Dit is een begrippenlijst van alle moeilijke begrippen van biologie voor de 3e graad examencommissie. Op het einde staat er ook een code naar een quizlet met veel afbeeldingen zodat je de begrippen ook nog interactief kan oefenen. Het is gebaseerd op de vakfiche van de examencommissie (wetenschappelijke richting ASO) 2020. Het kan ook gebruikt worden voor het toelatingsexamen arts/tandarts. Voor meer informatie over welke onderwerpen behandeld worden, raad ik je aan om te kijken naar de inhoudstafel in de preview.

Preview samenvatting (3 van de 10 pagina's)

Begrippenlijst
EXAMENCOMMISSIE +
TOELATINGSEXAMEN
biologie 3ASO
ARTS/TANDARTS
Dit is een begrippenlijst a.d.h.v de vakfiche van de examencommissie van
de 3e graad ASO voor Biologie (wetenschappelijke richting). Het kan ook
gebruikt worden ter voorbereiding van het toelatingsexamen (tand)arts.
INHOUD
Bouw van de cel ...................................................................................................................................................... 2
Stoffen in de cel ...................................................................................................................................................... 3
Celmetabolisme ...................................................................................................................................................... 4
Stofuitwisseling ....................................................................................................................................................... 4
Energieomzettingen in de cel .................................................................................................................................. 5
Celademhaling......................................................................................................................................................... 5
Erfelijke informatie in de cel ................................................................................................................................... 5
Voortplanting bij de mens ....................................................................................................................................... 7
Bevruchting of conceptie ........................................................................................................................................ 8
Erfelijkheidsleer, overerving van genen .................................................................................................................. 8
Code Quizlet ............................................................................................................................................................ 8
BEGRIPPENLIJST 3ASO
BOUW VAN DE CEL
Celwand
De celwand is een wand die gevormd wordt om een cel. Cellen van dieren
hebben geen celwand, maar alleen een celmembraan.
Cellulose
Cellulose is een polysacharide die door nagenoeg alle planten wordt
gemaakt (vooral bomen). De stof zit in veel natuurlijke vezels.
Perifere membraaneiwitten
Dit zijn membraaneiwitten die gekoppeld zijn aan een membraan maar er
niet doorheen steken, zoals vetzuren.
Integrale membraaneiwitten
Dit zijn membraaneiwitten die door de membraan heen steken.
Hydrofiel
Waterminnend.
Hydrofoob
Waterafstotend.
Ribosomen
Een ribosoom is een complex van eiwitten en RNA ketens in de cel dat een
heel belangrijke functie heeft bij de opbouw van eiwitten.
Chromatine
Chromatine is het complex van DNA en eiwitten in de celkern van
Eukaryotische cellen (Cellen met een volledige celbouw.
Kernporiën
De kernmembraan van de celkern bevat honderden kernporiën. Een
kernporie wordt gevormd door het nuclear pore complex (NPC). Door een
kernporie kunnen kleine moleculen, en zelfs kleine eiwitten, vrij
diffunderen.
Nucleoli of kernlichaampjes
De nucleoli of kernlichaampjes zijn de aanmaakplaatsen van ribosomaal
RNA of rRNA dat nodig is voor de opbouw van ribosomen.
Kernplasma
Deze vloeistof zit in de celkern, hierin bevinden zich de chromosomen,
chromatine korrels, en kernlichaam.
Cytoplasma
Het geheel van de omgevende celmaterie rond de celkern( celorganellen
behalve de celkern inbegrepen).
Ruw endoplasmatisch
Het ruw endoplasmatisch reticulum is in tegenstelling tot het glad
reticulum
endoplasmatisch reticulum bekleed met ribosomen.
Glad endoplasmatisch
Het glad ER (Engels: smooth ER, SER) is een variant van
reticulum
het endoplasmatisch reticulum dat voornamelijk dient om stoffen vanuit
het ruw endoplasmatisch reticulum te vervoeren naar het golgiapparaat.
Het bevindt zich dan ook vaak tussen zones met ruw endoplasmatisch
reticulum en het golgiapparaat.
Golgi-apparaat
Een complex van parallelle membranen in het celplasma dat de
afscheidingsproducten inwikkelt (verpakt). Het is een soort van
distributiecentrum.
Lysosoom
Het lysosoom is een blaasje dat zich in het cytoplasma bevindt en ook wel
"de afvalberg van de cel" genoemd wordt. Lysosomale enzymen in de
lysosomen breken afvalstoffen van de cel af, zodat de afbraakproducten
hergebruikt of veilig uitgescheiden kunnen worden. Bij planten is de functie
van lysosomen overgenomen door de vacuole(n).
Autofagie
Afbraak van celeigen bestanddelen.
Heterofagie
Afbraak van celvreemde bestanddelen.
Vacuole
Een met vocht gevuld blaasje, dat omgeven is door het tonoplast.