Les 10: Dysartrie <br/>Neurogene articulatiestoornissen: <br/>Dysartrie = spraakmotorische stoornis, spraakbewegingen worden niet of moeilijk <br/>gerealiseerd. <br/>Apraxie = probleem in programmering van spraakbewegingen en in het snel uitvoeren van <br/>spraakbewegingen <br/>CP (Cerebral Palsy) <br/>Dysartrie = innervatie van spieren, neuromotorische spraakstoornis die 1, meerdere of alle <br/>componenten van spraakproductie aantast. <br/>Dysartrie vaak verworven (dus meer bij volwassenen) maar kan ook congenitaal (vaak <br/>gediagnosticeerd wanneer ontwikkeling op gang komt) <br/><b>Congenitale vorm als gevolg van cerebrale parese / cerebral palsy (CP) </b><br/>CP = ‘hersenverlamming’ centrale motorische dysfunctie, die de spiertonus, de houding en de <br/>beweging<b> </b>aantast, gevolg van een permanente, niet progressieve afwijking of laesie van het <br/>onvolgroeide brein. <br/> Meeste vormen van CP congenitaal (ontstaan kort voor, tijdens of na de geboorte) <br/> Ernst van probleem = afhankelijk van grootte van letsel in hersenen. <br/>Congenitale vorm: <br/> Prenataal <br/>o heterogeen, blootstelling aan bestraling, blootstelling aan drugs of zware metalen, <br/>zuurstoftekort in de baarmoeder, placentaloslating,… <br/> Perinataal <br/>o Hersenschade kan ontstaan door zuurstoftekort / intracerebrale bloeding <br/> Postnataal <br/>o asfyxie (verstikking), prematuriteit, sepsis en hoofdtraumata <br/> CP = meest frequent voorkomende motorische ontwikkelingsstoornis bij kinderen (60% van <br/>alle ernstige motorische aandoeningen) <br/> > 12.000 kinderen komen er per jaar bij <br/> CP is meest prevalente ontwikkelingsstoornis na verstandelijke beperking <br/> Aandoening vraagt levenslange medische opvoedkundige en sociale ondersteuning en <br/>revalidatie <br/> Levensverwachting van personen met CP sterk toegenomen <br/>Classificatie CP <br/>1e indeling op basis van lokalisatie van motorische uitvalsverschijnselen: <br/> Quadriplegie = paralyse van romp en 4 ledematen <br/> Diplegie = aantasting gecorrespondeerde ledematen aan beide zijden van lichaam <br/> Paraplegie = paralyse van onderste zijde van romp en beide onderste ledematen <br/> Hemiplegie = paralyse van 1 lichaamshelft <br/> Monoplegie = verlamming van 1 lidmaat <br/> Geeft niet aan welke soort paralyse aanwezig is <br/>Andere indeling beter: classificatiesysteem gebaseerd op neuromusculaire kenmerken van CP + <br/>aanduiding van aangetaste neurologisch systeem: <br/><b>Spasticiteit: </b><br/>Meest voorkomend: 50% <br/>Gekoppeld aan stoornis in pyramidaal systeem <br/>Toegenomen spierspanning, overmatige reflexactiviteit, langzame schokkende willekeurige <br/>bewegingen met toegenomen spanning <br/>PRATEN TEGEN WEERSTAND – ZEKER NIET SLAP <br/>Hyperreflexie treedt op (controle van grote hersenen valt weg) <br/><b>Athetose: </b><br/>Patiënten die gewrichten in alle bochten wringen, ONWILLEKEURIGE BEWEGINGEN, <br/>bewegingen die niet beheerst kunnen worden (vergelijking met Aziatische dansen). <br/>Komt voor bij 10% <br/>Gevolg van extrapyramidale laesie <br/>Gekenmerkt door aanwezigheid van langzame kronkelende bewegingen bij pogingen om <br/>bewuste acties uit te voeren <br/>Spiertonus: normaal in rust – hypertoon bij willekeurige bewegingen <br/><b>Ataxie: </b><br/>5% van alle gevallen <br/>Veroorzaakt door laesie t.h.v. cerebellum of zijn controlecircuits <br/>Gekenmerkt door evenwichtsproblemen <br/>Reflexen en spiertonus normaal <br/>Stoornis in kleine hersenen (ze zorgen er normaal voor dat bewegingen gefinetuned worden, <br/>binnen ataxie gebeurt dit niet) <br/>Met brede basis lopen, al wankelend (dronkenmanschap) <b>Rigiditeit </b><br/>In 1% van de gevallen <br/>Veroorzaakt door pyramidale schade en laesies van hogere corticale motorische centra <br/>Gekenmerkt door simultane contractie van alle spiergroepen – constant hoge spiertonus <br/>Vertraagde en gespannen vrijwillige bewegingen <br/>Rigiditeit = spierstijfheid dat kan ontstaan door verhoogde spierspanning (secundair kenmerk op <br/>spasticiteit) <br/><b>Gemengd </b><br/>Gemengde type = 2 types uit classificatie komen samen voor meest voorkomend = spasticiteit + <br/>athetose <br/>Spraakkenmerken bij CP <br/>CP kan stoornissen veroorzaken in: <br/> Sensorische en cognitieve ontw. <br/> Motorische stoornissen <br/> Kan spraak, taal en communicatie van kinderen met CP aantasten <br/> Verstaanbaarheid + gebaren en andere communicatieve signalen verminderd <br/> Ontwikkeling van expressieve en receptieve taalvaardigheid loopt vertraagd <br/> Motorische beperkingen invloed op verstaanbaarheid + vaardigheid om vlot pen en <br/>computer te gebruiken (minder kans om omgeving te verkennen – beperking voor <br/>ontwikkeling communicatie) <br/> Cognitieve beperkingen vertragingen in mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid <br/> Visuele / gehoorstoornissen beïnvloeden taalontwikkeling en interpersoonlijke interactie <br/>negatief <br/> 75 – 80% van kinderen met CP = duidelijke spraakproblemen <br/> Meestal direct gerelateerd aan de onderliggende neuromotorische stoornis <br/>o <b>Spasticiteit</b> = hypo- en hypertonus <br/>o <b>Athetose </b>= onwillekeurige bewegingen, hyperkinetisch <br/>o <b>Ataxie</b> = incoördinatie, slordig, onregelmatig <br/> Alle spraakaspecten kunnen hierbij aangetast zijn <br/> Articulatieproblemen meest opvallend bij CP <br/>Symptomen <br/>Verschillend, afhankelijk van type neuromotorische aandoening <br/> Meer articulatieproblemen bij athetose dan spasticiteit <br/> Gebrek aan precisie bij articuleren gevolg van beperkingen o.v.v. spierkracht, spiertonus, <br/>bewegingssnelheid en bewegingsbereik <br/> Atactische vormen slordige gemompelde spraak <br/> Ernstige problemen met spraakklanken (tongheffing belangrijk) <br/> Articulatie opvallend – vele onwillekeurige bewegingen die ermee gepaard gaan <br/> Problemen met stemgeving en verlenging van spraakklanken <br/> Finale klanken moeilijker <br/> Vooral clusterreducties, stopping, depalatalisatie, fronting, gliding <br/> Articulatie minder accuraat bij gebonden spraak <br/> Resonantie hypernasaliteit en nasale emissie, als gevolg van velofaryngeale dysfunctie <br/>o Zwakke orale resonantie problemen bij controleren en opbouwen van intra – <br/>orale druk <br/> Stemproblemen: <br/>o Zwakke stemgeving <br/>o Beperkt stemvolume <br/>o Geringe luidheidscontrole <br/>o Verlies van stem aan eind van zin of frase <br/>o Hoge toonhoogte <br/>o Schorre en geknepen stemgeving door hyperadductie <br/>o Heesheid door hypoadductie <br/><h1>Document Outline</h1><li>CP (Cerebral Palsy)<li>Classificatie CP</li><li>Spraakkenmerken bij CP<li>Symptomen</li><li>Spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD)<li>Verklaringsmodellen</li><li>Operationele kenmerken (hoofdkenmerken die altijd aanwezig zijn bij SOD):</li><li>Articulatiebewegingen bij het aanvankelijk en canoniek brabbelen</li><li>Spraakverwerving bij een baby / peuter (imitatiefase)</li><li>Vroegdetectie van SOD</li>