6. Pubers in de klas <br/>6.1 Gesprekken met leerlingen over seksualiteit <br/>Waarom?: <br/>1. kinderen krijgen veel info: juiste info geven = belangrijk! <br/>2. Ontwikkeling eigen seksualiteit: goede begeleiding = gezonde ontwikkeling <br/>3. Juiste info VOOR puberteit: geen risico’s! <br/>6.1.1 Uitgangspunt <br/>beelden en concepten verwarring <br/>seksualiteit = iets wat kinderen aanbelangt. <br/><i>6.1.1.1 Het begeleiden van de ontwikkeling <br/></i>Kinderen vragen en ervaringen die samenhangen met hun ontwikkelingsniveau. <br/>Ouders eerste plaats om deze ontwikkeling te ondersteunen <br/>Leerkrachten nood aan houvast en duidelijkheid. <br/><i>6.1.1.2 Normen en waarden vormen <br/></i>Opvoeden vanuit het besef van diversiteit van het seksuele leven en noden van mensen. <br/><i>6.1.1.3 Risicogedrag voorkomen <br/></i>Centrale doelstelling van SV = voorkomen dat kinderen risico lopen. <br/>Grootste risico = betrokken worden bij seksuele activiteiten die ze niet ten volle begrijpen of waar ze <br/>niet mee (kunnen) instemmen. <br/>Kinderen kunnen te ver gaan andere kinderen tegen hun zin betrekken in seksuele spelletjes, <br/>dwang of dreiging gebruiken, groepsdruk uitoefenen. kinderen leren sociale regels te respecteren. <br/>6.1.2 Eindtermen <br/>Zowel binnen de vakgebonden als de vakoverschrijdende eindtermen van het lager onderwijs is er in <br/>beperkte mate ook aandacht voor de doelen die verbonden zijn met seksuele vorming. WO – <br/>mens en sociale vaardigheden. <br/>Doelen: <br/>1. lichamelijke en emotionele ontwikkeling <br/>2. sociale ontwikkeling en leggen van relaties <br/>3. seksualiteit en gezondheid <br/>6.1.3 Aandachtspunten voor gesprekken over seksualiteit met kinderen van de lagere school <br/><i>6.1.3.1 Veiligheid <br/></i>Seksualiteit = delicaat thema <br/>Kinderen schroomvallig om over eigen ervaringen te spreken extra aandacht besteden aan een <br/>veilige en comfortabele sfeer. <br/><i>6.1.3.2 Diversiteit <br/></i>Grote verschillen in interesse, vragen en ervaringen. geen probleem als de verschillen positief <br/>geluid worden. Kinderen leren ook uit die verschillen en worden gestimuleerd naar anderen te <br/>luisteren. <br/>Culturele achtergronden grote invloed uitoefenen op opvattingen over seks en relaties. <br/>zinvoller om binnen een klasgroep te kijken naar overeenkomsten en de verschillen te zien als <br/>individuele verschillen. <br/><i>6.1.3.3 De totale persoon <br/></i>Soorten gesprekken: <br/>1. geplande gesprekken nl. lessen(reeks) relationele en seksuele opvoeding <br/>2. niet-geplande gespreken nl. tijdens een praatronde of op de speelplaats <br/>Seksualiteit en relaties = thema’s die verschillende domeinen van onze persoon betreffen KAVES-<br/>model als ruggensteun: <br/> K staat voor kennis <br/>Werkvormen waarmee <b>kennisoverdracht</b> gestimuleerd wordt zoals een lezing, een boek, een quiz, <br/>een opzoekopdracht, … <br/> A staat voor attitude <br/> Werkvormen die hierop inspelen zijn groepsgesprek, discussie of stellingenspel, een tekst schrijven <br/>over het eigen standpunt, … <br/> V staat voor vaardigheid <br/>Werkvormen met betrekking tot communicatievaardigheden, zoals oefeningen in taal, spreken, <br/>toneeltjes, rollenspel, teksten, non-verbaal gedrag herkennen, een weerbare houding aannemen, … <br/> E staat voor emoties <br/>Werkvormen waarmee je kinderen bewust kunt maken van de gevoelens die rond bepaalde <br/>ervaringen bestaan. Voorbeelden zijn film, een verhaal vertellen, poppenspel, stilstaan bij een <br/>uitspraak van iemand, … <br/> S staat voor sociale steun (klas/thuis) <br/>Groepsvormende methodieken die de klas als groep positief stimuleren. Ook de link met de <br/>thuissituatie en de mate waarin ouders bij de lessen betrokken worden zijn hierin belangrijk. <br/>8 pedagogische aanbevelingen: VIADEWEG <br/>1. Veiligheid: veilig klasklimaat, geen pestgedrag in de klas. <br/>2. Interactie: gesprek langs 2 kanten <br/>3. Aansluiting: bij de leefwereld <br/>4. Diversiteit: Mss weten sommigen dat ze homo zijn <br/>5. Evolutie: kijken naar hun groei <br/>6. Waarden: wat is goed en slecht (grensoverschrijdend gedrag) <br/>7. Emoties: gevoelens die het met zich meebrengt <br/>8. Gender: genderidentiteit <br/><i>6.1.3.4 Ouders betrekken <br/></i>Ouders = betrokken partij aangenaam verrast als zij via de opdrachten van de kinderen gevraagd <br/>worden om te participeren. Dit kan gaan over een interview, een foto, vragen over seks en <br/>geboorte,… <br/>Laten weten wanneer je de lessen geeft <br/><i>6.1.3.5 Schoolbeleid <br/></i>Iedere school beslist zelf welke plaats men geeft aan seksuele vorming. Belangrijk is dat deze <br/>seksuele vorming door heel de school wordt gedragen. <br/>Ongewenste seksuele intimiteiten moeten gemeld worden. <br/><i>6.1.3.6 Projectwerk <br/></i>Seksualiteit en relaties projectmatige aanpak. Kinderen = geïnteresseerd in deze thema’s <br/>betrekking op hun leven, komen zelf met veel vragen over de brug. <br/>Thema’s komen vaak van de kinderen zelf. Mogelijke thema’s kunnen zijn: <br/>Puberteit: wat gebeurt er met ons? <br/>Bloot: hoe zien we eruit? <br/>Voortplanting: hoe worden kinderen gemaakt? <br/>Is seks gezond? <br/><h1>Document Outline</h1><li>6. Pubers in de klas<li>6.1 Gesprekken met leerlingen over seksualiteit<li>6.1.1 Uitgangspunt<li>6.1.1.1 Het begeleiden van de ontwikkeling</li><li>6.1.1.2 Normen en waarden vormen</li><li>6.1.1.3 Risicogedrag voorkomen</li><li>6.1.2 Eindtermen</li><li>6.1.3 Aandachtspunten voor gesprekken over seksualiteit met kinderen van de lagere school<li>6.1.3.1 Veiligheid</li><li>6.1.3.2 Diversiteit</li><li>6.1.3.3 De totale persoon<li>K staat voor kennis</li><li>A staat voor attitude</li><li>V staat voor vaardigheid</li><li>E staat voor emoties</li><li>S staat voor sociale steun (klas/thuis)</li><li>6.1.3.4 Ouders betrekken</li><li>6.1.3.5 Schoolbeleid</li><li>6.1.3.6 Projectwerk</li><li>6.1.3.7 Vlaggensysteem Sensoa</li>