Algemene anatomie en fysiologie van het menselijk lichaam

Levend wezen
Cellen in de mens
Anatomie
Fysiologie
Organisatieniveaus (atomen, moleculen, ...)
Homeostase
Organisatie menselijk lichaam
Anatomische terminologie

Preview samenvatting (1 van de 4 pagina's)

Algemene anatomie en fysiologie van het menselijk lichaam Les 1 Levend wezen Wat hebben we allemaal gemeenschappelijk?: Reactievermogen → Reageren op veranderingen (extern / intern) → Acute & chronisch Groei → 1 – celligen: cel groeit → Meercelligen: cellen delen Voortplanting → Levensstijl ouders  invloed op kind Beweging → Extern: omgeving → Intern: vervoer stoffen Stofwisseling / metabolisme → Chemische reacties → 1 – celligen - meercelligen Cellen in de mens Elke groep cellen  eigen traject  differentiëren en specialiseren Differentiatie!! Anatomie en fysiologie Anatomie = studie van inwendige en uitwendige structuren  Relaties tussen lichaamsdelen (fysiek)  Levert info over functies → Macroscopisch = kunnen zien met het blote oog → Microscopisch = instrument voor nodig Fysiologie = studie van het functioneren van anatomische structuren.  Hoe werken dingen ? → Complex en moeilijker → Niveaus Organisatieniveaus 1. Atomen = kleinste stabiele bouwstenen 2. Moleculen = 2 of meer atomen aan elkaar → Verschillende vormen & functies 3. Macromoleculen = moleculen groeien tot grotere structuren 4. Organel = macromoleculen met specifieke functie 5. Cel = kleinste eenheid (structuur & functie) waarin alle reacties uitgevoerd kunnen worden. → Kan alles wat ze zou moeten kunnen binnen de soort → Wij zijn complexer (meercellig) 6. Weefsel = gelijke cellen werken samen om functie uit te voeren 7. Orgaan = verschillende weefsels werken samen → Bvb. Hart  Bindweefsel  Spierweefsel  Zenuwweefsel 8. Orgaanstelsel = verschillende organen werken samen → 11 orgaanstelsels  Uitscheidingsstelsel  Ademhalingsstelsel  … 9. Organisme = alle orgaanstelsels werken samen Noodzakelijke omgevingsfactoren  Water  Voedingsmiddelen  Zuurstof  Druk  Warmte Homeostase  Hoe kunnen we om met veranderingen? → Veranderingen van buiten kunnen ook veranderingen van binnen veroorzaken Homeostase = systemen zodat ons intern milieu stabiel blijft en we blijven leven. Omgaan met veranderingen Receptoren: ontvangt veranderingsinfo  structuur die veranderingen gaan aanpassen Besturingscentrum met instelpunt Effectoren: uitvoerders  doen veranderingen te niet Negatieve terugkoppeling  Afwijkingen worden gecorrigeerd → Effector veroorzaakt verandering in tegenovergestelde richting dan afwijking  Correctie verminderd de werking van de effector  Bv. thermostaat  Wat zijn normale waarden voor een individu? Positieve terugkoppeling  Afwijking wordt verdergezet  Evolueert verder dan normale toestand  Bv. bevallen / bloedstolling ( 1 klonter zorgt voor de start van het blijven maken van de klonters) Organisatie menselijk lichaam Lichaamsholten en opbouw Axiaal = het middensysteem (as) → Appendiculair systeem hangt aan het axiaal systeem Lichaam zit vol holtes → Ruggenmergholte / borstkas / buikholte <h1>Document Outline</h1><li>Levend wezen<li>Cellen in de mens</li><li>Anatomie en fysiologie<li>Anatomie</li><li>Fysiologie</li><li>Organisatieniveaus</li><li>Noodzakelijke omgevingsfactoren</li><li>Homeostase<li>Omgaan met veranderingen</li><li>Negatieve terugkoppeling</li><li>Positieve terugkoppeling</li><li>Organisatie menselijk lichaam<li>Lichaamsholten en opbouw</li><li>Anatomische terminologie<li>Doorsnede van het lichaam</li>