KLINISCHE VOEDINGSZORG
1. Voedingszorg
Wat is voedingszorg?
= een evidence based holistische zorgvorm die voeding als aangrijpingspunt gebruikt om de kwaliteit
van leven van een persoon of groep te verbeteren.
= zorg dragen voor de meest vitale levensbehoeften en levensgeneugten. Het wordt systematisch
toegepast, tijdig geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. Er is dus geen gouden standaard.
De persoon heeft één of meer acute of chronische ziekten
De persoon verblijft frequent in een zorginstelling, meestal 65+
De kwaliteit van leven is meer dan de afwezigheid van de ziekte
Veel aandacht voor preventie van aandoeningen en behoud van kwaliteit van leven
Zowel op kleine als op grote schaal
Ruime interventies met als doel de voedingstoestand en/of de kwaliteit van leven van een
persoon of groep verbeteren of handhaven.
Beperkt zich niet tot ouderen, maar kan ook gaan over personen met een psychiatrische
aandoening, personen met een fysieke of mentale beperking, …
De kunst van het afwegen
Er dient steeds een goede overweging te zijn van alle factoren, namelijk baten en kosten, voor dat
men het voedingsbeleid met de persoon bespreekt. De afwegingen worden multidisciplinair
besproken.
Baten: medische voordelen, verbeterde kwaliteit van leven, beter sociaal contact
o Voorbeeld: verbeteren van de voedingstoestand, makkelijker drinken, drankje kan
een halve maaltijd vervangen, verlaagd risico op een bepaalde aandoening,
voorkomen van medicatiegebruik, hogere energie inname, …
Kosten: financiële kosten, tijd, haalbaarheid, kwaliteit van leven
o Voorbeeld: bijvoeding mag niet ten koste gaan van de eetlust, kan duur zijn, niet alle
smaken van drankjes zijn even lekker, de smaak is minder, patiënt voelt zich alleen,
snelle vermagering, eventuele bijkomende klachten, …
De therapie is onderbouwd op basis van medische achtergrond, achtergrondinformatie, dieetkennis
en aangepast aan de specifieke situatie van de patiënt.
De stem van de patiënt
= de patiënt heeft, indien goed geïnformeerd, de eindbeslissing rond keuzes in het voedingsbeleid.
Als het niet mogelijk is om met de patiënt te praten vanwege cognitieve problemen,
ontwikkelingsstoornissen of een verminderd bewustzijn, dan moet de familie gecontacteerd worden.
Informed consent = de informatie overdracht waarin de risico’s van het (niet) toepassen van het
voorgestelde beleid worden besproken.
Bij een gebrek aan aanspreekpunten of medische noodzaak kan een interventie uitgevoerd worden
zonder tussenspraak van de patiënt of naasten.
2. Gerontologie en geriatrie
Gerontologie = de wetenschap van het proces van veroudering, met daarbij de focus op de fysieke,
mentale en sociale veranderingen die daarmee gepaard gaan
Geriatrie = de wetenschap over de combinatie van ziekten en de behandeling bij oudere patiënten.
Orthogeriatrie: focussen op botbreuken en botprothesen
Psycho-geriatrie: focussen op ouderen met psychiatrische stoornissen
Enkele belangrijke gerontologische processen
Het vermogen tot herstel: veerkracht en functionele reserve
Ouderen hebben een verlaagd vermogen om te herstellen na medische problemen. Veerkracht
maximaliseren en gezondheidsproblemen voorkomen!
Veerkracht = de mate waarin en snelheid waarmee personen kunnen herstellen van medische of
psychologische problemen.
Functionele reserve = de mate waarin het lichaam, een lichaamsdeel of orgaan reserve heeft om zijn
functie uit te oefenen.
Afname van spiermassa – verminderde anabole respons
Ouderen hebben een mindere capaciteit om spiermassa aan te bouwen vanwege:
een veranderde hormoonhuishouding
inadequate voedingsinname
een tekort aan fysieke activiteit
Mannen verliezen sneller spiermassa omdat zij ook meer spiermassa hebben. Het spierverlies
verloopt sneller op hoge leeftijd.
Sarcopenie: het proces van systematisch spierverlies, dat vertraagd kan worden met voeding en
beweging.
Cognitief functioneren
Ouderen leren minder snel nieuwe dingen bij en de vaardigheden zoals taalkennis, geheugen en
oriëntatie in tijd en ruimte gaan achteruit. Dit verloopt zonder een grote invloed op het algemeen
welzijn, maar het kan een pathologische oorzaak hebben zoals dementie.
Sociaal functioneren
Je hebt minder actieve sociale contacten naarmate je ouder wordt, door een hoge mortaliteit bij
ouderen, achteruitgaand gehoor en mindere mobiliteit. Het kan leiden tot eenzaamheid.
Belangrijke termen binnen geriatrische voedingszorg
Polypathologie
= een combinatie van verschillende chronische en/of acute aandoeningen. Een ander woord is
polymorbiditeit.
De geriatrische discipline spitst zich toe op het behandelen van polypathologische patiënten.
Polyfarmacie
= een persoon die vijf of meer soorten medicatie per dag neemt
Verschillende problemen bij polyfarmacie:
Interactie effecten tussen verschillende soorten medicatie
Stijgende kans op bijwerkingen zoals verminderde smaak- of geurperceptie, vertraagde
maaglediging, constipatie, diarree, toegenomen eetlust, ontregeling van de glycemie
De kans op onder- of overdosering stijgt moeilijker in te schatten metabolisatie van
medicatie
Kwetsbaarheid
= een medisch syndroom waarbij er door verschillende factoren een dalende fysieke kracht,
uithoudingsvermogen en fysiologisch functioneren is groter risico op gezondheidsproblemen en
sterfte.
Milde stressoren leveren een groot gezondheidsnadeel op. Een ingreep of een verandering in
medicatie kan een persoon tijdelijk invalide maken, maar een gepaste behandeling kan voor snelle
revalidatie zorgen.
Kwetsbaarheid kan ontstaan door:
Een systematische lage voedingsinname
Systematisch verlies van spiermassa
Complexe medische geschiedenis
Depressie
Sociaal isolement
Cognitieve achteruitgang
Invaliditeit – ADL en PDL
Invaliditeit = een blijvend verminderd lichamelijk en/of geestelijk functioneren na geboorte, ongeval
of ziekte. Er is een balans van wat een persoon zelf kan en wat niet (omschreven in ADL en PDL).
ADL = activiteiten van het dagelijks leven of algemene dagelijkse levensverrichtingen zoals jezelf
wassen, kleden, koken, … .
PDL = passiviteiten van het dagelijks leven. Alle handelingen die een individu niet meer zelf kan
uitvoeren en door iemand anders uitgevoerd worden om de gezondheid en het algemeen welzijn van
het individu te bewaren.
Combinatie tussen polypathologie, disability en kwetsbaarheid
Personen die kwetsbaar zijn, hebben een hogere kans om een bepaalde mate van invaliditeit te
ontwikkelen worden sneller ziek hebben minder veerkracht om te herstellen
Met voedingstherapie probeer je deze factoren te beïnvloeden om het algemeen welzijn van de
patiënt te verbeteren.
Document Outline
Behandeldoel en kenmerken: