GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
1. WAT IS GEZONDHEID?
1.1.
WAT IS GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE?
= het wetenschappelijke onderzoek naar mentale, psychosociale en biologische processen &
gedragsmatig functioneren
o Dit onderzoek vind plaats via systematische observatie van waarneembaar gedrag en
aanvullend daarop ook zelfrapportage (vaak in de vorm van vragenlijsten).
zeker zelfrapportage wanneer bepaalde mentale processen zich niet, of slechts beperkt, in
waarneembaar gedrag manifesteren.
o Onderwerpen: taal, geheugen, concentratie, perceptie, emoties, sociaal gedrag en
gezondheidsgedrag.
o Op basis van het empirisme (= opvatting dat we de wereld ia zintuigelijke waarnemingen
kunnen leren kennen.
o Via empirische methoden: speculatie, inferentie (=redenering waarbij een conclusie wordt
afgeleid uit een of meer premissen), redeneren, feitelijke en systematische analyse.
-
Op academisch niveau: mogelijkheid om het inzicht in een bepaald verschijnsel te
vergroten
Op toegepast niveau: mogelijkheid nuttige kennis op te leveren voor het ontwikkelen van
nieuwe interventies.
Page 1 of 114
1.1.1. DEFINIERING GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
o Ontstaan eind jaren 70
o Defnitie als zelfstandige devisie binnen de American Psychological Association (APA)
o Definitie naar Matarazzo (Maes):
“een velddiscipline van de psychologie die zich richt op de somatische gezondheidszorg en die een
wetenschappelijke en professionele bijdrage levert tot de studie en de begeleiding van
gezondheids- en ziektegedrag en van hulpverlenend gedrag in verband met lichamelijke
gezondheid en ziekte”
o Belangrijke uitgangspunten:
relatie tussen gedrag en lichamelijke gezondheid en ziekte
(vs. geestelijke GZ)
ziekte en gezondheid wordt niet benaderd vanuit de sfeer van het abnormale,
psychopathologische gedrag.
(vs. klinische psychologie)
niet enkel gericht op ziekte-, ook op gezondheidsgedrag
(preventie, diagnose en behandeling)
een zelfstandige deeldiscipline van de psychologie
(vs. een medische hulpwetenschap: medische psychologie)
1.1.2. WAT IS HET VERBAND TUSSEN PSYCHOLOGIE EN GEZONDHEID?
o Mensen hebben allerlei ideëen over gezondheid die van invloed zijn op hun gedrag en emoties.
Daarmee beïnvloeden deze ideeën ook de gezondheid en de manier waarop mensen met ziekten
omgaan.
Page 2 of 114
1.1.3. UITGANGSPUNTEN VAN GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
het bio pscyho
sociaal model
Geïntegreerde
benadering voor
de assesment van:
Biologische/
Psychologische/
Sociale/
fysiologische
gedragsmatige
omgevingsfactoren
factoren
factoren
Die bijdragen aan gezondheid en ziekte
o Opvattingen over gezondheid kunnen verschillen per individu, per familie, per tijdvak, cultuur en
per sociale klasse.
o Bespreking modellen:
Biomedisch ziektemodel:
ook wel diagnose-receptmodel genoemd
stelt dat een symptoom van een ziekte een achterliggende oorzaak heeft die via medische
interventie kan worden genezen. (= stelt dat ziekten en symptomen een achterliggende
fysiologische verklaring hebben).
Volgens dit model bestaat er een directe, causale relatie tussen een ziekte en de
symptomen ervan.
relatief mechanistische opvatting over de werking van het lichaam weinig ruimte voor
subjectiviteit
ook wel reductionistisch genoemd het reduceert de geest, het lichaam en het menselijk
gedrag tot lichaamscellen of tot neurale of biochemische activiteit, en verklaart problemen
ook enkel op dit niveau. Het reductionisme negeert daarmee dat verschillende mensen op
verschillende wijze kunnen reageren op eenzelfde ziekte.
Page 3 of 114
Biopsychosociaal ziektemodel:
=het standpunt dat ziekten en symptomen door een combinatie van lichamelijke, sociale,
culturele en psychologische factoren kunnen worden verklaard.
neemt de subjectiviteit of beleving van ziekte en gezondheid mee in de beoordeling van
de gezondheid. Daarnaast wordt er gekeken naar de sociale en culturele factoren die mede
bepalen of iemand gezond dan wel ziek te noemen is.
veel ziekten hebben achterliggende organische oorzaken, maar kunnen toch unieke,
individuele reacties, oftewel subjectieve responsen, teweegbrengen bij patiënten.
deze benadering wordt ook toegepast in enkele aanverwante vakgebieden (ergotherapie
en algemene geneeskunde).
dit model verruimt het biomedische model met de interactie tussen biologische processen
en psychologische en sociale invloeden. hierdoor vormt dit model een complex en
multidimensionaal, maar potentieel vollediger handvat voor het besturen van de menselijke
beleving van ziekte en gezondheid.
1.1.4. DOEL GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
o Belangrijkste doel gezondheidspsychologie inzicht krijgen in de biopsychosociale factoren die
belangrijk zijn voor:
De bevordering en het in stand houden van de gezondheid
De verbetering van de gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid
De preventie en behandeling van ziekte
De oorzaken van ziekte (bv. Risicofactoren en kwetsbaarheid)
o Gezondheidspsychologie= een toegepaste wetenschap, met verschillende doelen:
Kwantificeren
Beschrijven (idealiter genereert beschrijvend onderzoek causale vragen)
Door de aannamen en houding omtrent gezondheid te meten, kunnen we, voordat we
interventies ontwikkelen, zicht krijgen op het probleem van voorspellende factoren.
1.1.5. GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE EN ANDERE TERREINEN
o Gezondheidspsychologie in ontstaan uit verschillende terreinen binnen de sociale
wetenschappen (modellen en theorieën overgenomen en aangepast uit o.a. sociale, klinische en
cognitieve psychologie, het behaviorisme).
o Tegenwoordig wordt GP gecombineerd met andere wetenschappen
(Gezondheidswetenschappen, sociale wetenschappen, geneeskunde)
o Gezondheidspsychologen werken meestal niet alleen, maar maken deel uit van een
multidisciplinair en interdisciplinair team.
Page 4 of 114
Document Outline
1. wat is gezondheid?
1.1. WAT IS GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE?
1.1.1. definiering gezondheidspsychologie
1.1.2. wat is het verband tussen psychologie en gezondheid?
1.1.3. Uitgangspunten van gezondheidspsychologie
1.1.4. doel gezondheidspsychologie
1.1.5. gezondheidspsychologie en andere terreinen
1.2. veranderende perspectieven
1.2.1. gedrag en gezondheid
1.3.1. lekentheorieën (over gezondheid)
1.3.2. crossculturele perspectieven op gezondheid
1.3.3. levensduur, ouder worden en aannamen over gezondheid
2. sociale verschillen in ziekte en gezondheid
2.1. leefwijze
2.2. gezondheidsverschillen
2.2.1. Bewijs voor gezondheidsverschillen
2.3. rijk t.o.v. arm: de invloed van armoede
2.3.1. Verklaringen voor ongelijkheid in gezondheid tussen sociaaleconomische klassen:
2.4. minderheidsstatus en gezondheid
2.4.1. etnische minderheden
2.4.2. andere minderheden
2.5. geslacht en gezondheid
2.5.1. Biologische verschillen
2.5.2. verschillen in gedrag
2.5.3. SociaalEconomische verschillen
2.6. werk en gezondheid
2.6.1. werkstress
2.6.2. werkloosheid
3. ongezond gedrag
3.1. wat is gezondheidsbevorderend gedrag?
3.1.1. gezondheidsbedreigend gedrag
3.2. ongezonde voeding
3.2.1. vetopname en cholesterol
3.2.2. zoutinname
3.3. overgewicht
3.3.1. hoe wordt overgewicht gedefinieerd
3.3.2. negatieve gevolgen van overgewicht
3.3.3. prevalentie van overgewicht
3.3.4. oorzaken overgewicht
3.4. alcoholgebruik
3.4.1. negatieve effecten door overmatig alcoholgebruik
3.4.2. aanbevelingen voor alcoholgebruik
3.4.3. alcoholgebruik onder jongeren
3.4.4. heeft het drinken van alcohol ook positieve effecten?
3.4.5. hoe ontstaat een drankprobleem?
3.5. roken
3.5.1. negatieve effecten van roken
3.5.2. prevalentie van roken
3.5.3. roken als verslaving
3.5.4. waarom roken mensen?
3.5.4. componenten
3.5.5. vloeistof (“e-juice”)-damp
3.6. onbeschermd seksueel gedrag
3.6.1. negatieve effecten van onveilig vrijen op de gezondheid
4. gezond gedrag
4.1. gezonde voeding
4.1.1. de gezondheidsvoordelen van het eten van fruit en groenten
4.1.2. waarom eten mensen onvoldoende fruit en groenten?
4.2. lichaamsbeweging
4.2.1. de voordelen van bewegen voor de lichamelijke gezondheid
4.2.2. de positieve gevolgen van lichaamsbeweging
4.2.3. de negatieve gevolgen van lichaamsbeweging
4.2.4. aanbevelingen voor lichaamsbeweging
4.2.5. waarom sporten mensen?
4.3. gedrag ten aanzien van medische controles
4.3.1. Vroegtijdige detectie van ziekten
4.3.2. Screening op risicofactoren
4.3.2. kosten en baten van screening
4.3.3. zelfonderzoek
4.3.4. deelname aan screeningsprogramma’s
4.4. vaccinatie
4.4.1. Het doel van vaccinatie:
4.4.2. participatie in vaccinatiepgramma’s
5. modellen voor het voorspellen van gezondheidsgedrag
5.1. invloeden op gezondheidsgedrag
5.1.1. persoonlijkheidskenmerken
5.1.2. sociale normen, familie en vrienden
5.1.3. attitudes
5.1.4. risicopercepties en onrealistisch optimisme
5.1.5. doelstellingen en motivatie voor gedrag
5.1.6. zelfredzaamheid (self-efficacy)
5.1.7. inconsequentie
5.2. modellen voor gezondheidsgedrag
5.2.1. gedragsverandering
5.3. sociale en cognitieve modellen van gedragsverandering
5.3.1. het health belief-model
5.3.2. de theory of reasoned action en de theory of planned behaviour
5.4. modellen voor gedragsverandering in fasen
5.4.1. het transtheoretische model (TTM)
5.4.2. het precaution adoption process-mode (PAPM)
5.4.3. het health action process approach-model (HAPA)
5.4.4. SOCM
6. het risico op ziekte verkleinen – individuele aanpak
6.1. het bevorderen van de individuele gezondheid
6.2. screeningsprogramma’s
6.2.1. erfelijkheidsonderzoek
6.2.2. vroegtijdige detectie
6.2.3. verandering van risicogedrag
6.3. gefaseerde veranderingsmodellen om risicogedrag te veranderen
6.3.1. motiverende gespreksvoering
6.3.2. Benaderingen via probleemoplossing
6.3.3. het uitvoeren van plannen en intenties
6.4. verandering modelleren
6.5. gedrag in de praktijk
6.6. cognitieve strategieën ontleend aan de cognitieve gedragstherapie