PROLOOG: De dood van de wijsbegeerte?
* Stephen Hawking & Dick Swaab over wetenschap en filosofie.
Filosofie = onvolledige wetenschap en wordt niet veel meer veel gebruikt door de
opkomst van andere exacte wetenschappen
“ traditioneel behoren deze vragen tot het domein van filosofie, maar de filosofie is dood.
Ze heeft geen gelijke tred kunnen houden met de moderne wetenschappelijke
ontwikkeling, met name op het gebied van de fysica. In de menselijke zoektocht naar
kennis zijn het de natuurwetenschappers die momenteel de fakkel van de ontdekking
dragen”(Hawking)
* Subjectiviteit als object (Zelf en brein)
de complexiteit vaan de subjectiviteit en van alle denken waarin deze betrokken is, wordt
door Swaab herleid tot de complexiteit va een steeds verder te ontraadselen
objectiveerbaar brein. Enkel de de wetenschappen kunnen ons redden uit onze
ontwetendheid, stelt hij zelfverzekerd. “meer inzicht in de mens krijg je niet door telkens
weer fictieboeken, te lezen over al die problemen in intermenselijke relaties, waarover je
al zo vaak gelezen hebt. Want al die intermenselijke relaties zijn een gevolg van moeilijke
relaties tussen breinen, die alleen maar een genetische achtergrond hebben” (Swaab &
Vleminck)
quote is reductionistisch = gevaarlijk, je gaat je identificeren met een gereduceerde
gedeachte die de essentie van een zaak of fenomeen weergeeft
Descartes = we zijn alleen denk mechanisme niets meer dan een brein
+ lichaam is niet constitutief
= subjectieve demensie achterwege laten & objectieve demensie = waarheid
Verhoeven “datgene wat de filosofie heeft achtergelaten… wat ook stinsels of afval
zou kunnen heten” jet is geen passieve registratie van de wijsbegeerte zoals ze is.
* Ken jezelf/ken je zelf (addendum Hoorcollege)
uitspraak van de Grieken ken jezelf door binnenin te kijken = de wet die jouw leven zin
geeft
dit gaat verloren bij het reductionisme want iedereen is hetzelfde in essentie
* Lezen is productie van betekenis (subjectieve betrokkenheid)
lezen is een keuze maken je kiest wat je leest
we denken dat we passief zijn terwijl we actief zijn
passief we nemen gewoon waar wanneer er prikkels zijn
actief we nemen selectief waar
* Kritisch perspectief in de studie van de geschiedenis van de wijsbegeerte
we zijn kritische want we nemen actief waar bv lezen
iedeern neemt een ander perspectief in
kritische & crisis gaan hand in hand :
om kritisch te denken moet je een crisis doorstaan alles wat waarheid is in vraag
stellen
* Transcendentale methode
Fichte in het dode betekenis & interpretatie vinden
Quote = een afgedankt meubel dat als een gesloten pakketje aavaard of
verworpen kan worden, kan als filosoof alleen maar hetzelfde lot zijn beschoren
uit het perspectief van punt van eigen denken aan scherpen komt de transcendentale
methode
transcendentale methode = onderzoek naar mogelijkheidsvoorwaarden van wat het
betekent ‘object’ en ‘subject’ te zijn wat de rode draad vormt voor onze historische
reconstructie = we kunnen het heden uitleggen door terug te blikken naar het verleden
het nu-moment Husserl = geschiedenis is de studie van verleden & heden
we doen alsof we het verleden uitleggen terwijl we het reconstrueren
banaliteit(de vanzelfsprekendheid) = de waarheid
Bv: turken zijn terroristen(= de vanzelfsprekendheid)dus we gaan ze niet helpen en mijden
ze filosoof zal deze banaliteit in vraag stellen
* Oosterse en westerse wijsbegeerte
Westerse filossofie = een Griekse uitvinding ze hebben realiteit tot object gemaakt
+ competitie geest ze wouden in alles de beste zijn wat goed is want zo ontstaat er
discussie
Oosterse filosofie
Westerse Filosofie
Verticaal overdragen
Horizontaal overdragen
Geen discussie
Wel discussie
Geloof in goden niet objectief
Immanentie= niet in het boven
menselijke geloven
Plato we hebben een andere
godsdienst want ze is politiek
gestuurd
HOOFDSTUK 1: Wat is dat, filosofie?
* Filosofie als dienstmaagd van de wetenschap.
Filosofie wordt gebruikt om de wetenschap te verduidelijking te brengen
Bv: in conceptuele, logische of argumentatieve verwarring
“ traditioneel behoren deze vragen tot het domein van filosofie, maar de filosofie is dood.
Ze heeft geen gelijke tred kunnen houden met de moderne wetenschappelijke
ontwikkeling, met name op het gebied van de fysica. In de menselijke zoektocht naar
kennis zijn het de natuurwetenschappers die momenteel de fakkel van de ontdekking
dragen”(Hawking)
* Filosofie als kritiek en als “de wetenschap van de banaliteiten of trivialiteiten”
het nu-moment Husserl = geschiedenis is de studie van verleden & heden
we doen alsof we het verleden uitleggen terwijl we het reconstrueren
banaliteit(de vanzelfsprekendheid) = de waarheid
Bv: turken zijn terroristen(= de vanzelfsprekendheid)dus we gaan ze niet helpen en mijden ze
filosoof zal deze banaliteit in vraag stellen
* Historiciteit van de filosofie/de visie van De Vleeschauwer.
Met tracht complexe dingen te versimpelen door er iets algemeen van te maken (een
eenheidsmaat) maar deze eenheidsmaat is selectief
Filosofische interpretatie is nooit zomaar te rapen ze is actie gemaakt
Het proces van filosofische reflectie is selectief
“ het komt ons voor, dat zij, die het klaaglied aanheffen over de verwarring, die heerscht
in de philosophische bedrijvigheid van onzen tijd, over het hoofd zien, dat een nadenkend
mensch in elke afgesloten periode van het verleden voor dezelfde radeloosheid heeft
gestaan, en zich met de beklemming heeft afgevraagd waar der oudren eenvoud en
concentratie waren gevaren. Wij vermoeden dat de ondoorzichtigheid van het
meebeleefde denkspectrum een verschijnsel is dat zich aan iedereen voordoet, wanneer
men naar den grootsten gemeenen deeler of naar de eenheidsmaat zoekt, waardoor men
het veelvormig en veelkleurig leven zijner geestelijke omgeving meent te kunnen
organiseren. De eenwilligheid van de vergane geestesgeneraties, die men uit de historie
afleest, is een voorwerp van betracting, waarbij men vergeet, dat die eenwilligheid
wellicht niet het kenmerk der historische periode zelf was, doch integendeel het gevolg is
van de willekeur, waarmede de mensch in het historische materiaal ingrijpt om het te
dwingen in een, och zoo vaak a priori kader”