implementeren
3.2 gevolgen voor de marketingmix
1. het stimulus-responsmodel
2. kenmerken van de koper
2.1 culturele factoren
2.2 sociale factoren
2.3 Persoonlijke factoren
2.4 psychologische factoren
3. Besluitvormingsproces van de koper
3.1 Algemeen
3.2 Nieuwe producten
4. Soorten koopgedrag
1. Product
1.1 Productniveaus
1.2 Productindelingen
1.2.1 Indeling op basis van duurzaamheid
1.2.2 Indeling op basis van tastbaarheid
1.2.3 Indeling op basis van afnemer
1.2.3.1 Industriële producten
1.2.3.2 Consumentenproducten
1.3 Productlevenscyclus
1.4 Productbeslissingen
1.4.1 beslissingen over afzonderlijke producten
1.4.1.1 Kwaliteit, garantie en service
1.4.1.2 Merk
1.4.1.3 Verpakking en etiket
1.4.2 Beslissen over het assortiment
2. Promotie
2.1 Communicatiebeleid
2.2 Massacommunicatie versus persoonlijke communicatie.
2.3 Communicatie-instrument
2.3.1 Reclame
2.3.2 Publiciteit
2.3.3 Public Relations
2.3.4 Sponsoring
2.3.5 Persoonlijke verkoop
2.3.6 Sales promotion
2.3.7 Direct marketing
2.3.8 Viral marketing
2.4.9 Mobile marketing
2.4.10 Experience marketing
2.4.11 Narrowcasting
2.4.12 In-game advertising
3. Plaats
3.1 Distributiekanaal
3.2 Distributie-intensiteit
3.3 Distributiestrategie
4. Prijs
4.1 Prijszettingssysteem
4.1.1 Kostengeoriënteerde prijsetting
4.1.2 Afnemersgeoriënteerde prijszetting
4.1.3 Concurrentiegeoriënteerde prijsetting
4.2 Nieuwe tendensen prijsbepaling
4.2.1 Groepsprijs
4.2.2 One-to-one pricing
4.2.3 Zero pricing
1. Wat is social media
2. hoe omgaan met social media
2.1 Verzamelen van de nodige kennis binnen het bedrijf
2.2 Pilootproject de wereld insturen
2.3 Integreer social media in bedrijfsprocessen
3. Social media marketing
3.1 Social media marketing op twitter
3.2 Social media marketing op facebook
3.3 Social media marketing op YouTube
4. social media en de andere marketingcommunicatie-instrumenten
4.1 Social media versus direct mail
4.2 Online advertising