Anatomie - Chemie

Wat is Chemie?
Wat is Materie?
Massa
Elementen
Atoomstructuur
Isotopen
Waterstofbruggen
Elektrisch water
Zuren en basen
Chemische samenstelling cellen
Anorganische stoffen
Organische stoffen

Preview samenvatting (1 van de 4 pagina's)

Les 2: chemie Wat is chemie? = bestudeert samenstelling en verandering van materie  Wordt biologie Vanaf cellulair niveau Wat is materie? = alles wat massa heeft en ruimte in beslag neemt. De massa Vormt gewicht (zwaartekracht) 3 toestanden (vast / vloeibaar / gas) Bestaande uit stoffen Elementen = fundamentele stoffen  kunnen niet via de chemie afgebroken / veranderd worden  Periodiek systeem van elementen (PSE) van Mendeleev  Zuurstof, koolstof, waterstof en stikstof vormen 96% van ons lichaam  1 element  atomen Atoomstructuur Kern  protonen en neutronen (positief) Errond  elektronen (negatief)  Atoom is ongeladen (+ & -) Atoomgetal  # protonen Atoomgewicht  # protonen & # neutronen Isotopen = atomen met hetzelfde aantal protonen ( / atoomgetal) en een verschillend aantal neutronen ( = verschillend atoomgewicht). Waterstofbruggen 𝐻2𝑂  polair molecule (𝐻+ en 𝑂−) Elektrisch water Water = sterk elektrisch geleidend Zuren en basen Zuur  produceert 𝐻+ Base  ionen vrijzetten die reageren met ongebonden 𝐻− Zuur & base  omgekeerd evenredig pH meten  op pH – schaal = logaritmische schaal (7  8 = x 10) 0 = enkel 𝐻+ 14 = enkel 𝐻− Chemische samenstelling cellen Organische chemicaliën Anorganische chemicaliën Koolstof en waterstof Opgelost in water  ionen Lossen op in organische (elektrolyten) vloeistoffen Opgelost in water  geen ionen (non – elektrolyten) Anorganische stoffen Organische stoffen Koolstof OF waterstof Koolstof EN waterstof Meestal ook zuurstof Water Zuurstof Koolhydraten Koolstofdioxide Lipiden Zouten Proteïnen Nucleïnezuren Anorganische stoffen 1. Water 2/3 gewicht in ons lichaam!!  Belangrijkste component bloed – lichaamsstoffen  Levensbelangrijke fysiologische functies  Belangrijke reagens lichaamschemie  Absorptie en transport warmte  Belangrijk oplosmiddel 2. Zuurstof Opname via longen  Binding in bloed door hemoglobine (in rode bloedcellen)  Gebruikt door organellen  energie uit voeding 3. Koolstofdioxide (CO2)  Uitgeademd  Geproduceerd als afvalstof 4. Zouten  Verbinding tussen tegengestelde geladen ionen  In weefsels en vloeistoffen  Leveren geen 𝐻+ en O𝐻−  zuren en basen <h1>Document Outline</h1><li>Wat is chemie?</li><li>Wat is materie?<li>De massa</li><li>Elementen</li><li>Atoomstructuur</li><li>Isotopen</li><li>Waterstofbruggen</li><li>Elektrisch water</li><li>Zuren en basen</li><li>Chemische samenstelling cellen<li>Anorganische stoffen</li><li>Organische stoffen</li>