Nederlands:
Deel 1
1
Narratologisch: verhaal is het belangrijkst in een spel
Ludologisch: spelelement is belangrijker, het kader minder
Gebald= samengevat, tot een bol samenknijpen
Idyllisch= vreedzaam
Complexiteit=ingewikkeld Accuraat=correct, exact
Sinister= duister, akelig
Notoire=berucht
Hoofdintrige= belangrijkste verhaal ijn
Imperium= keizerrijk
Simulator= een machine dat nabootst Pixel: elk van de punten waaruit beeld van een beeldscherm is opgebouwd
Statisch: stilstaand
Memorabel: gedenkwaardig
Consequentie: gevolg
3
Nederlands
Duits
Engels
1) Hoeveel bepaalde
lidworden heeft deze
taal?
2) Hoeveel naamvallen?
3) Verschillende vormen
van regelmatige ww?
4) Normale
SVO hoofdzin
SVO hoofdzin
SVO
woordvolgorde
SOV bijzin
SOV bijzin
5) Vormen van
Adj verbuigt
Meer verbuigingen Geen
adjectieven
verbuigingen
West-Germaanse talen: Nederlands, Engels, Fries, Afrikaans, Nederduits en Hoogduits
Afrikaans is enigste taal niet gesproken in Europa
Fries wordt alleen in Nederland gesproken
Nederduits: dialecten in Noord Duitsland
Hoogduits: dialecten in Zuid Duitsland
Baltische talen: Estland, Letland, Litouwen
Romaanse talen: Spaans, Frans, Italiaans, Portugees, Roemeens, …
Keltische talen: Iers, Schots-Gaelisch, Welsh,..
Slavische talen: Oekraïne, Polen, Wit-Rusland, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije, Kroatië, Servië,
Macedonië, Slovenië Indo-Europese taalfamilie:
- Kentumtalen: Germaans, Grieks, Italische, Keltisch
- Satemtalen: baltisch, slavisch, indische, Iraans
Indo-Europese talen: Baltisch, Germaans, Iraans(Perzisch), Italisch, Keltisch, Slavisch
Germaanse, Romaanse en Slavische talen stammen af van één stam- of oertaal, die meer dan 5000
jaar geleden werd gesproken van Europa tot Indië
Grieks
Modern Grieks
Italisch
Latijn
Frans
Italiaans
Spaans
Portugees
Roemeens
Germaans
Noordgermaans
Zweerd
Deens
Noors
Ijslands
Westgermaans
Hoogduits
Nederduits
Nederlands
è Afrikaans
Fries
Engels
Oostgermaans
Gotsich (uitgestorven)
Keltisch
Iers
Bretons
Baltisch
Lets
Litouwen
Slavisch
Oostslavisch
Witrussisch
Oekraïens
Russisch
Zuidslavisch
Bulgaars
Macedinisch
Servo-Kroatisch
Sloveens
Westslavisch
Pools
Tsjechisch
Slovaaks
Iraans
Perzisdch
Koerdisch
Indisch
Sanskriet
Bengali
Punjabi
Hindi
Valse vrienden: vertalingen die lijken voor de hand te liggen, maar betekenen iets helemaal anders
vb: ‘actual’ is niet actueel maar eigenlijk
Erfwoord= een overgenomen woord uit een andere talengroep
Taalverwantschap: overeenkomsten tussen centrale woordenschat en erfwoordenschat van twee
talen in klank en vorm vb: boek, Buch, book, bok, bog,…
- 1ste germaanse klankverschuiving: 2000 – 50 v.Chr.
Ontdekt door jacob Grimm
Vb: Germaans is afgesplitst van Romaans: père, pater, vader
- 2de Hoogduitse klankverschuiving
West germaans
hoogduits
/p/
/pf/ en /f/
/t/
/ts/ en /s/
/k/
/kc/ en /c/
4
Non-directieve interviewstijl: stimuleer je de geïnterviewde persoon om te antwoorden zoals hij dat
zelf wil. Open vragen
- Opinievragen
- Visievraag
- Intentievraag
- Motivatievraag
- Begripsvraag
- Plus-minvraag
Directieve interviewstijl: minder bewegingsvrijheid: gesloten vragen
- Feitenvragen
- Als-vragen
- Ik-vragen
- Confrontatievragen
- Suggestieve vragen
- Ja-neevragen
Opbouw van een uitgeschreven interview
- Kop: plikkelende sfeertekende titel die goed aansluit bij de inhoud
- Intro: trekt aandacht van de lezer met een sterk citaat, een stel ing,…
- Lead: een beschrijving van de geïnteviewde persoon, evrwijzing naar actualiteit
- Tussenkop: adempauze tussen de tekstdelen, zeggen iets over de inhoud
- Quotes: citaat uit het inview
- Slotalinea: zorg je voor een geode afsluiter: een terugkoppeling naar de titel, een gevatte
uitspraak, een uitsmijter `
Soorten interviews: portretterend, informatief, kritisch of confronterend
Taalvaardig
Electoraal: wat betrekking heeft op verkiezingen
Lijstduwer: stemmentrekker die op de laatste plaats van een kieslijst wordt geplaatst
Kiesdrempel: de eis om een bepaald percentage van de stemmen te halen om zetels te bemachtigen
Ministeriabel: geschikt om een ministerambt te bekleden
Fractie: groep van vertegenwoordigers van een politieke partij in de kamer
Coalitie: verbond tussen meerdere partijen
Kopstem: stem die wordt uitgebracht op de lijst in het algemeen
Lijsttrekker: eerste kandidaat op de kieslijst
Kartel: tijdelijk verbond tussen twee partijen om de onderlinge concurrentie ter vermijden
Tripartite: driepartijenregering: christendemocraten, liberalen en socialisten
Communautair: wat betrekking heeft op de gemeenschappen
Zwevende kiezer: kiezer die onbeslist blijft tot het laatste moment
Formateur: de samensteller van het kabinet
Notie: besef
Vb zin:
Geënt: iets doen voortgroeien
Vb zin: