Reflectie- en sociale vaardigheden
1.
Inleiding
-> Inspiratiebronnen handboek 1. Transsectionele analyse
-> vroegere levenservaringen hebben invloed op ons gedrag
+ altijd ’s avonds samen eten
- nooit naar het internaat door vorige slechte ervaring
2. Neurolinguïtisch programmeren
-> Hoe reageren we met ons gedrag en onze communicatie op wat we waarnemen?
3. Systeemtheorie
-> Oog hebben voor het grotere geheel, mensen zijn meer dan hun gedrag alleen, maken
onderdeel uit van systeem
• Afhankelijk van situatie/ context
• Maatschappij geeft mogelijkheden: hoe communiceren
-> cliché
4. De metafoor van de ijsberg 5. 7 aannames -> Effectieve communicatie Waarom effectief kunnen communiceren?
• Communicatie verbindt mensen met elkaar
• Belang van een goede relatie
o Elkaar niet begrijpen -> FRUSTRATIE
o Begrijp je jouw eigen communicatiestijl voldoende?
• Contact maken is belangrijk, maar hoe doe je dat?
Effectieve communicatie =
• Contact maken met de ander
• Contact maken met jezelf
o Eerst een goede relatie hebben met jezelf
o Waarom zeg je wat je zegt, waarom doe je wat je doet?
o Hoe blijf je jezelf in relatie tot de ander?
-> Zelfbewustzijn
2.
Deel 1: de opmaat naar effectieve communicatie
2.1. Hoofdstuk 1: de psychologie van effectieve communicatie Effectieve communicatie
-> Communicatie = verbinding
“mensen hebben mensen nodig”
-> Belangrijkste vaardigheid van de mens
-> Ingewikkeld proces waarbij misverstanden kunnen ontstaan
• Effectieve communicatie : effect = bedoeling!
• Ineffectieve: onderliggende bedoelingen van anderen worden niet herkend, begrepen of
gezien
-> ‘de onderstroom’
Communicatie
Ruis
-> De ontvanger reageert niet zoals de zender op basis van zijn boodschap zou verwachten: storingen
bij het overbrengen van e boodschap
• Meetbare of letterlijke ruis
-> bv. achtergrondgeluiden, te stil praten, …
-> ‘meestal’ gemakkelijk op te lossen
• Niet-meetbare of niet-zichtbare ruis
-> bv. verkeerde interpretaties
-> vraagt inspanning
Inhoudelijk en betrekkingsniveau
-> ‘Je kan niet niet communiceren’
-> Communicatie gebeurt niet met woorden alleen
-> Non-verbale communicatie: lichaamshouding, mimiek, stemvolume, …
-> Je communiceert altijd tegelijkertijd op 2 niveaus:
• Inhoudelijk niveau: ‘wat er letterlijk gezegd wordt’
• Betrekkingsniveau: ‘hoe dit gezegd wordt’, relatieniveau
-> relaties, waarnemingen, interpretaties, gedrag, emoties, … spelen een rol
Het is belangrijk om te ‘luisteren tussen de regels door’:
• Kijken naar de gezichtsuitdrukking
• Let op de lichaamsbewegingen
• Luister naar de intonatie van de stem
• …
-> Je hebt non-verbale communicatie nodig om een boodschap ‘juist gezegd’ te krijgen of ‘juist’ te
ontvangen
-> Pas dan maak je kans om naast de letterlijke inhoud (inhoudsniveau) ook de echte bedoeling van
de boodschap (betrekkingsniveau) te ontvangen Referentiekader of wereldmodel
= alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, waarden, normen, gewoonten en overtuigen
• Het heeft invloed op de manier waarop je waarneemt en interpreteert
• Uniek voor elk van ons!
• Vanzelfsprekend voor onszelf; soms vreemd voor de ander …
-> Effectieve communicatie = je verdiepen in het wereldmodel van de ander
Drie vormen van communicatie
1. Taal/ verbale communicatie
2. Intonatie
-> bv. articulatie, spreekritme, volume, timbre, melodie, accentuering, …
3. Lichaamstaal/ non-verbale communicatie
-> lichaamshouding, verzorging, bewegingen, gebaren, mimiek, … Congruentie: drie vormen zijn afgestemd op elkaar
-> Bv. iets leuks vertellen, daarbij glimlachen
Discongruentie: drie vormen zijn niet afgestemd op elkaar
-> Bv. iets droevigs vertellen, daarbij glimlachen -> verwarrend!
Interventie bij discongruentie: ‘METACOMMUNICATIE’
= Communicatie over de communicatie zelf
= Praten over de manier waarop je met elkaar praat -> De onderlinge verhoudingen tussen jou en je gesprekspartner verhelderen
-> Ruis weghalen: bedoeling wordt duidelijk