Recht
Thema 1 inleiding tot het recht
Verantwoording:
Recht is een zaak van alle burgers. Iedereen wordt met recht geconfronteerd. Normenstelsels
zoals godsienst en moraal behoren niet tot het rechtssysteem.
Wat is recht:
Het recht omvat een geheel van gedragsregels en normen. Deze gedragsregels en normen hebben
tot doel het maatschappelijk leven te ordenen. De regels worden opgelegd door de overheid en ze
zijn afdwingbaar.
Dwingend recht:
O.O: openbare orde
G.Z: goede zeden
T.B.V.Z: ter bescherming van de zwakken
Aanvullend recht:
Je kan van de regel afwijken
Oefeningen: aanvullend of dwingend recht?
1. De huurder mag onderverhuren en zelfs zijn huur aan anderen overdragen indien hem dat recht
niet is ontzegd.
Aanvullend recht.
2. Ouders dienen naar evenredigheid van de middelen te zorgen voor de huisvesting, het
levensonderhoud, het toezicht, de opvoeding en de opleiding van de kinderen. Als de opleiding
voltooid is, dan loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind.
Dwingend recht, ter bescherming van de zwakken.
Gemeentelijke administratieve sanctie = GAS-boete
Objectief recht:
Geheel van normen die de menselijke activiteiten, de onderlinge verhouding tussen mensen en hun
verhouding tot de gemeenschap regelen.
Subjectief recht:
Aanspraken die een persoon tegenover een ander laat gelden.
Rechtsmisbruik: subjectieve rechten mogen niet onbeperkt worden aangewend.
(proportionaliteitscriterium)
Rechtsmisbruik kan zich uiten:
Doordat men zijn recht uitoefent met de bedoeling anderen te schaden
Doordat men zijn recht uitoefent zonder enig nut of redelijk belang voor zichzelf
Doordat men zware schade toebrengt aan een ander terwijl men slechts een gering voordeel
voor zichzelf heeft.
Doordat men verschillende manieten heeft om zijn recht uit te oefenen en die manier kiest die
het schadelijkst is voor de andere
Vb: Na 20 jaar wil ik een bijkomende garage bouwen. Als ik de werken wil aanvatten, blijkt dat het
huis van mijn buur 30cm op mijn grond staat. De onschendbaarheid van eigendom indachtig, daag ik
mijn buur voor de rechtbank om zijn huis te laten afbreken.
De rechtbank oordeelt dat de schade die hierdoor aan mijn buur wordt aangebracht, onevenredig
groot is ten opzichte van het voordeel dat ik uit de afbraak verkrijg. De rechter beslist dat het huis
mag blijven staan maar dat mijn buur de waarde van de grond die hij van mij heeft ingepalmd moet
terugbetalen.
Burgerlijk subjectief recht
1. Vermogensrecht:
Vorderingsrecht
(voorbeeld: geld lenen aan iemand, iets kopen,…) tussen personen
Zakelijke rechten
(voorbeeld: het recht van gebruik, het vruchtgebruik, het recht van bewoning en de
erfdienstbaarheid) tussen persoon en zaak
Intellectuele rechten
(voorbeeld: iets uitvinden en willen beschermen: auteursrecht)
2. Persoonlijkheidsrechten in ruime zin:
Persoonlijkheidsrecht:
Zij zijn extrapatrimoniaal, dat betekent dat zij geen deel van het vermogen vormen en dus geen
geldelijke waarde hebben. (vb: vrije meningsuiting, recht op onderdak,..)
Familierecht:
Zijn subjectieve rechten waarover een natuurlijke persoon beschikt als lid van de familie waartoe
hij behoort of die hij zal stichten. (vb: erfenis, scheiden,..)
Materieel recht:
Regels die rechten toekennen en plichten opleggen.
Formeel recht:
Geeft aan hoe de naleving van het materieel recht verzekerd kan worden. Het bepaalt wat er moet
gebeuren bij niet-naleving van het materieel recht opdat het recht gehandhaafd wordt.
Materieel en formeel recht:
Materieel recht
Formeel recht
Diefstal
Hoe iets onderzocht moet worden
Trouwen
Hoe moet het proces
Materiële bronnen:
Hierbij gaan we opzoek naar de inspiratiebron die de inhoud van de rechtsregels bepaalt.
Zo kunnen volgende factoren vermeld worden:
1. Uitwendige factoren zoals biologische feiten, geografische, klimatologische, economische en
etnografische factoren, sociologische en economische gegevens.
Vb: dat meisjes volgens het vroegere burgerlijk recht moeten huwen vanaf 15jaar en jongens
pas vanaf 18 jaar, kan verklaard worden door het biologische gegeven dat meisjes vroeger
seksueel rijp zijn dan jongens.
2. Rationele en intellectuele factoren: de zeden, godsdienst, opvattingen van de bevolking.
Vb: de zondagsrust is geïnspireerd op de godsdienst. Dat men niet mag doden kan eveneens
gebaseerd zijn op de godsdienstige overwegingen maar kan eveneens gebaseerd worden op de
algemene moraal.
Formele bronnen:
We zoeken de reden waarom sommige regels als rechtsregels te beschouwen zijn. Het gaat m.a.w
over de vorm waaronder de norm zich aan de rechtssubjecten voordoet, de diverse manieren
waarop een rechtsregel ontstaat.
Meestal worden volgende formele bronnen vermeld:
De gewoonte, de wet, de rechtsspraak en de algemene rechtsbeginselen.
Privaat recht: Regelt de verhouding tussen de burgers onderling
Publiek recht: Regelt de algemene belangen en heeft betrekking op de inrichting, de werking en de
onderlinge verhoudingen van de overheidsorganen en op de verhouding van de overheid tot de
burgers
Gemengde rechtstakken: een deel privaat en een deel publiek
Privaat recht
Publiek recht
Gemengde rechtstakken
Burgerlijkrecht vb: testament
Grondwettelijk recht
Sociaalrecht (arbeidsrecht +
sociale zekerheidsrecht)
Vennootschapsrecht
Administratierecht of
Ondernemingsrecht +
bestuursrecht vb: onderwijs
economisch recht (gemengd
recht)
Arbeidsrecht
Strafrecht, strafprocesrecht
Burgerlijk proces recht
Ondernemingsrecht
Fiscaal recht
Sociale zekerheidsrecht
Economisch recht