Samenvatting sociologie (2020 – 2021)
Inhoud
Deel 1: Inleiding in de Belgische Sociale Zekerheid ........................................................................... 2
1.4 Kenmerken van sociale verzekeringen ................................................................................. 3
1.4.1
Bieden een inkomen bij het zich voordoen van een erkend sociaal risico ..... 3
1.4.2
Band met het arbeidsverleden ......................................................................................... 4
1.4.3
Sociale verzekeringen verschaffen vervangingsinkomens en inkomens-
1.4.4
Professionele opbouw van de sociale verzekeringen ............................................. 5
1.5 Het verzekeringsprincipe en de solidariteitsprincipes ................................................... 6
1.5.1
Het verzekeringsprincipe: relatie tussen risico, premie en prestatie ............... 6
1.5.2 De solidariteitsprincipes .......................................................................................................... 7
1.8 De uitvoeringsstructuur ........................................................................................................... 11
1.8.3 Organisatie van de sociale zekerheid voor overheidspersoneel ........................... 12
1.10
De drie pijlers van sociale bescherming ........................................................................ 13
Deel 1: Inleiding in de Belgische Sociale Zekerheid
1.1 Doelstellingen
1.2 Historisch perspectief
Bismarck (1862 tot 1890)
Beveridge (20ste eeuw)
Wie is de verzekerde?
Contributie
Burgerschap (alle burgers)
Link met arbeidscontract
(sociale bijdragen)
Wie is de verzekeraar?
Professionele opbouw:
De overheid
a) Werknemersstelsel
b) Zelfstandige stelsel
c) Overheidspersoneel
d) Specifieke stelsels
Financiering
Werkgevers en
Uniforme premies,
werknemersbijdragen op de
algemene belastingen
lonen
Uitkeringen
Loongerelateerd (% verloren
Uniforme uitkeringen (flat
loon) doel: vervanging
rate), dikwijls afhankelijk
verworven levensstandaard
van het gezinsinkomen
doel: bescherming
minimuminkomens
Rol sociale bijstand
Beperkt, laatste vangnet
Zeer groot
De Belgische sociale zekerheid is voornamelijk Bismarckiaans
1.3 Onderscheid sociale verzekeringen versus bijstand
Sociale verzekeringen
Bijstandsregelingen
Verzekeringsprincipes:
-Uitkeringsbasis = betaald bijdrage en
risico
-Financiering uit bijdragen
-Waarborg van een verworven
levensstandaard
Solidariteitsprincipes:
Solidariteitsprincipes:
1) Horizontale solidariteit
-Uitkeringsbasis = behoefte (onderzoek
2) Verticale solidariteit
naar de bestaansmiddelen)
3) Intergenerationele solidariteit
-Financiering uit belastingen
4) Beroepensolidariteit
-Waarborg van een minimuminkomen
5) Nationale solidariteit
1.4 Kenmerken van sociale verzekeringen
1.4.1 Bieden een inkomen bij het zich voordoen van een erkend sociaal risico
Sociaal risico: gebeurtenis waar je zelf niet aan kan doen, het overvalt je. De samenleving
als geheel gaat dan optreden om zij die getroffen zijn door een sociaal risico te
beschermen 3 sociale risico’s
Het verlies van het arbeidsinkomen
Ouderdom: pensioenverzekering (rustpensioenen)
Voorwaarde: pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar) bereiken. Deze worden
opgetrokken naar 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030, omdat mensen langer leven.
Arbeidsongeschiktheid
o Niet beroepsgebonden: ziekte (= primaire arbeidsongeschiktheid
vervangingsuitkering) en invaliditeitsverzekering (vanaf 1 jaar ziekte)
o Wel beroepsgebonden: arbeidsongevallen (bv. je breekt je been op het werk
of op weg naar het werk) en beroepsziekten (bv. asbest, mijnwerkerslong…)
Werkloosheid: werkloosheidsverzekering (onvrijwillige werkloosheid, dit wordt
gecontroleerd)
Het overlijden van de persoon die voor het levensonderhoud van het gezin instaat
(de kostwinner)
Vroeger (kostwinnersmodel): de man ging werken en de vrouw bleef thuis voor het
huishouden en de kinderen. Als de kostwinner overlijdt, dan blijft de vrouw achter met de
kinderen zonder een inkomen overlevingspensioenen
Kostwinnersmodel heeft zeer kort bestaan in de geschiedenis (30 à 40 jaar). Vrouwen
begonnen massaal de arbeidersmarkt te betreden en toen werd het kostwinnersmodel
vervangen door een tweeverdienersmodel.
Reduceren van welbepaalde kosten
Kosten van kinderen (kledij, ontspanning, studies…) kinderbijslag
Geneeskundige verzorging (hospitalisatie, huisarts, apotheek, kinesitherapie,
tandarts…) (gedeeltelijke) terugbetaling
Opmerking: sociale risico’s zijn een product van de samenleving, ze zijn dus in
verandering. De overlevingspensioenen zijn een resultaat van het kostwinnersmodel, dus
sommige landen (bv. Nederland) hebben deze afgeschaft en zich volledig gebaseerd op het
tweeverdienersmodel.
Nieuwe sociale kwesties:
Tweeverdienersmodel combinatie arbeid en gezin: kinderopvang,
verlosstelsels, dienstencheques…
Laaggeschooldheid: zij hebben veel lagere kansen op werk dan hooggeschoolden.
Onze welvaartsstaat weet momenteel nog niet hoe we met dit risico moeten
omgaan.
1.4.2 Band met het arbeidsverleden
= Men moet een bewijs van arbeidsdagen voorleggen (referte-eis), dus sociale bijdragen
hebben betaald
Voorbeeld 1: Referte-eis in werkloosheidsverzekering/bewijs van arbeidsdagen
Voor werkenden: afhankelijk van de leeftijd moet je X aantal dagen bewijzen in een
bepaalde periode (referteperiode). Hoe ouder je bent, hoe groter de referte-eis.
< 36 jaar: 312 dagen in 21 maanden voorafgaan aan de aanvraag OF 468 dagen in
33 maanden OF 624 dagen in 42 maanden
36 – 49 jaar: 468 dagen in 33 maanden OF 624 dagen in 42 maanden OF andere
combinaties
50 en +: 624 dagen in 42 maanden ofwel andere combinaties
Voor schoolverlaters (uitzondering): atypisch, maar studies worden gelijkgesteld met
arbeid (want deze maken hun later sterker op de arbeidsmarkt) strikte voorwaarden
Inschrijving als werkzoekende bij arbeidsbemiddelingsdienst (Vlaanderen: VDAB)
Aanvraag voor je 25ste verjaardag
< 21 jaar: diploma hoger secundair onderwijs; voor de anderen (ouder dan 21 jaar,
maar jonger dan 25 jaar): bewijs van volledig doorlopen van secundaire studies
(slagen voor examen is geen voorwaarde)
Beroepsinschakelingstijd doorlopen hebben ongeacht de leeftijd: 310 dagen (12
maanden) periode dat je geen uitkering krijgt en zeer actief op zoek gaat naar
werk
Tijdens beroepsinschakelingstijd actief naar werk zoeken, min. 2 positieve
evaluaties van actief zoekgedrag (VDAB zal dit evalueren)
Voorbeeld 2: Loopbaanduurvoorwaarden in rustpensioenen
45-jarige loopbaan voor een volledig pensioen
Wel gelijkgestelde perioden: niet arbeidsjaren die meegeteld worden
o Tellen
volledig
mee:
ziekte
en
invaliditeit,
werkloosheid,
arbeidsongevallen, beroepsziekten
o Tellen maar gedeeltelijk mee: niet gemotiveerd tijdskrediet (maatregel
voor private sector waar werknemers vrijwillig de loopbaan kunnen
onderbreken), SWT (Stelsel van Werkloosheid met Toeslag) vóór 60 jaar
(vroeger: brugpensioen), langdurige werkloosheid (3de periode)
Document Outline
Deel 1: Inleiding in de Belgische Sociale Zekerheid
1.1 Doelstellingen
1.2 Historisch perspectief
1.3 Onderscheid sociale verzekeringen versus bijstand
1.4 Kenmerken van sociale verzekeringen
1.4.1 Bieden een inkomen bij het zich voordoen van een erkend sociaal risico
1.4.2 Band met het arbeidsverleden
1.4.3 Sociale verzekeringen verschaffen vervangingsinkomens en inkomens-aanvullende uitkeringen
1.4.4 Professionele opbouw van de sociale verzekeringen
1.5 Het verzekeringsprincipe en de solidariteitsprincipes
1.5.1 Het verzekeringsprincipe: relatie tussen risico, premie en prestatie
1.5.2 De solidariteitsprincipes
1.6 De sociale bijdragen en de financieringsstructuur
1.7 De sociale zekerheidsuitkeringen
1.8 De uitvoeringsstructuur
1.8.1 Organisatie van de sociale zekerheid voor werknemers
1.8.2 Organisatie van de sociale zekerheid voor zelfstandigen
1.8.3 Organisatie van de sociale zekerheid voor overheidspersoneel
1.9 Sociale bijstand
1.10 De drie pijlers van sociale bescherming
Deel 2: Beleidsdiscussie: toekomst van onze sociale zekerheid