Het fascisme in Italië onder Mussolini (rechts)
1. Situatie na WOI
Italië was misnoegd om verschillende redenen:
Ze had kolonies zonder veel betekenis gekregen (Tunesie niet, wel Eritrea)
Economische crisis (hoge werkloosheid, hoge staatsschuld, stagnatie van de industrie)
Teleurstelling in het democratische systeem
Angst voor het communisme
Niet gekregen waarop men had gehoopt bij de vredesverdragen (=> geallieerden kwamen
afspraken niet na!)
Schaarste
Verbitterden sluiten zich uit vrees voor communisme aan bij fascistische beweging van
Mussolini: FASCI DI COMBATTIMENTO
Benito Mussolini:
Oud-strijder (WOI)
Verbitterd (oorspronkelijk marxist)
Journalist
Goede demagoog, populist (typisch voor fascistische leiders: bespelen van de massa)
Machocultuur
Fasces:
Bundel staven (houten roeden => macht om te straffen) met bijl
(=> macht over leven en dood)
Symbool autoriteit (oude Rome)
cf. belangrijke rol symboliek!
Fasci Di Combattimento:
Veel veteranen (=mensen die in de oorlog hebben gevochten)
Kleding: zwart hemd
Vaak gewapend en gewelddadig
Iedere streek had zijn eigen fascistenbaas (chaotisch)
Vechtpartijen met “vijanden”: socialisten, communisten, katholieke volkspartij enz.
Politieke situatie voor de machtsovername van Mussolini:
Regering onbekwaam om crisis op te lossen
Veel politieke partijen en regeringswissels
Koning Victor-Emmanuel III: ZWAK
Afkeer parlementair regime groeit
Zowel linkse als rechtse vleugel wordt radicaler en krijgt meer aanhangers (polarisatie)
Aanloop staatsgreep
‘21: beweging Mussolini wordt politieke partij: PARTITO NAZIONALE FASCISTA (PNF)
Leider=Duce
Veel malcontenten (oud-strijders, studenten, middenstanders, boeren, werklozen,
ambtenaren…)
Paramilitaire afdeling van de fascisten = knokploegen in uniform
‘22: machtsgreep => MARS OP ROME (= groepen fascisten trekken naar Rome met als doel
het overnemen van de hoofdstad, als je hoofdstad hebt overgenomen heb je het land in
handen)
Koning vreest burgeroorlog => biedt Mussolini het premierschap aan
2. Het fascistische regime vestigde zich tussen 1922 en 1924
Koning stelt Mussolini aan tot premier
Mussolini vormt regering van vertrouwelingen
Andere partijen geleidelijk afgeschaft => eenpartijstelsel (kenmerk dictatuur!)
Mussolini: de nieuwe sterke man
Speech bij Taranto
Zijn boodschap is hol, hij heeft geen concrete plannen
Hij komt zeer zelfzeker over, trekt de Italianen aan
Zeer arrogante houding (hoe hij staat, hoe hij spreekt) toen kwam het als daadkrachtig over
Lijkt op Trump (hij doet dezelfde dingetjes)
3. De dictatuur werd gevestigd tussen 1924 en 1927
Kenmerken totalitair regime (=de natie wordt volledig doordrongen van het regime in alle aspecten
van het leven, alles draait rond de ideologie van het regime):
Politiek:
Alle opposanten werden geliquideerd
Alleen de staat telde (niet het individu)
Er ontstond een personencultus rond Mussolini: Il Duce was onfeilbaar
Italië moest weer een grootmacht worden zoals onder de Romeinse keizers
(nationalisme)
Mussolini installeerde dus een politieke dictatuur: eerst regeerde hij met een volgzaam
parlement, maar vanaf 1938 stuurde hij dat parlement wandelen en regeerde hij enkel
met een fascistische raad
Economisch:
Vakbonden werden afgeschaft en vervangen door corporaties (=verenigingen waar
werkgevers en werknemers samen zitten met afgevaardigden van de partij en van de
regering controle)
Planeconomie in het voordeel van de staat (= kapitalisme onder controle van de staat)
Het stakingsrecht werd afgeschaft (= mogelijk protest in de kiem smoren)
Cultureel:
Een intellectuele dictatuur: onderwijzend personeel moest lid zijn van de partij
Er werd een fascistische jeugdbeweging opgericht
Radio, film en pers werden gecensureerd
De fascistische propaganda deed zijn werk: elke vorm van kritische zin werd monddood
gemaakt
4. Verwezenlijkingen
Mussolini pakte een deel van de problemen aan:
Verdrag van Lateranen:
Het einde van de Romeinse kwestie
Verdrag tussen paus en Mussolini
Het conflict tussen het Vaticaan en de overheid werd opgelost
De paus werd onafhankelijk en soeverein in Vaticaanstad. Hij beschikte over een eigen
munt, dagblad, vlag,… De staat betaalde hun wedde en hij kreeg ook een vergoeding
voor het verlies van zijn inkomen
Dit verdrag heeft veel kritiek opgeroepen omdat de paus zich neerlegde bij dit fascistisch
regime
Nataliteitspolitiek : mensen werden gestimuleerd om zoveel mogelijk kinderen op de wereld
te brengen
Arbeiders kregen voordelen bv.: 8 uur per dag werken
Er kwam een verbod op kinder- en vrouwenarbeid
De werkloosheid daalde door uitvoering openbare werken
Landbouw werd gestimuleerd door het droogleggen van moerassen, kunstmeststoffen,…
Al deze zaken werden door de propagandamachine opgehemeld. Dit heeft ervoor gezorgd
dat de arbeiders nooit massaal tegen het regime protesteerden.
Een nieuw Romeins rijk
Droom van een hersteld Romeins Rijk
MZ = mare nostrum
Italiaans-Ethiopische oorlog => Ethiopië bezet! => aanzien M daalt in
Europa
Steun aan Franco in Spaanse Burgeroorlog (’36-’39)
Aandacht voor Hitler Hitler kijkt naar hem op