Religie, Zingeving en Levensbeschouwing
Anke Van Sande
HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING
WAAROM RZL IN DE OPLEIDING?
1. Omdat het actueel is.
Religie is actueel en het is belangrijk om inzicht te hebben in wat religie voor verschillende culturen kan
betekenen. Mensen hebben een eigen culturele en religieuze achtergrond. Het is belangrijk om hier
binnen de hulpverlening inzicht in te hebben.
2. Omdat we opgeleid worden om te werken met mensen.
Het is belangrijk om te weten dat mensen niet enkel wetenschappelijk benaderd worden. Historische
en culturele aspecten spelen ook een rol.
3. Omdat de impact van godsdienst op het leven van een individu of een groep heel bepalend kan zijn.
De effecten van ingrepen die gebeuren, kunnen gerelateerd worden aan religie.
4. Omdat reflectie één van de basiscompetenties is.
Je moet in staat zijn om te reflecteren over jezelf en anderen. Om te kunnen reflecteren is een open
geest verreist. We moeten voor oplossingen kunnen zorgen die soms gewoontes doorbreken en niet
vertrouwd zijn.
5. Omdat de mens een verlangen heeft naar iets transcendent.
De mens is vatbaar voor alles wat het overstijgt. De mens heeft nood aan iets anders.
Bij ons, Christenen, West-Europeanen, lijkt het dat religie in crisis is. In de 19de eeuw werd religie voor de eerste
keer in vraag gesteld.
We gaan op zoek naar wat het monotheïsme is en wat de essentie daarvan is.
DE LEGENDE VAN DE GROOTINQUISITEUR (DOSTOJEWSKI) – 19DE EEUW
In de 19de eeuw vindt een worsteling plaats met religie. Volgende vraag wordt door Dostojewski gesteld: “Als
God niet zou bestaan, is er dan nog moraal mogelijk? Leidt secularisatie tot immoraliteit?” Met deze vraag toont
hij aan dat zodra religie begint te wankelen en dat we het in twijfel trekken, we de essentie van het monotheïsme
zien.
De Christelijke moraal krijgt vorm vanuit Jezus (Messias) waar God liefde is (en geen wet zoals in het
Jodendom). Uit liefde heeft God Jezus naar de wereld gestuurd om voor ons te sterven (Kwestie van de
erfzonde). De Christelijke moraal zegt dat we moeten leven zoals Jezus ons heeft voorgedaan. Jezus
leeft vanuit de Joodse wet (De Tien Geboden). Naastenliefde is hier erg belangrijk! Vijandsliefde ook, dit
wil zeggen dat je de vijand lief moet hebben en als iemand kwaad doet, geen kwaad terug mag gedaan
worden (dus geen oog om oog, tand om tand, het Christendom is een stop op dit principe).
Religie, Zingeving en Levensbeschouwing
Anke Van Sande
De Legende Van De Grootinquisiteur – Verhaal in de roman ‘De Gebroeders Karamazow’ van Dostojewski.
Wie is Dostojewski? Schrijver uit de 19de eeuw. Zijn boeken bestaan uit dialogen met een filosofisch gehalte. Zijn
boek ‘De Gebroeders Karamazow’ gaat over een vader met zijn drie zonen die samenkomen om te vieren dat de
jongste zoon in het klooster gaat en samen bezoeken ze het graf van de moeder.
De vader begint aan van alles, maar maakt nooit iets af. Hij loopt achter de vrouwen en verdrinkt al zijn
geld. Hij is dom en voelt zich schuldig over alles wat hij doet. Op een gegeven moment wordt hij verliefd
op de vrouw waar ook zijn oudste zoon (Dimitri) op verliefd is.
Dimitri heeft geen opleiding gehad, ze brengen hem naar het leger. Hier maakt hij het, net zoals zijn
vader, te bont. Hij drinkt, gokt en loopt achter de vrouwen. Hij doodt zijn vader uit jaloezie.
Ivan is een heel ander karakter. Hij is intelligent en werd grootgebracht zonder liefde. Hij studeert om
uit de ellende te geraken. Hij is atheïst.
Aljosja is de jongste zoon die heel gelovig is en naar het klooster gaat. Hij is opgegroeid in een warm
nest en is zeer vriendelijk en warm. Aljosja kijkt naar de wereld en vind die onrechtvaardig. Er is maar
één oplossing voor: God. Hij gaat in het klooster om de waarheid te achterhalen.
Samenvatting van het verhaal: Er vindt een discussie plaats tussen Ivan en Aljosja. Ivan heeft het over morele
kwesties over de hele wereld. Het Christendom vraagt van ons om te houden van je naasten zoals van jezelf,
maar is dit wel mogelijk als we zien wat mensen elkaar aandoen? Hij kan niet van al die dingen houden. Ivan trekt
het Christendom in twijfel en verwijst hiervoor naar het Aards paradijs.
In het aards paradijs heeft God de wereld en de mens geschept. Hier leeft iedereen vreedzaam naast
elkaar. Adam en Eva krijgen de opdracht om voor het aards paradijs te zorgen met twee voorwaarden:
Niet eten van de vrucht van de boom van onsterfelijkheid.
Niet eten van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad.
Adam en Eva worden verleid en eten toch van de vruchten en zijn dus ongehoorzaam geweest aan God.
De ongehoorzaamheid van de mens aan God wordt de Zondeval genoemd. Ze worden uit het aards
paradijs gezet wat verwijst naar het feit dat de mens afgescheiden wordt van het absolute geluk. Alle
nakomelingen van Adam en Eva lijden onder de erfzonde, ze zijn allemaal belast met dat tekort, de
ongehoorzaamheid wordt overgeleverd.
Ivan zegt dat als het Christendom van hem verwacht dat hij van zijn naasten houdt zoals van zichzelf, dan gelooft
hij niet dat Jezus de mens verlost heeft van de erfzonde. Jezus is voor ons gestorven en al wie in hem gelooft, zal
het absolute geluk terugvinden. Ivan twijfelt hieraan. Er moet zo lang gewacht worden vooraleer er
rechtvaardigheid is op de wereld en hij wil de rechtvaardigheid nu.
Ivan verteld over een zelfgeschreven verhaal waarin hij het probleem met het Christendom schetst. Zijn vraag
luidt: “Is Jezus nu wel de verlosser van de mens?”.
Zijsprong bij Ivan zijn verhaal: We bevinden ons in Sevilla, 16de eeuw. In het katholieke Spanje roept de
koning hulp in van de kerk nadat de Moren verjaagd zijn om zeker te zijn dat de bevolking terug katholiek
wordt. Er wordt een katholieke rechtbank geïnstalleerd, dit wordt de inquisitie genoemd. Eén van de
bisschoppen is hier inquisiteur en gaat oordelen over de ketters, de mensen die het katholicisme niet zo
nauw volgen. Op zondag kan iedereen zichzelf of anderen aangeven wanneer deze zich niet gedroeg
zoals verwacht werd. Er waren een aantal methoden die de rechtbank mocht gebruiken om de ketter
tot bekentenis te brengen.
Samenvatting van Ivan zijn verhaal: Jezus komt terug naar de aarde en hij wandelt door Sevilla. Hij zegt
niets, maar toch herkent iedereen hem en lopen mensen achter hem. Ze passeren een kathedraal waar
een kist met een dood kind naar buiten wordt gedragen. Het kind komt weer tot leven. Op dat moment
verschijnt de 90-jarige inquisiteur, hij laat Jezus oppakken en in de gevangenis gooien. De inquisiteur
Religie, Zingeving en Levensbeschouwing
Anke Van Sande
gaat in de gevangenis op bezoek en hier vindt een monoloog plaats. De grootinquisiteur vindt dat Jezus
de inquisiteurs voor de voeten komt lopen. Volgens de inquisiteur heeft Jezus ooit de kans gekregen om
de mens te verlossen, maar heeft hij het toen niet gedaan. De waarheid die Jezus hiervoor nodig had,
heeft hij geweigerd. Jezus heeft de mensen beloofd vrij te kunnen zijn, dat ze zich moeten laten leiden
door God in plaats van iets materieel. Maar de mens kan zo een vrijheid niet aan. Er werd gevraagd aan
de mensen zich met volle overgave tot God te richten, maar de mens heeft iemand nodig om te volgen.
Deze taak hebben de inquisiteurs op zich genomen, zij zijn de verlossers. De inquisiteurs zeggen dat ze
doen wat ze doen vanuit Jezus zijn naam. Ze hebben moeten liegen tegen de mensen en leiden
daaronder. Net nu het goed geregeld was, komt Jezus weer langs. De groot inquisiteur gaat Jezus de
dag nadien laten verbranden. Jezus zwijgt gedurende heel de monoloog van de inquisiteur, maar geeft
hem na afloop een kus op de mond. De inquisiteur verbrand Jezus niet, maar stuurt hem weg.
De grootinquisiteur verwijst hier naar een passage ‘De verzoekingen van Jezus in de woestijn’ uit
het Nieuwe Testament. Jezus wordt in de woestijn verleid door de Duivel. Jezus heeft 40 dagen
gevast in de woestijn, na 40 dagen verschijnt de Duivel en deze doet 3 verzoekingen:
Verander de stenen in brood.
Spring van de tempel in Jeruzalem.
Kniel voor mij en aanbid mij.
Ivan wil met dit verhaal zeggen dat Jezus onmogelijk de verlosser kan zijn. Het Christendom is een antwoord op
het lijden van de mens. Ook hij zegt dat Jezus beter een deal had gesloten met de Duivel.
Aljosja heeft het verhaal van Ivan aangehoord en applaudisseert omdat Ivan een loflied geschreven heeft over
Jezus en het Christendom. Volgens Aljosja spreekt Ivan in zijn verhaal over het fundament, de kern van de religie.
De kern van het monotheïsme werd aangestipt, de kern is dat het monotheïsme een voortdurende ontmaskering
is van de afgodendienst. Het is de grootinquisiteur die de afgodendienst verdedigt door te zeggen dat hij zich op
aarde in de plaats van Jezus heeft gesteld om de leiding op zich te nemen. Alles wat in de plaats wordt gesteld
van Jezus of God, is afgoderij. De grootinquisiteur heeft van Jezus een afgod gemaakt. Terwijl Jezus in de woestijn
tegen de Duivel niets anders zei dan dat hij niets in de plaats zou stellen van God.
Verder verloop van de les:
God is waarheid, iets dat eeuwig en onveranderlijk is. Bij het monotheïsme is alleen God een God. De waarheid
die het Christendom verkondigt, is dat de mens vrij moet zijn van elke afgod, vrij zijn van alles waar hij zich aan
kan verslaven. Alleen God is God, alleen God is waarheid. Alles wat daarvan in de plaats komt, is dat niet, daar
moeten we vrij van zijn.
Maar de feiten spreken de waarheid voortdurend tegen. De mens laat zich namelijk zeer graag verslaven aan
iets, de mens volgt graag een leider. Wanneer de mens zich hiervan wil bevrijden, kiest hij voor een andere afgod.
De grootinquisiteur schuift deze feitelijkheid, dat de mens zich graag laat verslaven, naar voor als niet-uwe
waarheid.
De waarheid in het Christendom valt samen met een radicale andersheid. Dit maakt dat er niets over God gezegd
kan worden, dat hij niet afgebeeld kan worden,…. De monotheïstische God is een complete andersheid. Dit is
een interessante structuur om de mens in de Hedendaagse tijd te behoeden gewelddadigheid ten toon te
spreiden. Deze structuur gaat ons helpen analyseren waarom er in de 20ste eeuw, een tijd waar geen God
aanwezig is, zo ontzettend veel geweld aanwezig is (bv. Stalin, Hitler,…).
Religie, Zingeving en Levensbeschouwing
Anke Van Sande
GOD IS DOOD: NIETZSCHE EN DE DOLLE MENS – 19DE EEUW
Ook bij Nietzsche wordt de moraal in vraag gesteld. Hij zal beginnen met een grote kritiek op het Christendom,
maar zal dit vervolgens veralgemenen naar een kritiek op de gehele filosofie. Filosofie en monotheïsme zijn
ongeveer op hetzelfde moment ontstaan. De filosofie ging van start met het installeren van een absoluut punt.
Volgens Nietzsche is de mens die gelooft in God een ontkenning van het leven. Volgens hem is het een teken van
zwakte, van een kuddementaliteit. Hij zegt dat de mens een houvast nodig heeft en daarom het leven ontkent.
De mens vergroot de zaken uit die macht weergeven, hij vergroot datgene dat groter is dan zichzelf. Hierdoor
verkleint hij zichzelf en worden twee sferen gecreëerd: de mens – God.
Nietzsche vindt het erg dat de mensen zichzelf klein en zwak vinden, maar ook dat ze hier van genieten. De mens
geniet van zijn eigen zwakte en zondigheid. De mens verzint allerlei concepten, imaginaire oorzaken en de
verzonnen effecten hiervan. Religie heeft dus geen enkel aanknopingspunt meer met de werkelijkheid.
Volgens Nietzsche heeft de mens zichzelf ondergeschikt gemaakt aan een waarheid die hij zelf heeft verzonnen,
namelijk dat er één ware god is, dat het absolute geluk is. Het fundament wijzigt doorheen de tijd.
De antieke filosofen kijken naar de wereld als een vast, onveranderbaar iets. Het fundament bij Plato is
de ideeënwereld, bij Aristoteles is dit de essentie.
In de middeleeuwen wordt dat vaste punt of fundament God.
In de moderniteit gaat de mens zich losweken van God. Het fundament is niet langer God, maar de mens
zelf.
Nietzsche zegt dat de mens zich langzamerhand losweekt van God en gaat denken dat deze van God verlost is.
Dit is niet waar. Zijn uitspraak ‘God is dood’ verwijst naar het fundamentsdenken dat bekritiseert wordt. Hij
bekritiseert het feit dat de hele geschiedenis het vernieuwen van een fundament is. God verwijst naar elk
fundament dat de mens gezocht heeft om zich staande te houden in het leven.
De Dolle Mens – Nietzsche
Samenvatting van het verhaal: Er liep een man met zaklamp op de markt die riep: ‘Ik zoek God!’. We bevinden
ons in de 19de eeuw, de tijd dat de mensen zich langzamerhand beginnen loswerken van God. Er werd dus
gelachen met de dolle mens toen hij deze vraag stelde. De dolle mens beweert dat de mens God heeft vermoord,
hij verklaart dit aan de hand van metaforen. (Dit verwijst naar de moderniteit waar de wetenschappers zicht
proberen krijgen op het heelal. Ze beseffen dat het heelal oneindig en de mens dus nietig is en dit zorgt voor
schrik bij de mensen.) De dolle mens werpt zijn lantaarn op de grond en zegt dat hij te vroeg is gekomen. Hij
komt te vroeg omdat de mensen nog niet doorhebben dat het fundament zelf, zijn eigen rede in de plaats is
gekomen van de godheid. De dood van God weerspiegelt de dood van ieder fundament, de waarheid is een
verzinsel van de mens zelf.
God is de grote zingever, de schenker van het licht. We zijn losgekomen van deze zingever, we zijn onze
oriëntatie kwijt. Alle zin, waarde en betekenis is zoek. Het is nu aan ons om zelf goden of scheppers van waarden
te worden. De waarheid en de feitelijkheid liggen te ver uit elkaar.
De mens wil verlangen, maar is bang zonder doel, vandaar dat hij een doel zoekt. Onze cultuur is nog steeds
door een monotheïstisch en filosofisch schema getekend.
De dood van God is het einde van de christelijke moraal. God is niet langer beschikbaar als leverancier van
waarden waardoor het absolute, het dwingende ervan verdwijnt. De verlichting wordt ingeluid door Kant vanuit
de menselijke rede. Er wordt een nieuw fundament (verzinsel, verzonnen houvast om grip te krijgen op de
werkelijkheid) geïnstalleerd, de menselijke rede komt in de plaats van God.
Religie, Zingeving en Levensbeschouwing
Anke Van Sande
STELLING VAN DE CURSUS: MONOTHEÏSME EN KRITIEK
DE STRUCTUUR VAN HET MONOTHEÏSME IS KRITIEK
Monotheïsme: Het geloof in het bestaan van één God. De verering van andere Goden wordt verboden. De drie
monotheïstische religies zijn het christendom, het jodendom en de islam.
Monotheïsme is in essentie ook een kritiek op de afgodendienst. Hiervoor raadplegen we het verhaal van Mozes
en de verering van het gouden kalf.
EXODUS 32: DE VERERING VAN HET GOUDEN KALF
Waarover gaat het boek Exodus? Het is het tweede boek van het Oude Testament. Het eerste boek is Genesis en
gaat over de oorsprong van het volk. Hier wordt uitgelegd welke volkeren er zijn. Het boek eindigt bij een
hongersnood waar de Israëlieten vluchten naar het beloofde land, namelijk Kanaän. Ze belandden in Egypte.
Exodus staat voor de uittocht uit Egypte. Mozes wordt geboren als zoon van een Israëliet in een politiek moeilijk
klimaat in Egypte. Dit volk woont er al 200 jaar, werden goed ontvangen toen ze daar vluchtend aankwamen,
maar bij de nieuwe komst van de farao worden de vluchteling plots een bedreiging omdat ze met zo veel zijn. De
farao zet ze als slaven aan het werk. Uit angst voor de politieke situatie zal de moeder van Mozes haar zoon op
een mandje zetten in de Nijl. Mozes zal opgroeien aan het hof van de farao en hij denkt dat hij een Egyptenaar
is. Wanneer Mozes op latere leeftijd ziet hoe de Egyptenaren omgaan met zijn Israëlitische slaven, doodt Mozes
een Egyptenaar.
Samenvatting van het verhaal: Jahwe roept Mozes, hij verschijnt als een brandende braamstruik. Jahwe vraagt
aan Mozes om zijn volk te bevrijden van de slavernij en terug te keren naar het beloofde land. Mozes pruttelt
tegen, dus Jahwe zegt om zijn broer Aaron mee te nemen als woordvoerder. De farao wil de Israëlieten niet laten
gaan, dus Jahwe helpt zijn volk door de 10 plagen over Egypte te sturen. Bij de laatste plaag, waarbij de
eerstgeboren zonen zullen sterven indien er geen kruis op de deur staat, geeft de farao toe aan Jahwe omdat hij
zelf net een zoon heeft gekregen. De Israëlieten vertrekken en komen aan de Rode Zee waar ze niet door kunnen.
Jahwe komt tussen en zal de zee splijten. Wanneer alle Israëlieten uit de zee zijn, zal hij de zee weer dichten
waardoor het Egyptische leger dat hun achterna zat verdrinkt. Ze wandelen 40 jaar door de woestijn, het volk
klaagt vaak over honger en dorst. Jahwe komt vaak tussen om deze problemen op te lossen. Op de berg Horeb
in Sinaï ontvangt Mozes de 10 geboden van Jahwe, de wet. Ze krijgen regels over hoe ze moeten leven. De drie
eerste geboden zijn alleen God is God, er zullen geen afbeeldingen gemaakt worden van God en er zullen geen
afgoden aanbeden worden. Jahwe roept Mozes voor een tweede keer bij zich want hij wil met zijn volk een
verbond sluiten. Mozes zou 40 dagen weg zijn. Hij krijgt opnieuw de Tien Geboden van Jahwe. Na de 40ste dag is
Mozes nog steeds niet terug en het volk vraagt aan Aaron welke God ze aan het volgen zijn. Ze hebben een leider
nodig en ze vragen aan Aaron om een beeld te maken van hun God. Aaron maakt een gouden stierkalf, een
afgodsbeeld. Jahwe stuurt Mozes terug naar beneden omdat het volk ongehoorzaam is. Jahwe is boos en wil het
volk uitroeien. Mozes gaat onderhandelen met Jahwe om ze niet te vermoorden, wel zullen ze gestraft worden.
Mozes gooit zijn stenen tafelen kapot uit woede. Aaron vertelt dat de mensen dit nodig hadden. Aaron vraagt
aan het volk wie gelooft in zijn God en enkel de stam van Levi sluit zich aan bij Mozes. Mozes verplicht de Levieten
om door het hele kamp te gaan en iedereen te vermoorden.
Wat leren we uit het verhaal? We zien duidelijk de kern van datgene dat later het monotheïsme zal worden. Het
probleem is niet dat de mens ongelovig is, het probleem is dat de mens té graag gelooft. Afgoderij betekent dat
men in de plaats van God iets anders stelt. Men mag ook niets zeggen over God en hem niet afbeelden, dat is
ook afgoderij. Alles wat in de plaats komt van God, is niet God. Omdat de mens zodanig graag gelooft, stellen ze
graag iets in de plaats van God. Het monotheïsme ontstaat in de 6de eeuw voor Christus.
Het monotheïsme is met geweld opgelegd en geweld is dus onontkoombaar.
Document Outline
Waarom RZL in de opleiding?
De legende van de Grootinquisiteur (Dostojewski) – 19de Eeuw
God is dood: Nietzsche en de dolle mens – 19de Eeuw
Stelling van de cursus: monotheïsme en kritiek
De structuur van het monotheïsme is kritiek
Exodus 32: De verering van het gouden kalf
Het beeldverbod als basisconcept
Het beeldverbod bij Hebreeuwen en Joden
Het beeldverbod in het christendom
Het beeldverbod in de islam
Het monotheïsme is een apart soort religie
Herhaling vorige hoofdstuk
Inleiding
Drie wereldbeelden
Het sacrale in de oude culturen
Cultuur = religie
Twee benaderingswijzen van religie
de fenomenologische benadering: het numineuze – Rudolf Otto – Irrationeel
De structuralistische benadering – Antropologen/Frazer – Rationeel
Voorbeeld uit de oudEgyptische religie
Belangrijkste kenmerken van een natuurreligie: Taboe en offer
Taboe
Enkele concrete voorbeelden uit Frazers naslagwerk
Double bind
Het offer
Het offer draagt de cultuur
Overgang van de gewone naar de religieuze wereld
Voorbeelden
Mensenoffers
Offer en geweld
Het offer als installatie van de cultuur – René Girard
Mimèsis en verlangen
De zondebok
Koningschap: uitgesteld zondebokschap
Monotheïsme: de veranderende verhouding tussen geweld en cultuur/religie
De Romeinse religie als voorloper van het Christendom
Voorvaderen, staatsgoden en familiegoden
Mitrascultus
Herkomst van het Monotheïsme
God en de mens: een weerspannige relatie
God is storend
Abraham aartsvader & Jacob en het gevecht met de engel
Herkomst van het monotheïsme: Ichnaton of Mozes?
Ichnaton en de cultus van Aton
Hebreeuwe monotheïsme
Het Jodendom (6de eeuw voor Chr)
Religie van de wet
Failliet ven da wet als religieus fantasma
Een nieuw religieus fantasma: Eschaton, Apocalyps en Messias
Joods Messianisme
Verwachting van een nieuwe schepping
Koninklijk Messianisme
Hedendaags jodendom: een proeve van moderniteit
Christelijk messianisme
Herkomst van het christelijk messianisme: Ebed Jahwe
Christendom als vervulde messiasverwachting
Islam en het messianisme
Abrahan in de Koran
De rechtlijnigheid van een messialoos monotheïsme
Of toch niet
Imagine no religion, nothing to kill or die for
Wat is moderniteit?
Moderniteit: Verschuiving van het fundament
Middeleeuwen: God als fundament
Modernitiet: Menselijk bewustzijn wordt fundament
Politieke en religieuze gevolgen van de moderniteit: de Verlichting
Middeleeuwse verhouding politiek en religie
Verlichting en Franse revolutie
Napoleon en de Restauratie
Religie verengt tot sociaal werk?
Verlies van de hel als politiek element
Secularisering van het Laatste Oordeel: De Utopieën
Modern sociaal-politiek antwoord op het verlangen naar transcendentie
Een modern fantasma
Eschatologie van de utopie
Distopie
Neo-liberalisme
Secularisering van het Laatste Oordeel: de grote politieke ideologiëen van de 20ste eeuw
Verborgen religieuze structuren in het stalinisme
Het proletariaat als een Ebed Jahwe
TERREUR IN HET GEREALISEERDE MESSIANISME
Verborgen religieuze structuur van het Nazisme
Antisemetisme
Realisering van een messiaanse rijk
Onjuiste schema’s
Religieus gemotiveerd fundamentalisme
Die man is grondig fout
Bin laden cartesiaan + het fundamentalisme
Luthers moderne dubbelspraak
Gelijk tegen wil en dank
De plaats van de warheid
Elie Wiesel, God voor de rechter