TALENTGEDREVEN WERKEN
= sterke kanten benadering – vertrekken vanuit sterktes als basis voor groei & ontwikkeling 2 perspectieven om naar mensen te kijken
Wegwerken van tekorten
Ontwikkelen van sterktes
Vooruitgang door het vaststellen van tekort of de
Focus op alle krachten en sterktes bij mensen om te
kloof tussen wat is & de norm + door het
groeien
wegwerken van tekorten
contact maken met talent, succes, vermogen,
intrinsieke motivatie, beeld over gewenste
Vertrek vanuit norm die aangeeft wat de gewenste
toekomst
norm is
Zelfsturing en verantwoordelijkheid worden
= afstand tussen actuele toestand en norm geeft
geactiveerd = wens om te groeien ontstaat
aan hoe groot het probleem is (bv AVI)
Groei wordt vastgesteld door te kijken naar wat de
resultaten zijn die aangeven dat er stappen zijn
gezet in gewenste richting
Voordeel
Voordeel
- Duidelijk communiceren wat doel is
- Je kan mensen in beweging zetten
- Niveaubepaling en beeld wat nog niet lukt
- Je maakt dynamiek los
- Gezamenlijke wil om het beter te doen
Nadeel
Nadeel
- Geen rekening houding met betrokkenheid,
- Groei gaat in andere richting dan wat nodig
motivatie, gedrevenheid en groei
is (zelfvertrouwen stijgt maar avi niveau nog
- Er wordt vaak afbreuk gedaan aan
niet – komt in volgende fase)
geleverde inspanningen (enkel kijken naar
- Groei beantwoordt onvoldoende aan
punt op toets ipv naar werk dat hij erin
verwachten
heeft gestoken)
beide perspectieven integreren
Perspectief 1 nodig om op maat werken, behandelplan opstellen, testen afnemen, interpreteren, verhaal
brengen naar ouders Door met talent bezig te zijn ontwikkel je veerkracht om met stoornissen/zwakte om te gaan Talent
= het hebben van een unieke gave, een natuurlijke aanleg. Talent wordt zichtbaar in elke
activiteit die moeiteloos gaat en die je voldoening geeft. Als je doet waar je goed in bent, dan
vliegt de tijd en dan laad je je batterijen op (Luk Dewulf)
39 talenten met bijhorende prentjes Talent: kan je door nature, hoort bij jou competentie: kan je door dat je het geleerd hebt Definitie bestaat uit 4 lagen
1. Activiteiten die vanzelf gaan
Ik ben een planner – planning maken gaat vanzelf
2. De tijd vliegt – “flow”
State of mind waarin je het gevoel hebt dat je niet bewust bent
van de tijd ‘de dag is voorbij gevlogen en ik ben precies nog maar
net begonnen’
Bv tafel dekken als er volk komt, les voorbereiden, therapie
opstellen, … = in kader van mooimaker
Proberen om voor cliënt tijdens therapie de tijd te laten vliegen
3. Batterijen laden op
Als je talenten kent, bewust mee bezig zijn om die in te zetten
batterijen opladen
Je komt thuis – je bent moe maar hebt tegelijkertijd positieve
enerige
Kind komt naar therapie om te werken aan moeilijkheden +
batterijen opladen talentgedreven werken
4. Anderen + identiteit
Je hebt anderen nodig om je talent te ontdekken
Als je talenten niet binnen het systeemonderwijs passen bv niet lang kunnen stilzitten, kennis opslaan,
opdrachten maken, … “ik heb geen talenten, ik kan niets” krijgen bv de stempel adhd
Er is overlap tussen talenten op school en talenten in het echte leven
Wij zien de kinderen die niet in het schoolsysteem passen bv kind met adhd – heeft het gevoel dat hij niets
kan Alleen talent hebben = niet voldoende
Talent + gedrag + context Moment van stress, je voelt je niet op je gemak je talent komt in overdrive
Bv positief talent overdrijven als je stress hebt
Bv foutenspeurneus: overdrive = wordt een betweter
Bv mooimaker: stress, weinig tijd = extra tijd besteden aan opruimen als je er geen tijd voor hebt Op dit soort momenten heb je een hefboomvaardigheid nodig om de overdrive terug te neutraliseren
= een vaardigheid om meer uit je talent te halen 6 principes van talentgedreven werken
1. Elk gedrag heeft een positieve intentie
= kind toont intentie in een gedrag bv storend gedrag verder onderzoeken naar achterliggende
(positieve) intentie
2. Alles start vanuit talent
= je gelooft dat iedereen talent heeft + je gelooft dat je dat kan inzetten om motivatie te ontwikkelen
3. Alles wat je aandacht geeft, groeit (net zoals een plantje)
= zowel negatieve als positieve aspecten
4. Samen in een kring gaat het lukken
= netwerk en een kring rond het kind is een essentiële hulpbron
Als het kind het alleen kon, was het al lang gelukt kind heeft nood om alles alleen te doen slagen
maar soms lukt dit niet en wordt de omgeving ingezet bv ouders, leerkracht, grootouders, …
Bv lezen lukt niet goed maar bij oma wel inzetten om zoveel mogelijk bij oma te lezen
5. Alle gedrag is voorbeeldgedrag
= kinderen doen na wat anderen doen, kinderen doet niet wat anderen zeggen
Durf jezelf te zijn in begeleiding met kind bv ik heb het zelf ook moeilijk met …
6. Taal helpt om elkaar te verstaan
= kiezen voor positieve taal: je bent een bewuste beweger ipv adhd’er
je bent een foutenspeurneus ipv betweter
Positieve psychologie
= wetenschap die zich richt op alles wat goed gaat – recente stroming eind jaren ’90
Uitgangspunt: reguliere psychologie is te eenzijdig gericht op klachten en te weinig op krachten
Grondlegger: Dr Martin Seligman (Nikki principe = dochter “ik ben gestopt met wenen, nu jij met boos zijn”) Thema’s binnen PP: optimisme, hoop, zelfrespect, positieve emoties, veekracht, geluk, dankbaarheid, …
talentgedreven werken plaatsen binnen positieve emoties en veerkracht