Hoofdstuk 4: Fonologisch georiënteerde SK – therapie
We hebben het over fonologische stoornissen, EN VOORAL vertraagde en atypische fonologische
stoornis (een fundamenteel fonologisch probleem).
Inleiding
Fonologie wordt gestuurd samen met de semantiek (betekenis) van het kind, de woordenschat.
De fonologie begint met het invullen van het kruiswoordraadsel bepalen van de structuur van het
woord.
Fonologie treft de woordvorm (lang / kort woord, hoe klinkt het, aantal syllaben), de klanken en de
volgorde van de klanken.
Invullen van het kruiswoordraadsel = selectie en ordening van de klanken.
Dit zit allemaal in ons fonologisch geheugen.
Tijdens de ontwikkeling bouwt het kind dit geheugen op. Wij zien dit in de vorm van
fonologische processen.
Als je aan een ouder wilt uitleggen wat een fonologisch probleem is kan je het handig doen zo:
Stel dat het kindje zegt “kijk hier, een teen”, dan zou de mama zeggen “zeg eens steen”.
Een kindje met een fonologische stoornis zegt dan “dat zei ik toch, een teen”.
o Het kind is zich niet bewust dat ze een fonologisch probleem hebben en dat ze het
contrast niet ontwikkeld hebben.
Dit doet het kind omdat hij de betekenis van het woord /steen/ gekoppeld heeft aan het
woord /teen/.
Sommige kinderen met dit probleem blijven plezier houden in het praten, ondanks de vele
communicatieproblemen. De ouders vertalen vaak voor anderen wat ze bedoelen.
Er zijn ook kindjes die ervaren dat de omgeving hen niet goed begrijpt. Het kind wordt dan vaak
bewust dat die iets fout doet maar weet niet wat.
De reactie kan dan zijn: zwijgen, praten met de hand voor de mond of woorden vermijden .
Hoge prioriteit van de behandeling
Redenen waarom we starten met de behandeling:
De arts, de leerkracht, de ouders, … maken zich grote zorgen over de spraakverstaanbaarheid
Deze kinderen hebben dan een hoge prioriteit op behandeling.
Dit is meestal de klacht: “we verstaan ze niet goed”.
Het is prioritair dat we de kinderen in behandeling nemen, want zonder aandacht zullen we
geen substantiële verbetering krijgen.
We weten ook dat wanneer het kindje 5j. is en het is nog onverstaanbaar -> dat het en risico
heeft op lees – en schrijfproblemen.
De spraakverstaanbaarheid heeft een enorm grote impact op normale sociale interacties van
het kind
o Het hangt af van de persoonlijkheid van het kind: is het een prater / niet, is het zich
bewust dat ze niet verstaan worden door anderen, raakt het in isolement / niet, …
o Deze kinderen missen sowieso leerervaringen.
Hoe oriënteren we de therapie?
Door grondige evaluatie van de articulatie, zal aangegeven worden wat voor soort het probleem is.
We hebben altijd 2 keuzes:
Training deep = altijd fonetisch, betreft 1 SK die we motorisch gaan aanleren /
remediëren. We focussen ons op 1 probleem.
Training broad = altijd fonologisch, focus op het proces, op het uitbouwen van
linguïstische/cognitieve capaciteiten van het kind.
OF EEN COMBINATIE VAN DE 2
Er is niet altijd éénduidige differentiatie tussen fonetiek en fonologie.
De keuze is afhankelijk van het probleem van de patiënt. Deze keuze is de verantwoordelijkheid van
de therapeut.
De uitgestippelde articulatietherapie vraagt veel creativiteit van de therapeut.
Therapieprincipes: fonologie
PRIMAIRE DOELSTELLING het ontwikkelen van fonemische verschillen in de te hanteren taal
OF anders gezegd: verbeteren / ontwikkelen van de fonologische kennis van de patiënt.
(conceptuele activiteiten)
Het onderliggend probleem is altijd conceptueel van aard (vb. het kind weet niet dat men in
de spraak ook consonantclusters gebruikt).
Het zijn altijd conceptuele activiteiten, niet motorisch
o Conceptueel = we oefenen op het bewust maken van contrasten. Het kind moet
leren dat het verschil tussen 2 klanken heel belangrijk is om verwarring te vermijden.
Doel is om kinderen SK te leren gebruiken op een betekenisvolle contrastieve manier en dit
door de regels van de moedertaal te ontdekken.
Fonologie = systeem van regels dit betekent dat de therapie niet gericht is op 1 SK/1 foneem maar
wel op het verminderen van fonologische processen door:
1. Met het proces aan de slag te gaan => onderliggende fonologische regels leren toepassen
2. Niet de SK op zich leren
DUS DE THERAPIEPRINCIPES (KARAKTERISTIEKEN VAN FONOLOGISCH GEORIËNTEERDE
INTERVENTIE) ZIJN:
Primaire doelstelling = zie hierboven. Het is gebaseerd op het systematische karakter van de
fonologie.
Behandeling is niet gebaseerd op de SK zelf (zoals in de motorische benadering), maar het
gaat over het behandelen van een groep SK (het gaat over een proces, en niet over 1 SK).
o De behandeling is gebaseerd op het systematische karakter van fonologie
(modificeren van een groep SK aangetast door eenzelfde proces)
Ultiem doel = generalisatie (om de SK te gebruiken in communicatie)
Document Outline
Inleiding
Benaderingen
Minimale paren (Weiner, 1981)
Benaderingen o.b.v. fonologische processen
Cycles approach (Hodson en Paden, 1983)
Fonologische processen: Metaphon (Howell en Dean, 1994)
Trainen van het fonologische bewustzijn (Blachman, Ball, Black & Tangel, 2004)
Gecombineerde benadering: PACT (Bowen en Cupples, 1999)
Andere fonologisch georiënteerde programma’s
Working with children’s phonology (Lancaster & Pope, 1992)
Soundaround (Burnett & Wylie, 2002)
‘t Denkertje (Spiessens, Van Looveren & Vanmechelen, 2007)
Besluit bij andere fonologisch georiënteerde programma’s
Besluit