30 vragen over Gebarentaal in Vlaanderen
Sinds 1996 is er wat betreft de gebarentaal in Vlaanderen heel wat veranderd:
Tot 2000 werd de term “Vlaams-Belgische Gebarentaal” gebruikt.
Sinds 2000 is het “Vlaamse Gebarentaal”.
De introductie van de Vlaamse Gebarentaal in dovenscholen
Het wettelijke recht om onder bepaalde voorwaarden een gebarentaaltolk in te zetten
Het omschakelen van gebarensysteem naar gebarentaal in de opleiding van tolken
De toenemende participatie van gebarentaalgebruikers in “horende” kunstvormen
De aanpassing en introductie van het gebarentaalschrift SignWriting
...
In 2012 verscheen een derde, volledig herziene versie. Er waren aanpassingen nodig omdat er in het
Vlaamse Gebarentaal-landschap een aantal belangrijke evoluties geweest waren:
De Vlaamse Gebarentaal is nu een erkende taal. Op 26 april 2006 stemden de leden van het
Vlaamse Parlement unaniem voor de erkenning van de taal.
Steeds vaker worden mensen die een gebarentaal als eerste taal hebben, aangeduid met de
term “gebarentaligen”.
Voor Vlaanderen wordt dat “VGT-taligen”.
Deze termen worden ook wel gebruikt ter vervanging van de term “Doof” met grote D.
Tot voor kort werd in publicaties dikwijls een onderscheid gemaakt tussen “doof” en “Doof”.
doof = houdt verband houdt met de medische aspecten van het doof-zijn.
Doof = heeft betrekking op de socio-culturele aspecten.
De laatste jaren zien we dat auteurs dit onderscheid niet meer maken, vooral omdat het
niet altijd eenvoudig is om voor iemand te bepalen of die persoon Doof of “enkel doof” is.
“Dovencultuur” en “Dovengemeenschap” wordt wel nog met een hoofdletter geschreven.
Tussen 2012 en nu zijn er weer een aantal opvallende zaken veranderd:
Er zijn eerste experimenten met gemeenschapsmedia, media specifiek voor en door leden
van de Dovengemeenschap.
Het dovenonderwijs wijzigt, met nog meer dove kinderen en jongeren in het geïntegreerd
onderwijs, zonder of met tolk.
Een tolk Vlaamse Gebarentaal kan ook ingezet worden in de lagere school en in de
kleuterschool.
Vooral bij de jongere leerlingen fungeert die tolk meer en meer als taalrolmodel.
Opvallend is dat er in Vlaanderen, in tegenstelling tot Nederland en Wallonië, (nog) geen
tweetalige klasjes zijn waar dove en horende kinderen samen les volgen.
Door de toegenomen mogelijkheden om video-opnamen te maken en te verspreiden via
sociale media wordt de nood aan een gebarentaalschrift zoals SignWriting minder groot.
Er zijn al enkele jaren professionele dove tolken VGT actief.
Voor vertolking tussen:
o Geschreven Nederlands en VGT
o Andere gebarentaal en VGT
o VGT en International Sign
o Tolken voor dove kinderen of volwassenen die een afwijkende vorm van gebarentaal
gebruiken.
Inzetten van afstandstolken.
Wat is een gebarentaal?
Een gebarentaal is een taal
Maar “Wat is een taal?”.
Er bestaan verschillende definities voor “taal”. De definitie die wij zullen gebruiken:
Een taal is een natuurlijk ontstaan, menselijk communicatiemiddel waarmee je
kan communiceren over alles wat je denkt, ziet, voelt, droomt. Een taal bestaat uit
bouwstenen. Die bouwstenen worden volgens bepaalde regels samengevoegd tot
grotere gehelen. Elke taal heeft eigen bouwstenen en regels.
Wanneer je in deze definitie het woord “taal” vervangt door het woord “gebarentaal” krijg je dus het
antwoord op de vraag “Wat is een gebarentaal?”
Gebarentalen = talen, net zoals gesproken talen als het Frans, Engels, Nederlands, ... Maar
gebarentalen zien er wel anders uit, ze hebben een andere verschijningsvorm.
Bij gesproken talen gebruik je je oren om de taal waar te nemen en vooral je stem om de taal
te spreken.
o Gesproken talen zijn oraal-auditief.
Bij gebarentalen gebruik je je ogen om te “horen” en je handen en je lichaam om te
“spreken”.
o Gebarentalen zijn visueel-gestuele talen.
o De visueel-gestuele modaliteit biedt mogelijkheden die er niet of minder zijn voor
gesproken talen.
o In een gebarentaal kan je niet enkel “zeggen”, maar ook “tonen”.
o Voorbeeld: wanneer je gebaart dat iemand eet, kan je meteen ook tonen hoe dat
gebeurt en/ of wat er gegeten wordt. Je kan aangeven dat je een lepel vasthoudt, of
dat je met stokjes eet. Of je kan je handvorm zo kiezen dat meteen duidelijk is dat je
een koekje vasthoudt, of een groot stuk taart.
“Zeggen door te tonen” is veel moeilijker in een gesproken taal.
o De visueel-gestuele modaliteit biedt ook specifieke mogelijkheden voor de
grammatica van de taal.
Wie heeft gebarentalen uitgevonden?
Net zoals gesproken talen die niet op een bepaald moment door iemand zijn bedacht, zijn ook
gebarentalen niet uitgevonden.
Gebarentalen zijn (zoals de meeste gesproken talen) “natuurlijke talen”. Ze zijn spontaan ontstaan en
gegroeid doorheen menselijke contacten. Gebarentalen zijn ontstaan uit de onderlinge contacten
van doven.
Of dit voor alle gebarentalen het geval is, weten we niet zeker.
Hoe en op welk moment de verschillende gebarentalen zijn ontstaan, is niet altijd duidelijk. Het zou
best kunnen dat er gebarentalen bestonden voor er gesproken talen waren of dat het ontstaan van
gebarentalen niets te maken heeft met doofheid.
In de geschiedenis van verschillende gebarentalen spelen dovenscholen een belangrijke rol.
Vanaf de tweede helft van de 18e eeuw zijn er scholen waar dove kinderen samenkomen en
met elkaar communiceren d.m.v. gebaren.
Dit betekent niet dat er voor die tijd geen gebaren werden gebruikt, want ook vóór deze tijd
waren er doven die onderling (en misschien ook wel met hun horende omgeving) op een
visueel-gestuele manier communiceerden.
Er zullen ook wel doven geweest zijn die zo geïsoleerd leefden dat ze met niemand
communiceerden.
Maar omdat doven niet regelmatig in een grotere groep samenkwamen, hadden kleine groepjes of
zelfs individuele doven elk een eigen communicatievorm zonder dat er een gebarentaal ontstond die
door heel wat doven gekend en gebruikt werd.
Door het ontstaan van de dovenscholen kwam hierin verandering.
Grotere groepen doven werden samengebracht en er kon een gemeenschappelijke
communicatievorm, een echte gebarentaal, ontstaan en ontwikkelen.
Bovendien werd deze taal doorgegeven van generatie op generatie.
Omdat de dovenscholen belangrijk zijn geweest voor de ontwikkeling van gebarentalen en
omdat priester Charles-Michel De L’Epée als eerste een school voor dove kinderen startte,
wordt soms wel eens gedacht dat hij gebarentaal heeft uitgevonden.
DAT IS NIET WAAR!
o Gebarentalen zijn natuurlijke talen en natuurlijke talen ontstaan spontaan uit de
contacten tussen mensen.