Samenvatting Communicatieve methodieken
Inhoudsopgave
1.1.1
Het belang van luisteren ................................................................................................................. 2
1.1.2
Goed luisteren is niet zo eenvoudig ................................................................................................ 2
1.1.2.1
Non- Verbale informatie kan ons afleiden ...................................................................................... 2
1.1.2.2
Eigen mentale processen (emoties, belangstelling, eigen gedachten) kunnen ervoor zorgen dat
1.1.2.3
De context kan ervoor verantwoordelijk zijn dat we bepaalde verbale informatie niet opnemen 3
1.1.2.4
Het ‘hulpverleningssyndroom’ ........................................................................................................ 3
1.2.1
Het verschil tussen passief en actief luisteren ................................................................................ 3
1.2.2
Veel gemaakte fouten ..................................................................................................................... 4
1.3.1
Open vragen .................................................................................................................................... 4
1.3.2
Gesloten vragen .............................................................................................................................. 4
1.4.1
De stap zetten naar jezelf ................................................................................................................ 5
1.4.2
De ander willen waarnemen ........................................................................................................... 5
1.4.3
Terugspelen ..................................................................................................................................... 5
1.4.4
De ander de kans geven om bij te sturen ........................................................................................ 5
1.4.5
Mensen op de weg zetten naar een volgende fase ........................................................................ 5
2.3.1
Fase 1: Meedelen van het slechte nieuws ...................................................................................... 8
2.3.2
Fase 2: Frustratievermindering ....................................................................................................... 8
2.3.3
Fase 3: Probleemoplossing .............................................................................................................. 8
3.3.1
Contact krijgen en houden ............................................................................................................ 10
3.3.2
Creëren van feedbacklussen ......................................................................................................... 10
3.3.3
Creëren van keuzemogelijkheden voor de cliënt .......................................................................... 10
3.3.4
Selectief actief luisteren ................................................................................................................ 10
3.3.5
Creatieve of indirecte motiveringstechnieken .............................................................................. 10
3.4.1
Wat is coachen? ............................................................................................................................ 11
3.4.2
Coachen doe je vanuit een krachtgerichte kijk ............................................................................. 11
3.4.3
Wat heb je nodig om goed te kunnen coachen ............................................................................ 12
3.4.4
Fasen in coaching .......................................................................................................................... 13
Erkenning/ actief luisteren/ vragen stellen
1.1 Luisteren
= Een basisvaardigheid binnen de hulpverlening
- Lijkt een evidentie maar het is het zeker niet
4 vormen van luisteren:
• Niet luisteren
• Aandachtig luisteren
• Passief luisteren
• Actief luisteren
PPT
- “Echt luisteren is zwaar werk; er is weinig machinaals aan. Luisteren vereist allereerst
dat we met niets anders bezig zijn, want anders kunnen we onze volle aandacht niet
geven.
- Ten tweede brengt luisteren met zich mee : horen hoe de dingen gezegd worden, de toon
waarop en de uitdrukkingen en de gebaren die gebruikt worden.
- Bovendien houdt luisteren in een poging om te horen wat er niet gezegd wordt, wat
alleen maar doorschemert of verzwegen wordt, wat onder de oppervlakte ligt of
onbereikbaar is.
- We horen met onze oren maar we luisteren evengoed met onze geest, ons hart, onze
huid en ons binnenste”
1.1.1 Het belang van luisteren
- De zender voelt zich begrepen en de ontvanger kan de bedoeling van de boodschap
achterhalen.
- Door goed te luisteren laat je weten dat je de ander probeert te begrijpen en win je het
vertrouwen van mensen.
1.1.2 Goed luisteren is niet zo eenvoudig
Een aantal factoren kunnen goed luisteren belemmeren:
• Non-verbale informatie kan ons afleiden
• Eigen mentale processen (emoties, belangstelling, eigen gedachten) kunnen ervoor
zorgen dat we de verbale informatie onvoldoende opnemen.
• De context kan ervoor verantwoordelijk zijn dat we bepaalde verbale informatie niet
opnemen
• Het ‘hulpverleningssyndroom’
1.1.2.1 Non- Verbale informatie kan ons afleiden
- Tamara kan het echt niet helpen. Wat de leraar gezegd heeft in zijn eerste les weet ze
niet meer, maar ze kan hem wel tot in de kleinste details beschrijven.
- Het nerveus op zijn uurwerk kijken van de begeleider deed mij steeds minder naar hem
luisteren.
1.1.2.2 Eigen mentale processen (emoties, belangstelling, eigen gedachten) kunnen ervoor
zorgen dat we de verbale informatie onvoldoende opnemen.
- Vooroordelen, eigen waarden en normen kunnen ervoor zorgen dat je al denkt te weten
hoe de situatie in elkaar zit, nog voor de ander iets verteld heeft.
- Verplegenden in ziekenhuizen weten dat ze aan angstige patiënten de informatie over
hun behandeling meer dan één keer moeten herhalen.
1.1.2.3 De context kan ervoor verantwoordelijk zijn dat we bepaalde verbale informatie niet
opnemen
- Op de duur kon Femke zich niet meer concentreren op de dialogen van het toneelstuk.
Ze ergerde zich mateloos aan de commentaren en het gegiechel van het koppeltje in de
rij achter haar.
- Een gebrek aan tijd kan er voor zorgen dat je niet goed kan luisteren.
1.1.2.4 Het ‘hulpverleningssyndroom’
- We willen maar al te graag helpen en staan bijgevolg (vaak veel te voorbarig) klaar met
advies en ondersteuningsmaatregelen.
1.2 Actief luisteren
1.2.1 Het verschil tussen passief en actief luisteren
Aandachtig luisteren:
- Voldoende Zwijgen.
- Je aandacht richten op de ander
Passief luisteren:
- = aandachtig luisteren +
- Deur-open-zetters gebruiken
- Deur-open-houders gebruiken
Actief luisteren:
- Vragen stellen
- Samenvatten in uw eigen woorden en terugkoppelen
- Je samenvatting terugkoppelen
- Luisteren naar het gevoel achter de boodschap.
- Interpreteren, je koppelt uw interpretatie terug maar in de vraagzin zodat de andere
erop kan reageren en zeggen “het is goed wat je zegt” of “nee het klopt niet"
Wat is het verschil met passief luisteren?
- Wanneer je passief luistert zal je wel een luisterende houding aannemen (open
houding, knikken,…) maar daar blijft het bij.
- Bij het actief luisteren speel je ook actief terug wat je net gehoord hebt.
- De zender krijgt hier een terugkoppeling over de eigen boodschap.
De zender weet of zijn boodschap correct is overgekomen
Wat doe je?
- Maak oogcontact
- Neem een geïnteresseerde houding aan
- Moedig de verteller aan om door te gaan
- Vraag gerust door
- Vat af en toe eens samen
- Laat eigen associaties, meningen en opvattingen achterwege
- Houd je eigen emoties onder controle
- Jaag de ander niet op
- Wees niet bang voor stiltes
1.2.2 Veel gemaakte fouten
- Papegaaien: Het verwoorden van een boodschap door letterlijk napraten
- Vooruitlopen: vult aan met eigen interpretatie wat er nog net niet gezegd is
- Achterblijven (weglaten): Wanneer men op een minder belangrijke boodschap ingaat
kan de cliënt zich niet begrepen voelen.
- Enkel ingaan op de inhoud van het gezegde:
bv. Kind: “ik heb weer twee nota’s in mijn agenda. Mijn ma en pa zullen er niet mee
kunnen lachen. ‘k Zal weer niet mogen voetballen dit weekend.”
Begeleider: “Zo, heb je weer nota’s in je agenda? Dat zullen je ouders inderdaad niet
leuk vinden he?”
1.3 Het stellen van vragen
1.3.1 Open vragen
• Waarom heb je hiervoor gekozen?
• Wat vind je hiervan?
• Hoe sta jij tegenover…?
• Wat voor gevoelens riep dat bij je op?
• Hoe was je weekend? Vertel…
Open vragen stimuleren de ander tot praten en geven een maximum aan informatie
zijn vragen die:
- niet kunnen beantwoord worden in een paar woorden.
- gesprek verrijken en het gesprek gaande houden.
- Je kan de leiding over het gesprek verliezen
1.3.2 Gesloten vragen
• Vertrok je vrijdag op weekend?
• Ben jij het hiermee eens?
• Zullen we het op dezelfde manier doen als de vorige keer?
• Was jij ook zo bang?
• Was de toets moeilijk vandaag?
• Hoe lang ben je hier al mee bezig?
Gesloten vragen geven specifieke informatieen kunnen beantwoord worden met een paar
woorden of zinnen.
- Je brengt zelf structuur aan in het gesprek, je behoudt ook de leiding.
Document Outline
1 Erkenning/ actief luisteren/ vragen stellen
1.1 Luisteren
1.1.1 Het belang van luisteren
1.1.2 Goed luisteren is niet zo eenvoudig
1.1.2.1 Non- Verbale informatie kan ons afleiden
1.1.2.2 Eigen mentale processen (emoties, belangstelling, eigen gedachten) kunnen ervoor zorgen dat we de verbale informatie onvoldoende opnemen.
1.1.2.3 De context kan ervoor verantwoordelijk zijn dat we bepaalde verbale informatie niet opnemen
1.1.2.4 Het ‘hulpverleningssyndroom’
1.2 Actief luisteren
1.2.1 Het verschil tussen passief en actief luisteren
1.2.2 Veel gemaakte fouten
1.3 Het stellen van vragen
1.3.1 Open vragen
1.3.2 Gesloten vragen
1.4 De verschillende stappen binnen erkenning
1.4.1 De stap zetten naar jezelf
1.4.2 De ander willen waarnemen
1.4.3 Terugspelen
1.4.4 De ander de kans geven om bij te sturen
1.4.5 Mensen op de weg zetten naar een volgende fase
2 Het slecht nieuwsgesprek
2.1 Toelichten vanuit het communicatieschema
2.2 Vermijdingsreacties
2.3 Model voor het slecht nieuws gesprek
2.3.1 Fase 1: Meedelen van het slechte nieuws
2.3.2 Fase 2: Frustratievermindering
2.3.3 Fase 3: Probleemoplossing
3 Coachend en motiverende gesprekvoeren
3.1 Wat is motivatie
3.2 Algemene basisprincipes van motivatie
3.3 Motiveringstechnieken
3.3.1 Contact krijgen en houden
3.3.2 Creëren van feedbacklussen
3.3.3 Creëren van keuzemogelijkheden voor de cliënt
3.3.4 Selectief actief luisteren
3.3.5 Creatieve of indirecte motiveringstechnieken
3.4 Coachende gespreksvoering
3.4.1 Wat is coachen?
3.4.2 Coachen doe je vanuit een krachtgerichte kijk
3.4.3 Wat heb je nodig om goed te kunnen coachen
3.4.4 Fasen in coaching