Samenvatting neuropsychologie & psychopathologie
1. Mentale basisfuncties
1.1
Inleiding
Hersenen
o = veel verwerkingscentra o.w.v. alle mogelijke functies (spreken, eten, …)
Al die centra kunnen niet tegelijk werken
= vereist veel energie
+ grenzen voor de hoeveelheid informatieverwerking/sec
Daarom “voorzieningen” in het brein die het activiteitenniveau reguleren (=
regulatie hersenen)
Zo min mogelijk energie verspillen én
Verdeling v/h werk aangepast aan de eisen v/h moment
Resultaat regulatie zien we in twee gedragsaspecten
o 1. Aandacht
o 2. Bewustzijn (alertheid)
o Aandacht & bewustzijn
= 2 mentale basisfuncties
= bepalend voor de kwaliteit van andere cognitieve processen
Nauw verbonden met oriëntatie
Def oriëntatie: Het besef van tijd, plaats en de sociale omgeving waar men zich in bevindt.
Afhankelijk van alertheid, aandacht, geheugen en waarneming
Def oriëntatieonderzoek: Manier om snel een indruk te krijgen van iemands mentale status.
1.2
Bewustzijn (alertheid)
Bewustzijn in de zin van alertheid: Wakker, opmerkzaam, snel reagerend, ...
Gekenmerkt door niveau
o Het kan verhoogd, verlaagd of iets tussenin zijn
Verlaagd: Slaap
Tussenin: Algemeen wakker zijn
Verhoogd: Plotse gebeurtenis
Def arousalrespons of wekreactie: Ontstaat bij een onverwachtse gebeurtenis wat onze alertheid
doet stijgen.
Respons = Ogen openen, hoofd heffen, draaien naar prikkel, …
Vaak gepaard met toename spiertonus, ademhaling, bloeddruk of hartslag
“Arousal”
o 1. Respons
o 2. De door de respons teweeggebrachte toestand (= alertheid)
1.2.1 Functionele anatomie
Bewustzijnsgraad correspondeert met gemiddelde activiteitsniveau van hersenschors
o Die activiteit is onder controle van de formatio reticularis (FR)
Bovenste deel FR is gelegen in hersenschors
Deze zendt vezels omhoog die uitwaaieren naar alle delen van de
cortex
o Deze vezels hebben een stimulerende werking op de
hersenschors (ARAS)
o Type vezels
Afferent
Collateralen van sensorische vezels
1.2.2 Alertheid beïnvloedende factoren
Alertheidsniveau geregeld door FR.
FR = “accu”: Wordt door verschillende stroombronnen gevoed. Valt er één weg, dan loopt de accu
leeg en neemt het alertheidsniveau af.
Prikkels die FR “opladen”:
1) Zintuigen
o Na zintuiglijke waarneming: Cortex staat klaar om prikkels te verwerken
o Prikkels: Fel licht, lawaai, kou, pijn, actieve houding, …
2) Hypothalamus
o Bron voor:
Honger, seksuele lust, biologische klok (wanneer slapen, …)
3) Limbisch systeem
o Nauw betrokken bij emoties
Def emoties: Stereotiepe reactiepatronen die tot doel hebben de belangen
van het individu te behartigen
4) Cortex
o Afferenten uit sensorische schorsgebieden: Betrokken bij oriëntatiereacties
o Afferenten uit motorische schorsgebieden: Berichten FR dat er motorische
commando’s zijn verstuurd
FR wordt actiever en bereidt hersenen voor op verwerking van info
o Afferenten uit prefrontale schors: Het bedenken van plannen, continue activering van
FR
Bovenstaande factoren:
Nagaan wat de oorzaak van zwakke alertheid kan zijn
Aanknopingspunten voor creëren van alertheidsbevorderende werksfeer